Moses Sumney kiest noch verliest op ‘græ: Part 1’

door Guillaume De Grieve

Sinds zijn debuutplaat ‘Aromanticism’ uit 2017 is de Amerikaans-Ghanese Moses Sumney een belangrijke verschijnsel op onze radar. De ep ‘Black in deep, 2014’ van vorig jaar en zijn features op de jongste langspelers van James Blake, Bon Iver en meer recent Ethan Gruska deden de hoge verwachtingen alleen maar opstapelen. De eigenzinnige songwriter brengt met ‘græ’ een dubbelplaat uit waarvan ‘Part 1’ enkel te streamen is. De overige nummers en de fysieke release volgen in mei. Drie maanden tijd om alles te laten bezinken lijkt ons net genoeg. “Here we go into the grey”.

‘Cut me’ etaleert meteen de typerende falsetto van Sumney en featuret ook een kordaat blazersarrangement van Adult Jazz. Hij laat zich gelden als een doorbijter die pijn ontvangt als een ongewenste maar noodzakelijke motivator: “Well if there’s no pain, is there any progress?” Dan volgt het dromerige ‘In bloom’ inclusief strijkers en complexe meerstemmigheid. Indien die er nog niet was, vraagt Sumney meteen alle aandacht op ‘Virile’, een drukbezette powersong waarin hij zich vragen stelt bij het mannelijke stereotype en het verwachtingspatroon van de maatschappij die daaruit volgt (of er de oorzaak van is). Masculiniteit is een terugkerend thema in ‘græ’: actrice Jill Scott echoot het onderwerp in haar narratief op de interlude ‘jill/jack’.

Het sterke ‘Conveyor’ begint als een industrial track al zorgen de refreinen snel voor een verademing. Sumney glijdt indrukwekkend van borst naar kopstem en terug. Met een zwaar vervormde stem snikt en verlangt de zanger naar een diepere betekenis op het trage ‘Gagarin’. Op het einde overheersen de synths en klinkt hij gefragmenteerd en onherkenbaar. ‘Also also also and and and’ met schrijfster Taiye Selasi aan het woord kaart opnieuw het hokjesdenken aan en pleit voor multipliciteit, want geen enkel persoon is slechts wat de ander van hem of haar denkt.

Na een intro van saxofonen in ‘Colouour’ valt Sumney terug op zijn lo-fi aanpak van zijn debuutplaat met elektrische gitaar en elektronische percussie. Het laid-back nummer had gerust nog wat langer mogen aanslepen. “I fell in love with the in-between. Coloring in the margins. Yet the romance of the undefined. Was a threatening lie in their eyes,” klinkt het in ‘Neither/Nor’. Kiezen is verliezen dus houdt Sumney alle mogelijkheden open met als resultaat een veelzijdig nummer. ‘Polly’ is als afsluiter de perfecte pleister op de wonde. Met akoestische gitaar als begeleiding zingt Sumney met een onophoudelijk vibrato over polygamie, want een doorsnee liefdeslied zou wat saai zijn. “If I split my body in two, would you then love me better?”

Moses Sumney toont zich op ‘græ’ allesbehalve een grijze muis, maar maakt wel meermaals duidelijk dat zwart-wit-denken niet aan hem is besteed. De gevallen engel onder de songwriters kiest bij momenten voor een grootse en precieze sound. “Too much is not enough” horen we ergens, al zijn de tragere nummers even doordacht en overtuigend. De intro en drie interludes versnipperen het album wat, maar dat zal volledig tot haar recht komen in de volledige release op 15 mei. ‘Part 2’ zal zeven nummers tellen waarvan ‘Me in 20 years’ al is uitgebracht.