Nick Murphy blijft op zoek naar zichzelf op ‘Run fast sleep naked’

door Yannick Verhasselt

Het is en blijft moeilijk om een artiest als Nick Murphy zo te zien worstelen met zichzelf de laatste jaren. Het is echter niet sinds die fameuze naamsverandering twee jaar geleden dat de Australiër op zijn artistiek tandvlees zit. Murphy lijkt te zijn bijgehaald door de tijd sinds het uitbrengen van zijn debuut ‘Built on glass‘, intussen zo’n dikke vijf jaar geleden. Zwoele indietronica doet het gewoon niet meer, en op ‘Run fast sleep naked’ wordt dat gevoel jammer genoeg nogmaals bevestigd.

Murphy brak zo’n kleine tien jaar geleden plots door, net zoals Future Classic-maatje Flume. De ene drukte zijn stempel op het genre dat hem bekend maakte en kreeg er zelfs een Grammy voor. De andere zocht na zijn prangende debuut naar allerhande manieren om zichzelf, door samen te werken met onder andere Bonobo, Marcus Marr en Dave Harrington (Darkside), heruit te vinden – maar vooral om zichzelf terug te vinden. Murphy blikt namelijk meermaals terug op die periode uit zijn leven met een meer gelaagd geluid, hoewel er enkele probeersels bij zitten die in de studio hadden kunnen blijven liggen.

De groovy, meeslepende elektronica uit het Chet Faker-tijdperk lijkt op ‘Run fast sleep naked’ bijna helemaal achterwege te zijn gelaten en plaats te hebben gemaakt voor meer gitaargedreven songs, die meer schwung moeten brengen. Murphy is immers al een tijdje geen slaapkamerproducer meer, maar heeft zich ontpopt tot crooner met band. In single ‘Sunlight’ resulteert dat in een nummer waar de vroegere Chet Faker-stijl en Nick Murphy perfect in elkaar lijken samen te lopen, met afgebeten r&b-beats die de splijtende indietronica omarmen.

Zijn naamsverandering betekende een soort nieuw artistiek begin, met het uitbrengen van de ep ‘Missing link’ niet veel later als bewijs. Niettemin lijkt hij nog steeds op zoek naar wie Nick Murphy nu echt is. Privé lijkt Murphy te hunkeren naar zekerheid in de liefde, zoals hij aangeeft in ‘Never no’ en ‘Message you at midnight’. Verder geeft hij, ondanks de vrolijke instrumentatie, toe dat hij door jaren van touren een beetje van zichzelf is verloren in ‘Sanity’.

De eerste helft van de plaat klinkt overtuigend maar begint te sputteren na het opzwepende ‘Yeah I care’, om uiteindelijk compleet stil te vallen na het weinig overtuigende ‘Never no’. ‘Novacaine and Coca Cola’ is zonder twijfel dé afknapper van deze plaat. Murphy’s plakkerige falsetto klinkt gewoonweg irritant en zijn poging om een bitterzoet drugsgerelateerd nummer te schrijven à la The Weeknd of Lana Del Rey had beter op de schrijfblok blijven staan. Daarenboven sluit de track af met een tergend lange outro zonder veel inhoud. Op het einde van ‘Believe (me)’ belooft Murphy ons “one more” – nochtans had dat eigenlijk niet gehoeven, ‘Message you at midnight’ wiegt je immers helemaal in slaap.

Het valt op dat Murphy na het succes van zijn debuut en het daaropvolgende touren duidelijk worstelt met waar hij nu precies staat in zijn leven. Dit wisselvallige gevoel vertaalt zich dan ook in een vrij wankel tweede album met enkele leuke singles en jammer genoeg een lading songs die beter in de studio waren gebleven.

Nick Murphy speelt op 20 oktober in Ancienne Belgique, tickets zijn beschikbaar via de website van de zaal.