Overdaad schaadt op ‘Motherhood’ van No Joy

door Jonas Vandenabeele

Onder het oppervlak van de beukende drums, beats en scheurende gitaren van ‘Motherhood’ tref je een intiem relaas over moeders en vrouwen, heilwensen en bezorgdheden. No Joy is het project van Jasamine White-Gluz, en de meeste nummers op het jongste album zijn geschreven samen met Jorge Elbrecht (Ariel Pink, Sky Ferreira, Japanese Breakfast). In de studio werd ze verder bijgestaan door enkele sessiemuzikanten.

In tweede track ‘Dream rats’ nodigt Jasamine haar bekende zus Alissa White-Gluz uit om haar te vervoegen. Alissa is zangeres bij Arch Enemy en daarvoor bij The Agonist. Het is dan ook logisch dat het er stevig aan toe gaat door de screams van zuslief. Maar er is nog steeds genoeg ruimte voor melodie.

‘Four’ kent een traag opbouwende, opzwepende intro gestuwd door gitaren om dan in een soort gezapige triphop te vervellen. We horen een vrolijke baby kirren op de achtergrond en voor je het weet kantelt het terug naar scheurende gitaren en stevige drumpartijen. Deze symbiose van elektronica en snaren is het resultaat van de terugkeer naar de gitaar van Jasamine Wihte-Gluz. Na het eerste album van No Joy nam de frontvrouw de beslissing om haar gitaar aan de haak te hangen om zich te focussen op andere instrumenten en elektronica, zodat ze niet uit gemak naar haar zessnaar teruggreep. Nu lijkt ze doorheen het hele album een balans gevonden te hebben tussen beats en plectrumgestrum.

‘Ageless’ begint met een prangende intro en verandert naar donkere disco met de overstuurde stem van White-Gluz. De contemplatieve tekst gaat over eindigheid en vergankelijkheid. ‘Why mothers die’ is een rechttoe rechtaan statement en vraag ineen. “Someday, I hope, I’ll be fine’ zingt Jasamine terwijl de song verder kabbelt tot aan de ietwat rommelige outro.

In ‘Happy bleeding’ worden verwelkomd door een retro discodeuntje en zang met veel reverb. Drukke instrumentale bezettingen worden afgewisseld met rustpunten terwijl de frontvrouw zichzelf en ons de vraag stelt “Are we moms or are we daughters?” ‘Fish’ zwemt rustig in een badkuip vol reverb tot er een dreigende gitaarriedel het gevinde dier uit het water schept, waar het nog even spartelt alvorens de verstikkingsdood in de ogen te kijken.

Op ‘Motherhood’ maakt White-Gluz een soms chaotische mix van scheurende gitaren, donkere beats, zware drumpartijen en met effecten overladen zangpartijen. Er zijn echter weinig nummers die uit de elfnummerige tracklist springen. Als je niet aandachtig luistert, glijdt het album nogal onopgemerkt voorbij. Paradoxaal genoeg soms door de luide, overladen composities.