Nils Frahm brengt ode aan doorleefde schoonheid op ‘Day’

door Marlon Sinnaeve

Het is van 2022 geleden dat we een solowerk van Nils Frahm te horen kregen. ‘Music for animals‘, een drie uur durend ambient epos, hanteerde subtiele synthklanken en uitgerokken arrangementen. Het wekte voornamelijk een meditatieve, maar ambigue sfeer op. De plaat vond zijn creatieve oorsprong in de lockdown en vormde de geknipte soundtrack voor een periode van verplicht stilstaan. Nu keert Frahm terug met een intiem solo-pianoalbum.

Het album werd opgenomen tijdens een periode van zomerse isolatie. Het resultaat ‘Day’ bevestigt nogmaals zijn subtiele, verfijnde composities met belang voor textuur; tegelijk zo beknopt en volledig als een geleefde dag.

Opvallend is het dat de ruimte zelf het eerste instrument is dat we horen. Subtiele klanken in de achtergrond en het geschuif van vingers over het klavier zetten meteen de toon. ‘You name it’ wordt een zweverige compositie waar textuur en setting evenveel bijdraagt als de serene, ontwakende melodie. Het stuk is voorzien van een natuurlijke galm die nooit details verdoezelt en een dromerig karakter toevoegt. Een klimmend pianospel zorgt ervoor dat het nummer geduldig open kan bloeien en nooit in monotonie vervalt. Het slotakkoord van deze schone start wordt naadloos overgedragen aan het vredige ‘Tuesday’, dat de vorm aanneemt van een verdiende uitadem. Deze metafoor mag je vrij letterlijk nemen. Door het minimalistische pianospel is er ruimte om het rustig in- en uitademen van Frahm op te pikken. Het brengt een schone eenzaamheid voelbaar tot leven. Een open einde brengt gemengde gevoelens, alsof je zachtjes ontwaakt uit rumineren.

We slaan dan, letterlijk hoorbaar, een nieuw blad om in ‘Butter notes’. Het nummer is één van de hoogtepunten van het album. De opgewekte arpeggio’s, leuk bijgestaan door het geblaf van honden, brengen een verdiende afwisseling en levendig momentum in het album. Het schildert vanzelf een natuur-romantische omgeving in je verbeelding. Dit nummer mag wel vrolijker lijken in vergelijking met het vorige. Toch slaagt Frahm erin om telkens zijn arrangementen te nuanceren; hier sluimert ook een somberheid onder de schoonheid.

Vervolgnummer ‘Hands on’ maakt dit contrast groter. Het opent met een melodieuze sprint die typisch vol textuur het klavier verkent, ditmaal gecentreerd rond een terugkerende noot. Daarna krijgen we een tweede start; trage maar vastberaden akkoorden die op een simpel stap voor stap momentum voortploeteren. Het lijkt een reis van vermoeid stoppen en proberen verder te gaan, telkens weer de moed vinden om door te zetten.

‘Changes’ doet zijn naam eer aan door een drastische klankverandering in te lassen. Het sitar-achtige getokkel van de open pianosnaren trekt onmiddellijk terug de aandacht en vormt een interessante toevoeging aan het klankpalet, eentje die zeker meer had mogen verkend worden. Vervolgens krijgen we een repetitieve, hoewel licht variërende melodie, die lijkt op een hand die in verschillende richtingen uitreikt. Deze is steeds zoekende naar een rustpunt dat het niet kan vinden. Deze spanning wordt verdergezet op afsluiter ‘Towards zero’.

Eindigen doen we hier met onheilspellend pianospel, gecontrasteerd met onschuldige vogelklanken. Het lijkt wel op de realisatie dat men altijd moet terugkeren uit de rust, terwijl de verantwoordelijkheden en zorgen van het dagelijkse leven geleidelijk aan terug opstapelen. Nils Frahm levert met ‘Day’ verfijnde pianocomposities gepaard met onderscheidende aandacht voor textuur, waarbij ruimte is voor de uiteenlopende gevoelens van een doorleefde dag.