Polo G stroomt verder richting de top op ‘Hall of fame’

door Bert Scheemaker

Taurus Tremani Bartlett, beter bekend onder zijn artiestennaam Polo G, zijn ster is rijzende. Twee jaar geleden wurmde hij zich in de schijnwerkers met ‘Die a legend’. Vorig jaar bevestigde hij met ‘The goat’ en dit jaar zet hij zijn opmars verder met ‘Hall of fame’. Aan bescheidenheid dus geen gebrek voor de rapper uit Chicago. Bij het album vinden we deze keer een foto waarbij hij zijn speech geeft bij de inductie in de Hall of Fame en eentje waarbij hij een ode brengt aan Michael Jordan en zijn iconische foto met de ringen bij zijn gezicht. Kortom, een baasje van wie de blik vooruit gericht staat. Richting succes!

‘Hall of fame’ is zijn langste album tot nu toe. Twintig nummers telt het kleinood, al blijft het wel netjes onder een speeltijd van een uur. Te behappen dus. Verdere veranderingen die we meteen kunnen vaststellen: er werd op geen dollar gekeken wat de features betreft. Nicki Minaj, Young Thug, Lil Durk, Roddy Rich, DaBaby en… een postume Pop Smoke. Allen verzekeren ze Polo G wel van een heel deel extra streams door hun fans. En als laatste direct opgemerkt: Polo G blijft spuuglelijke albumhoezen kiezen.

Gelukkig zijn we niet de hoezenpolitie, maar wel de muziekpolitie. Polo G hebben we gelukkig nog nooit moeten bekeuren. De rapper, die zich verdiept heeft in Chicago drill wijkt niet echt van die formule af. Het is allemaal iets toegankelijker dan op ‘The goat’ en ‘Die a legend’, maar het is nu niet zo dat hij zich koste wat het kost tussen de popsterren probeert te plaatsen. Daarvoor kan hij te goed rappen, met die typische stem van hem alsof hij altijd een beetje afziet. Alsof hij recht krabbelt na een goed pak slaag.

Deze keer verliest hij weinig tijd vooraleer hij het zware geschut bovenhaalt. ‘Rapstar’, zijn megahit, komt al als tweede nummer voorbij. De beat is gebaseerd op het ukelele-spel van een populaire YouTuber en leent zich perfect voor het klassieke verhaal: relaties, gevoelens en wat roem daar mee doet. Polo G laat doorheen het album zien dat hij evolueert als schrijver. Ondertussen woont en werkt hij niet meer in het winderige Chicago, maar in het zonovergoten Los Angeles. Dat hoor je, laten we daar niet flauw over doen. Alhoewel Chi-Town duidelijk nog nauw aan het hart ligt. Tussendoor hij is vader geworden, zou hij de drugs afgezworen hebben en met een bezwaard gemoed kijken naar de vrienden die hij aan het substantiemisbruik verloren is.

De combinatie van de beats die veelal gestoeld zijn op gitaarriedeltjes, piano’s en de welgemikte baslijnen en zijn stem met de autotune blijft een succesrecept dat hij doorheen het album blijft bovenhalen. De features doen evenwel hun duit in het zakje. Lil Wayne klinkt verrassend fris op ‘Gang gang’, nog zo’n sterke single. Verder zet hij met Lil Durk zijn triomftocht verder op ‘No return’. Daarnaast blijkt de wisselwerking met Roddy Rich (‘Fame & riches’) en Young Thug (‘Losses’) uitstekend. Minder geslaagd: Nicki Minaj, waarvan we nu toch al een eindje wachten op die grootste terugkeer. Het zijn alvast niet de bars van ‘For the love of New York’ die het gaan doen. En die andere New Yorkse ster, Pop Smoke? Zoals alles dat nog verschijnt van hem de laatste tijd: good, not great. Overleden rappers kunnen nu eenmaal hun teksten niet meer herschrijven.

Verdere hoogtepunten zijn ongetwijfeld ‘GNF’ en ‘Epidemic’, niet toevallig nummers die al op voorhand gelost waren. Helaas verandert niet alles wat hij aanraakt in goud. Nummers als ‘So real’, ‘Party lyfe’ met DaBaby en ‘Go part 1’ met G Herbo weten zich niet boven de middelmaat uit te trekken. Niet verwonderlijk, gezien het album toch wat aan de lange kant is. Desondanks kunnen we niet klagen. De rauwe kant van ‘Die a legend’ lijkt definitief weg, maar waar Polo G op ‘The goat’ in uitblonk, doet hij nu nog beter op ‘Hall of fame’: goede Chicago drill maken met een stevig gevoel voor hitpotentieel.