Op ‘Starz’ ontpopt Yung Lean zich tot een singer-songwriter van de internettijd

door Tobias Cobbaert

Yung Lean sinds zijn begindagen volgen is een beetje als je eigen zoon zien opgroeien. Met ‘Ginseng strip 2002’ verscheen hij in 2013 ten tonele als dat kereltje met knullig vissershoedje dat zich onderscheidde door zijn atmosferische beats. Albums ‘Unknown death 2002’ en ‘Unknown memory’ baadden in een waas van melancholie, maar werden eveneens gekenmerkt door ironie en grappige popcultuurreferenties. Op ‘Warlord’ verging het lachen ons grotendeels – Lean bleek in het echt ook een sadboy te zijn – en begon zijn muziek meer maturiteit de vertonen. Vervolgens ontpopte hij zich op ‘Stranger’ en ‘Poison ivy’ tot meer dan een cloudrapper, want ook pop kreeg een plek in het klankenpalet van de jonge Zweed.

En dan is er nu ‘Starz’, waarop Lean zijn evolutie richting volwassenheid verder zet. Een eerste opvallende verandering is dat zijn kenmerkende autotune beduidend subtieler ingeschakeld wordt, en in sommige gevallen zelfs volledig afwezig blijkt te zijn. Lean stelt zich steeds oprechter op tegenover zijn publiek, en daarbij verschuilt hij zich minder en minder achter stemvervormers. Daarmee gecombineerd merken we ook op dat er steeds meer melodieuze zanglijnen te horen zijn. Het gaat hem verrassend goed af, nummers als ‘Low’ en ‘Dogboy’ weten de emotionele snaren te bespelen dankzij het breekbare stemgeluid. In die laatste krijgen we zelfs een verrassend falsetto te horen.

Meer dan ooit wordt er met verschillende stijlen geëxperimenteerd. De vooraf geloste single ‘Boylife in EU’ is een luguber popnummer dat in het refrein overschakelt naar noisy shoegaze terwijl ‘Butterfly paralyzed’ met zijn verdampte trancebeat klinkt als de muzikale belichaming van de “crying in the club”-meme. Op ‘Starz’ waagt Lean zich zelfs aan indie, mede dankzij de feature van Ariel Pink die zijn stem en enkele guitar licks aan het nummer leent. Afsluiter ‘Put me in a spell’ is een ware tranentrekker van een pianoballade die evolueert naar een elektronische climax. Op deze nummers zouden we Yung Lean zowaar een singer-songwriter kunnen noemen. Qua teksten wordt er niet zo veel concreets gezegd, er wordt vooral gefocust op het scheppen van een bepaalde sfeer door middel van enkele emotionele beelden.

De originele liefde voor rapmuziek wordt echter niet volledig overboord gesmeten. ‘Violence’ is een aardedonkere banger waarop Lean beschrijft hoe hij de top van de game bereikte, maar ook focust op de negatieve aspecten van het succes. ‘Iceheart’ is een harde track waarop Leandoer klinkt alsof hij staat te rappen in een ijskasteel, terwijl ‘Pikachu’ dan weer de meer emotionele kant van de Zweed belicht over een waanzinnig atmosferische beat. ‘Hellraiser’ put dan weer energie uit de afwisseling tussen rustige zanglijnen en agressieve raps.

‘Starz’ is Yung Leans beste en meest gevarieerde album tot nu toe. Er wordt slim afgewisseld tussen bangers en rustmomenten, tussen hiphop die naar het oudere werk neigt en experiment met nieuwe stijlen. De Zweed is een meester geworden in het scheppen van een melancholische atmosfeer, die hier zowel in de instrumentatie als de teksten een hoogtepunt bereikt. Yung Lean is een singer-songwriter van de internettijd geworden.