Niet voor the weak of heart: Tamino’s ‘Every dawn’s a mountain’ slaat in als een bom

door Ayko Poulin

Je bent alleen. Het is donker. Regen roffelt mistroostig tegen de ramen en trekt sporen op de koude ramen. Vanuit de speaker klinken de melancholisch beginnoten van ‘My heroine’. Het is het eerste nummer op Tamino’s nieuwste geesteskind, ‘Every dawn’s a mountain’. Op een vreemde manier is de zwaarte van de muziek zowel beklemmend als bevrijdend. En dan klinkt daar de o-zo herkenbare stem van de jonge zanger, kippenvel.

Toegegeven, het is niet voor iedereen weggelegd. Zijn muziek is moeilijk in één genre te benoemen. Al staat het wel vast dat zijn muziek een zekere donkerte met zich meebrengt. Met zijn diepe stem komt Tamino ongetwijfeld binnen, of je dat nu leuk vindt of niet. Deprimerend voor sommigen, hartverscheurend oprecht voor anderen.
Al moeten we toch ook kritisch zijn. Voor wie het album in één ruk afspeelt (trigger warning: misschien niet aan te raden op mentaal zware dagen) lijken de eerste liedjes wel heel erg op elkaar. De herkenbare stem van de zanger is een mes dat langs twee kanten snijdt. Hoor je hem op de radio, dan is hij onmiskenbaar origineel. En daarbovenop ook een leuke afwisseling tussen al het poppy geweld van de laatste tijd. Op het album zelf zorgt zijn eigenzinnige manier van zingen er echter voor dat de plaat, letterlijk, wat blijft hangen. De muzikale intro’s verschillen wel, maar verder is het moeilijk om bij een eerste luisterbeurt groot onderscheid te vinden tussen de eerste nummers.

Voor de doorbijters is er echter goed nieuws. Vanaf halverwege het album brengt de samenwerking met Mitski een welgekomen afwisseling in de donkerte van het album. Waar Tamino scoort met de diepte van zijn vocaal register, levert de hoge stem van de Amerikaanse zangeres een aangenaam tegengewicht. ‘Sanctuary’ is daarmee absoluut een hoogtepunt op de nieuwste plaat.
Voor wie verliefd werd op de zanger ten tijde van ‘Habibi’ is ook ‘Raven’ een schot in de roos. Even mystiek, even beklijvend; zelfs tegenstanders moeten toegeven dat Tamino er moeiteloos in slaagt een eigenzinnig universum tot leven te wekken.

Kortom, ‘Every dawn’s a mountain’ heeft zijn naam niet gestolen. Vanop zijn heuvel lijkt Tamino ons toe te zingen. Soms schrijnend luid, soms zacht en intiem. Het ene moment drijft het klagende in zijn stem ons tot tranen. Op andere momenten lijkt het alsof hij op onze schouder zit en enkel voor ons zingt. Eén ding staat vast: Tamino grijpt je bij de strot.