NIX komt dreigend uit de hoek op debuut-ep ‘Life in a bungalow’

door Jonas Van Laere

We ondervonden het ooit zelf, een goeie bandnaam vinden is geen sinecure. NIX mag wat ons betreft in het rijtje ‘verdoeme daar had ik graag zelf opgekomen’. Drie letters is extreem kort, maar de combinatie van de hoofdletters en de naar ‘niets’ refererende naam maakt het des te krachtiger. Daarnaast straalt de naam een soort nihilisme uit: “je hoeft helemaal geen rekening met ons te houden, maar wie met ons in aanraking komt houdt zich maar beter vast aan zijn bretellen”. NIX als naam voelt aan als een statement, met hun debuut ep ‘Life in a bungalow’ probeert dit trio uit het zwijnenkot van Pig Parade Records ook muzikaal stelling in te nemen. 

NIX staat voor impulsen noise, een portie sludge, hier en daar een flard verdoken pop, bestendige vleugen hardcore punk en gedreven garagerock,. Opener ‘Take my chair’ drijft op die twee laatste zoals surfers zich in de Californische zon laten drijven door golven die hen liever verzwelgen. “I dont know what this is for, but I’m just gonna use it anyway” Het zegt iets over de impulsiviteit die deze ep uitstraalt. Wat niet wegneemt dat ‘Life in a bungalow’ op intelligente wijze speelt met geluid en songstructuren. Verrassend genoeg klinkt de snelle razernij in dit nummer ook vrij toegankelijk. Het middenrif bestaat uit een tempowissel waarbij rock ‘n roll de hardcorepunk verdrijft en zich verder een weg naar het einde baant. Een laatste vuile rochel richting finish had hier op zijn plaats geweest

Inspiratie haalt dit trio naar eigen zeggen uit digitale levensstijlen en dystopische science fiction, waarmee ze hun eigen wereld vol wantrouwen creëren. ‘In my mind’ bezit de urgentie van Britse fabrieksarbeiders die zich tegen de oprukkende fancy upperclass keren. De zinsnede “breaking bread every day” past perfect in dit plaatje. Geen idee waar het nummer werkelijk over gaat, maar het klinkt tegelijkertijd vuil en poppy. De bombastisch zware stem van Jan Marcoen (Whisper Party, The Leslies) contrasteert dan ook mooi met het naïef valse stemgeluid van Wouter Van den Bossche (Freaky Age). De lichtvoetige gitaarriff doet ons zelfs even aan Primus denken. Door onder andere die tweestemmigheid weet het trio toch een overtal te creëren. 

‘Analogies’ baadt in een zweem van theatrale noise en postpunk. Het afwijkend emotioneel karakter wordt doorheen het nummer meermaals gehighlight. Door het tempo te vertragen en de muziek even te laten kabbelen krijgt de stem van Jan meer ruimte om het onheil een nieuwe dimensie te geven. Op het moment dat de zesde versnelling wordt ingezet en de gitaren bandeloos worden plaveit Bert Lachaert (Delta Crash) met zijn gortdroge drums het pad voor een welgemikt salvo tempowisselende noise.

Blitzkrieg, Lucky Luke en glasbreuk zijn de drie gratis trefwoorden die we u meegeven als het over  ‘Window ≠ door’ gaat. Soms behoeft een nummer namelijk weinig uitleg. ‘Bokanovsky part II’ – de doorwinterde lezer herkent de verwijzing naar Aldous Huxley’s ‘Brave new world’ –  bezit opnieuw de dualiteit tussen verbeten ernstig en zelfrelativering. De ep werd live opgenomen in, jawel, een bungalow. Het gevoel van die live beleving komt dankzij het naar voor mixen van de drum extra hard binnen waarmee de goesting naar muzikaal geweld in een kleine groezelige club nog wat meer werd aangewakkerd. 

‘Life in a bungalow’ toont een uitgebreide staalkaart van NIX’s kunnen, maar mist hierdoor misschien net teveel het gevoel van een volwaardig geheel te zijn. Potentie en potentieel zijn gelukkig meer dan voldoende aanwezig om dit trio met argusogen in de gaten te houden.