Noel Gallagher stelt teleur met ‘Who built the moon?’

door Koenraad Stevens

Is er leven na Oasis? Als we de Gallagherbroertjes mogen geloven alvast wel. Na ‘As you were’ van jongere telg Liam voorziet nu ook Noel samen met zijn High Flying Birds 2017 van een nieuw album. Daar waar wij over Liams nieuwe plaat nog konden stellen dat deze trots op zichzelf kon staan, noopt ‘Who built the moon?’ tot minder lovende conclusies.

Beginnen doen we toch met een positieve bedenking. In tegenstelling tot Liam kunnen we Noel niet verwijten dat hij krampachtig een doorstart van Oasis uit de brand tracht te slepen. Hij heeft met de High Flying Birds stilaan een eigen sound gecreëerd. ‘Who built the moon’ begint dan ook hoopgevend met ‘Fort Knox’. Net als Oasis’ ‘Fucking in the bushes’ (2000) is de grotendeels instrumentale opener de ideale muziek om tijdens gigs het podium te betreden. Het geluid is bovendien verfrissend en psychedelischer dan we van Noels band gewoon zijn.

Eerste single ‘Holy mountain’ gaat op hetzelfde elan verder. Uptempo nummertje, voortgedreven en opgevrolijkt door een leutig fluitje. Volgens kwatongen heeft Gallagher de mosterd iets te nadrukkelijk gehaald bij Plastic Bertrands ‘Ca plane pour moi’, maar die kritiek vinden wij nogal vergezocht. De strofe doet ons eerder denken aan Noels eigen song ‘Mucky fingers’ van Oasisplaat ‘Don’t believe the truth’ (2005). Stelen van je eigen muziek is toegelaten, toch?

Geen slechte openingstracks dus, maar evenmin wereldhits. En toch is het na ‘Holy mountain’ bedroevend lang wachten op een volgende sterke song. ‘Keep on reaching’ is B-kantmateriaal en komt onafgewerkt over. ‘It’s a beautiful world’ heeft een refrein met potentieel, maar dat volstaat niet om het nummer te doen slagen. Het wordt bovendien om onverklaarbare redenen onderbroken door een Franstalig spoken word intermezzo waarin een dame het einde van de wereld aankondigt. Wat komt dat daar ineens doen? Het maakt een rommelige indruk, wat meteen over zowat het hele album kan worden gezegd.

Dan nog even de slaappillen ‘She taught me how to fly’ en ‘Be careful what you wish for’ doorslikken en we krijgen opnieuw betere muziek voorgeschoteld. ‘Black & white sunshine’ is een goeie popsong, maar doet ons hunkeren naar het gesneer van Liam. De mondharmonica in ‘If love is the law’ brengt tegelijk rust en afwisseling en ook het bombastische, klassiek opgebouwde ‘The man who built the moon’ is vermeldenswaardig. Enkele strofen, een bridge en een catchy refrein, soms moet dat niet meer zijn. We merken zelfs tot onze aangename verrassing wat invloeden van The Flaming Lips.

Zwakke eerste helft, sterke tweede, concludeer je? Nee hoor, our kid vond het nodig om er maar liefst twéé instrumentale nummers bij te steken, die opnieuw het tempo volledig wegnemen en die zich nog het best laten omschrijven als wachtmuziekje voor het betere call center. Geen zin om nog urenlang te zwoegen op de perfecte lyrics, Noel? Te weinig inspiratie voor volwaardige rock songs?

Misschien toch nog afronden met een positieve noot: de bonus live track ‘Dead in the water’, waarmee de deluxe editie besluit, doet ons het ticket voor het nakende optreden in Vorst Nationaal nog niet prompt verkopen. Live blijken de High Flying Birds nog zeer de moeite te zijn, al is dat niet de verdienste van dit album.

Samengevat brengt ‘Who built the moon?’ te weinig dat er met kop en schouder bovenuit steekt en is dit geenszins de Noel Gallagher die ooit ‘Live forever’ of ‘The masterplan’ uit zijn pen schudde.

Noel Gallagher’s High Flying Birds speelt vrijdag 6 april in Vorst Nationaal (info & tickets).