Novo Amor houdt te veel van folkclichés op ‘Birthplace’

door Stan Pannier

“Novo Amor?”, zo waren wij al zelfgenoegzaam onze innerlijke senaat aan het toespreken, “Is dat geen onvergeeflijke koppeling van een datief aan een nominatief?” Sloegen we daar even een mal figuur, want Ali Lacey blijkt zijn artiestennaam niet uit het Latijn te hebben geplukt, maar uit het Portugees. Tot daar de Iberische invloeden: Novo Amor heeft zijn folkliedjes het liefst even mistig en druilerig als zijn woonplaats Wales.

Toegegeven, we hebben niet lang moeten tobben over die metafoor, want het eerste album van Novo Amor heet gewoon ‘Birthplace’. Een debuut en tegelijk ook weer niet, want samen met zanger-producer Ed Tullett maakte de Welshman vorig jaar al ‘Heiress’. Deze keer doet hij het echter weer in z’n eentje, net als op ep’s ‘Woodgate, NY’, met dot van een liedje ‘Cold’, en ‘Bathing beach’, een kwartet aanstekelijke folkpopnummers.

Lacey bespeelt al zijn instrumenten zelf. Dat doet hij erg kundig, maar ook veel te graag, waardoor kitscherige overdaad voortdurend om de hoek loert. Dat was reeds het geval op ‘Bathing beach’, al kwam hij er toen mee weg door de mooie melodieën en de breekbare refreinen. Hier lukt dat veel minder. Akkoord, ‘Seneca’, ‘State lines’ en het titelnummer zijn degelijk. Een extatisch ‘Sleepless’ heeft zelfs meezingpotentieel, maar over de hele lijn klinkt dit debuut stukken ongeïnspireerder dan Laceys eerder werk. Een beetje alsof iemand een folkgenerator heeft aangezet die de ene na de andere brave, gladgepoetste song aflevert.

De onderliggende code is duidelijk: galmende akoestische gitaren, aanzwellende strijkers en een immer dramatische falsetstem, in werkelijk elk nummer worden de folkclichés aan elkaar geregen. En overdaad it is, want Lacey heeft de neiging de teugels van zijn drums, blazers en strijkers veel te vaak en veel te snel te laten vieren. ‘Emigrate’, ‘Utican’ of ‘Anniversary’, het is torens bouwen zonder fundamenten, en je hoeft geen Vlaams Bouwmeester te zijn om te weten dat dat geen constructies voor de eeuwigheid oplevert. Niet dat ingetogenheid hier automatisch beterschap brengt: Lacey kan echt wel beter dan het kleffe pianogesleep in ‘Repeat until death’.

Ali Lacey is een sympathieke knul die opkomt voor minder plastic in de oceanen, streeft naar CO2-neutrale tours en best een song kan schrijven. Op ‘Birthplace’ ligt het er echter wat te dik op, de afgelikte, weelderige productie laat te weinig ruimte voor interpretatie en subtiliteit. Naar weerhaken hoef je niet te zoeken: de plaat glijdt van je af als water en is in een wip voorbij. Novo Amors debuut doet geen vlieg kwaad, maar daarmee is ook alles gezegd.

Novo Amor speelt 30 oktober in de Botanique (info & tickets).