Mogwai exploreert zijn ingetogen kant op ‘Kin’

door Kevin Bruggeman

Met de regelmaat van de klok laten de Schotse postrockers van Mogwai nieuw materiaal op de wereld los. Nieuwste nakomeling ‘Kin’ is geen regulier album, maar de soundtrack bij een science-fictionthriller van Jonathan en Josh Baker. Daarmee begeven de heren zich niet helemaal op nieuw terrein: in het verleden schreven ze al de muziek voor de series ‘Zidane: a 21st century portrait’, ‘Atomic’ en ‘Les revenants’. Vooral de adembenemende muziek bij deze laatste maakt dat we voor ‘Kin’ wel eens extra wilden gaan zitten, al beseften we wel dat de kwaliteit van de serie op zich bijdroeg.

Wie de voorgaande soundtracks van Mogwai kent, zal niet verrast zijn dat de heren de gremlin in zichzelf in bedwang weten te houden als er filmmateriaal bij komt. Verwacht geen alles overheersende uitbarstingen, geen explosieve contrasten in volume en geen frontale aanvallen op Joke Schauvlieghes geluidsnormen. Wanneer Mogwai zich aan een soundtrack waagt, geven ze hun introspectieve kant alle ruimte.

Dat blijkt nochtans niet uit het vooruitgeschoven ‘End title’, waar een enthousiast Mogwai – met vocals – de weg van ‘Party in the dark’ (uit ‘Every country’s sun’) verder inslaat. Noem ons conservatief, maar wij horen Mogwai nog steeds liever instrumentaal. Een aanwijzing voor de rest van ‘Kin’ is dit echter hoegenaamd niet. Die blinkt namelijk uit in een serene doch gitzwarte sfeer. Dat leverde op de score voor ‘Les revenants’ al enkele pareltjes op zoals ‘Wizard motor’ en ‘Hungry face’, en aan dat rijtje kunnen ‘Eli’s theme’ en ‘Scrap’ toegevoegd worden: bezwerende piano-aanslagen badend in een dreigende sfeer, de tweede met spaarzame elektronische accenten. Met ‘Flee’ groeit de onrust wanneer hyperkinetische elektronica een donkere synthlijn doorkruist. In ons hoofd begint zich een film af te spelen. Monty Python it ain’t. ‘Donuts’ klinkt als een opluchting na enkele dramatische passages, en had zo op ‘Rave tapes’ of ‘Every country’s sun’ gepast: het is Mogwai zoals we ze de jongste jaren hebben weten experimenteren met synthesizers.

Niet alle nummers staan op zichzelf. We kunnen ons geen scène inbeelden die begeleid wordt door ‘Funeral pyre’, en in ‘Miscreants’ zien we zelfs enkel testbeeld. Het is steevast het euvel van een soundtrack zonder de bijhorende film te zien: zonder prikkel van de fantasie blijft slechts twijfel over. In ‘Guns down’ gebeurt meer, maar de film in ons hoofd schiet niet meer in gang. Titeltrack ‘Kin’ toont Mogwais kunnen met dominante synths en benadert nog het best de erupties waarmee we Mogwai associëren. Helemaal niet mis, maar de beelden in ons hoofd zijn definitief gedoofd. We hebben dan toch een echte film nodig om Mogwais soundtrack helemaal te kunnen plaatsen. ‘Kin’ bijvoorbeeld.