Minireviews voor muzikale veelvraten

door Indiestyle

Let’s Eat Grandma – I, gemini

‘I, Gemini’ is een titel die vragen oproept, en is als dusdanig een goede indicator over wat de plaat van Let’s Eat Grandma ons te bieden heeft: verwacht het onverwachte. Etherische songs en passages dienen als bindmiddel tussen uitstappen richting lome electropop, jazzy hiphop, panfluitengekwinkel, Aziatisch getokkel, klassieke piano, cabaret, accordeons en Afrikaanse percussie; op metal en EDM na komt werkelijk het hele spectrum voorbij. Net als je je in een zonovergoten doch ijskoud bergmeertje waant, sleuren de jongedames met de hoge ijle stemmetjes je mee naar de buik van een walvis op speed die met een mond vol badparels tegen de rand van een rond aquarium blijft botsen. ‘I, Gemini’ is allicht niet voor iedereen toegankelijk. Eens je de code gekraakt heb, is het er echter fijn toeven als je houdt van muzikaal avontuur. – 3,5/5 (Bart)

Vic Mensa – There’s alot going on

Toen de voorstelling van Kanye’s Season 3 en ‘The life of Pablo’ ontaardde in een kotfeestje, waarin de aux-kabel vroegtijdig uit de boxen werd getrokken om een nummer op te leggen, kregen we nieuw geluid te horen van Vic Mensa. ‘Danger’ kwam meteen binnen als een opzwepende feestplaat, maar op ‘There’s alot going on’ worden diepere onderwerpen bovengehaald. Hoewel Kanye officieel niets met het project te maken heeft, is zeker op de eerste drie nummers zijn invloed te merken. Minimalistische en elektronisch vervormde beats hebben de bovenhand. Daarna is vooral een r&b-geluid te horen. Qua thematiek gaat het over politiegeweld en maakt vooral de afsluitende titelsong veel indruk. Vic Mensa heeft het onder andere over antidepressiva en ruzies met een (zijn?) vriendin. ‘There’s alot going on’ lijkt een voorproevertje te zijn voor een langspeler dat zeker naar meer smaakt. – 3,5/5 (Daan)

Pomrad – Knights

Synthwonder Pomrad (foto) heeft na enkele ep’s dan eindelijk een album uit. Met een geweldige livereputatie en de juiste muzikale talenten was de buzz dan ook behoorlijk groot geworden rond ‘Knights’. Het album valt qua sound ruwweg uiteen in twee delen. De gladde funk die de Antwerpenaar als een mantel rond zich heen draagt, is nog steeds aanwezig. Dit valt vooral op bij de singles waarop een vocaal aspect aanwezig is. Die zullen mits de juiste promotie wel de nodige airplay halen op de fm-golven, maar het zijn vooral de meer beatgerichte nummers die dit album naar een hoger niveau tillen. Toch is het gevoel daar ook wat dubbel. Hudson Mohawkes ‘Butter’ is overduidelijk een invloed geweest op Pomrad, maar aan de andere kant zijn die stuiterende beats zo goed, dat het een kopie overstijgt. Beide kanten van het album zijn op zich wel goed, maar net omdat het contrast zo groot is, mist ‘Knights’ cohesie. – 3/5 (Daan)

V. A. – Erelitha (Staycore-compilatie)

Het is fascinerend om te zien hoe compilaties een belangrijke rol hebben binnen de elektronische-muziekwereld. Ze dienen als visitekaartjes van labels, crews of hele scenes en stellen zowel de overkoepelende sound als de verschillende artiesten van het collectief voor. Staycore is met ‘Erelitha’ al aan z’n tweede compilatie toe, nadat ‘Summer jams 2k15’ vorige zomer al domineerde. Het centrale thema is hier ‘licht’ en de mood blijft daardoor zonnig, al zorgt een kleinere bijdrage van Latijns-Amerikaanse NAAFI-leden wel voor een verschuiving van sound: typische Staycore-synths geven geregeld een trancy vibe als complement of vervanging van hobbelende schuurmuziek, terwijl de harde beats van Toxe en Pininga zelfs richting hardstyle gaan. Eerstgenoemde levert met ‘Bite’ een van de hoogtepunten: compromisloos en claustrofobisch veroorzaakt het nummer grove agressie in clubmuziek. Het Alkaline samplende ‘Silicium’ van de Française Oklou is verder een perfecte combo van opzwepende ritmes en hemelse electronica, en ‘GGC’ van Mobilegirl mag met z’n straaljagersynths vanaf nu op geen enkele rave meer ontbreken. Bij de jongens zijn vooral de bijdrages van ZutZut en MM essentieel: de eerste koppelt terug naar de summer jam-vibes van vorig jaar met een luchtig, suave clubnummer, de tweede maakte dan weer dé banger van ‘Erelitha’, goed voor totale ontlading. De andere songs laten op geen enkel moment het niveau erg zakken, waardoor deze compilatie coherent qua geluid en kwaliteit klinkt. Aanrader! – 4/5 (Thomas)

Told Slant- Going by

Told Slant is (ex-)lid van maar liefst 6 Brooklyn-based indie-pop bandjes, waaronder Florist en Eskimeaux. Het is dus ook in die stijl dat je moet gaan zoeken wil je de muziek van Felix Walworth (aka Told Slant) omschrijven. Nu, criticasters die zich afvragen of er al geen overaanbod aan kleinschalige Amerikaanse (emo-)indiebandjes is, zijn er ongetwijfeld bij de vleet. Waar maakt Walworth op ‘Going by’ dan het verschil? Eerst en vooral: met de stem. Heel erg emo en voor sommigen naar alle waarschijnlijkheid een struikelblok. Om een idee te krijgen: het lijkt alsof Told elk moment in huilen kan uitbarsten, of dat gewoon al aan het doen is. Wat bij velen mogelijks in irritatie of het gevoel dat het allemaal heel erg artificieel en geforceerd is, resulteert. Wat daar ook van moge zijn: Walworth weet hoe je te raken.  Ook met de teksten. Simpel en kleinschalig, zoals dat hoort bij zulke muziek, maar zo verschrikkelijk mooi. Slant zucht zich op tamelijk hartverscheurende wijze een weg doorheen het album met lyrics over (uiteraard) liefdesvriet, vergankelijkheid, opgroeien, dagelijkse sleur,… Kortom je doorsnee-indealbumonderwerpen. Maar ook hier steekt Walworth er met kop en schouders bovenuit: de artiest(e) is ontzettend begaafd in taal en strooit met behoorlijk banale situatieschetsen als metaforen voor de grotere, existentiële vragen. Soms is er tussen de traantjes door ook ruimte voor een vertederde (doch droevige) glimlach. Bijvoorbeeld bij zinnetjes als: “Reading old texts from an ex / covering my date with the thumb / imagining you just wrote / I love you / when are you coming home?”. ‘Going by’ is werkelijk een pareltje en het zou vreselijk spijtig zijn mocht je het achteloos overslaan. – 4,25/5 (Mats)