Nieuwe bassiste en vertrouwde sound houden Pixies staande op ‘Head carrier’

door Frederik Jacobs

Ooit waren Pixies misschien wel eventjes de meest opwindende band ter wereld. Vier albums lang knetterde de magie tussen Frank Black en Kim Deal, met als resultaat spannende en vernieuwende rockklassiekers. Tot er in 1993 plots hun split kwam wegens ‘interne spanningen’ tussen de twee voorgenoemde breinen achter de band. De groep organiseerde in 2004 wel een reünie maar op nieuw werk was het wachten tot 2013, toen ze met nieuwe bassiste Paz Lenchantin ‘Indie cindy’ uitbrachten. Kim Deal opvolgen bleek een zware taak voor Lenchatin –nochtans moet ze qua looks zeker niet onderdoen- en de nieuwe songs waren over het algemeen vrij tot zeer zwak. Op hun zesde langspeler rust bijgevolg behoorlijk veel druk om hun comeback alsnog te redden.

Na de drie vooruitgeschoven nieuwe singles was ook de eerste volledige luisterbeurt wat ons betreft een teleurstelling. Gelukkig is ‘Head carrier’ –net als ‘Surfer rosa’ en ‘Doolittle’- een groeiplaat. Ze is bovendien coherenter dan ‘Indie cindy’ (dat eigenlijk een collectie was van drie ep’s), en er wordt vaker teruggegrepen naar de oude Pixies-sound uit de jaren ’80 en ’90. Het resultaat is een kleurrijk, zij het lichtjes wisselvallig album.

Pixies’ zesde worp neemt een veelbelovende start. De begintonen van opener/titelsong ‘Head carrier’ klinken als het snedigste van ‘Surfer rosa’. Helaas vervalt de song later in een gezapig sfeertje. Ook ‘Classic masher’ klinkt als de oude Pixies: er wordt leuk met ritmes gespeeld, de gitaren klinken met momenten heerlijk schreeuwerig en de samenzang tussen Black en Lenchantin doet Kim Deal even helemaal vergeten. Wat een dijk van een refrein bovendien.

Ja, zangeres-bassiste Paz Lenchantin is erg aanwezig op ‘Head carrier’ en dat doet ze geweldig. Misschien is zij wel de sleutel naar nieuw succes voor Pixies. Neem bijvoorbeeld ‘Might as well be gone’; een wondermooi, emotioneel nummer dat nog niet half zo geloofwaardig zou zijn zonder die zoetgevooisde engelenstem van Lenchantin. Ze klinkt echter niet altijd zo lief: op heftige single ‘Um chagga lagga’ schreeuwt ze samen met Black de longen uit haar lijf en zorgt ze op die manier voor het jeugdig enthousiasme dat bij haar mannelijke tegenspeler ondertussen weggeëbd is. Op ‘All I think about now’ krijgt Lenchantin zelfs de hoofdrol als leadzangeres toebedeeld, en die vertolkt ze uitmuntend. Opvallend genoeg is deze sterke song een door Black geschreven verontschuldiging en tevens dankbrief aan Deal. De gitaar verwijst overduidelijk op een nostalgische manier naar ‘Where is my mind’ en de tekst naar de split van ’93.

Er staan echter ook minder overtuigende songs op ‘Head carrier’. ‘Baals back’ is een even heftig als overbodig nummer. Bovendien is het ons een raadsel waarom Frank Black een beangstigende Brian Johnson-imitatie neerzet. ‘Talent’ heeft erg leuke strofes maar een o zo inspiratieloos refrein. Het slechtste refrein dat Pixies ooit geschreven hebben is echter dat van ‘Tenement Song’. Een trio om snel te vergeten.

Ondanks dat is ‘Head carrier’ stukken beter dan voorganger ‘Indie cindy’. Sommige nummers leggen zelfs het vuur aan de schenen van Pixies-songs uit de jaren ’80 en ’90, en dat is vooral te danken aan hun nieuwe bassiste. Na een korte aanpassingsperiode staat ze er ondertussen helemaal en is ze klaar om Kim Deal te doen vergeten. Ze zorgt voor het speelse en jeugdige, iets wat Frank Black de laatste jaren vergat te brengen. Met onder andere het geweldige ‘Classic masher’ klinken Pixies bovendien voor het eerst sinds lang nog eens als zichzelf. Laat ons hopen dat de toekomst meer van dat brengt.

Album verdeeld door PIAS.

Pixies spelen 25 november in de Lotto Arena (info & tickets).