Panda Bear & Sonic Boom overtuigen niet met ‘Reset’

door Laurent Voet

Noah Lennox en Peter Kember kennen elkaar al even. Mochten deze namen geen belletje doen rinkelen, dan doen Panda Bear en Sonic Boom dat vast wel. Panda Bears solocarrière mag naast zijn prominente rol bij Animal Collective dan wel wat gestagneerd zijn. Op ‘Reset’ probeert hij met Sonic Boom er nieuw leven in te blazen. De samenwerking tussen de twee is niets nieuws. Sonic Boom heeft, naast het producen voor MGMT en Beach House, reeds twee albums van Panda Bear voorzien van het (super)sonische namelijk ‘Tomboy’ (2011) en ‘Panda Bear meets the grim reaper’ (2015).

Beide albums waren voorzien van een rijke sound vol met Panda’s befaamde, detailrijke vocale harmoniën. Noah Lennox liet bij zijn vorig album ‘Buoys’ (2019) de vriendschap even voor wat het was, maar ‘Reset’ dient als een viering van hun terugkeer. Het is dan ook voor het eerst dat beide artiesten hun naam op het album hebben staan.

Het nieuwste kind van de twee kent een vrolijkere ondertoon dan Panda Bear’s vorige album. Waar ‘Buoys’ gekarakteriseerd werd met abstracte vocals, een minimum aan elektronica en sober gitaargetokkel, is ‘Reset’ een terugkeer naar de kinderlijke vrolijkheid die we in het verleden en bij Animal Collective vaak vonden. De zanglijnen en vocale harmonieën lijken dichter bij de Beach Boys te staan dan ooit. Of toch soort van. Het resultaat van Panda Sonic (of Bear Boom?) klinkt als een stranduitstapje gemedieerd door een VR-bril.

Het strand waar de muziek aan vormgeeft is van technologische aard. Daarbij is het karakteriserende geluid het gevolg van de scherpe, en de zich aan voorgrond bevindende elektronica. De melodieën en klapjes lijken uit een speelgoedcomputer of -telefoon te komen. En laat dit nu zowat het breekpunt zijn. Enerzijds klinkt ‘Reset’ speels en plezierig, anderzijds klinkt het heel mager en schel. Nummers als ‘Go On’ en ‘Everything’s been leading to this’ zijn exemplarisch.

‘Reset’ kent bovendien weinig echte hoogtepunten. ‘Whirlpool’ en ‘Danger’ zijn beide nummers van vijf minuten lang, maar gaan nergens echt naartoe. Het album wordt gekenmerkt door een zekere immobiliteit. De elpee wordt grotendeels gered door Panda Bears solide stemgeluid. Op nummers als ‘Edge of the edge’ en op het einde van ‘In my body’ vinden we vintage Panda harmonieën. Het voelt heilzaam om mee te zingen.

De samenwerking tussen Panda Bear en Sonic Boom heeft betere momenten gekend. Denk maar aan hun optreden bij Jimmy Fallon wanneer ze Panda-klassieker ‘You can count on me’ brachten. Hun nieuwste samenwerking levert wel een uniek geluid op, maar het haakt zich niet aan ons leven vast.