Protomartyr sluit geen compromissen op ‘Relatives in descent’

door Martijn Bas

Als het gaat over relevante postpunk, moeten we het tegenwoordig vooral zoeken aan de overkant van de Atlantische Oceaan: Ought, Protomartyr, Preoccupations (of Viet Cong voor wie wil)… Deze groepen uit de VS en Canada opereerden de afgelopen jaren op een uitzonderlijk hoog niveau. ‘The agent intellect’ uit 2015 was Protomartyr’s aandeel hierin en zette een nieuwe (hoge) maatstaf voor de band. Nu de opvolger in de rekken ligt, zijn de verwachtingen uiteraard hoog; kan het viertal uit Detroit ‘The agent intellect’ overtreffen? Wel, ‘Relatives in descent’ komt alleszins in de buurt, en is ondanks de overstap naar het grote indie-label Domino het minst toegankelijke werk van de band.

Voor de opnames van hun vierde langspeelplaat werkten de heren samen met producer Sonny DiPerri (Dirty Projectors, Animal Collective) en spendeerden ze meer tijd dan ooit tevoren in de studio. Dat merk je vooral aan de productie die elk instrument de aandacht geeft die het verdient : is het nu een vlijmscherpe uithaal van de Greg Ahee’s gitaar, of Scott Davidson’s ronkende bas die dwars door de geluidsmix snijdt. Elk instrument is duidelijk gedefinieerd, in tegenstelling tot eerdere albums. Dat dit Protomartyrs meest gebalde werk is tot nog toe komt dan ook niet als een verrassing.

Een naargeestige track als ‘Windor hum’ – handelend over het mysterieuze, zoemende geluid dat inwoners van Windsor teistert – hakt er genadeloos hard in bij momenten. Hetzelfde geldt voor de compromisloze albumopener ‘A private understanding’, dat tot het beste werk van de band behoort. De tegendraadse drums, Joe Casey’s droge parlando en de gelaagde aanzwellende gitaren in het epische slot maken het een prima afsluiter – deze bende uit Detroit opent er echter mee … En het werkt.

Naadloos volgt het rammelende ‘Here’s the thing’ – een meer typisch Protomartyr-nummer waarin Casey als een dronkaard zijn gal spuwt en de invloeden van The Fall duidelijk komen bovendrijven. Casey is niet de beste zanger, maar levert zijn lijnen wel met de nodige overtuigingskracht en charisma. Vaak heeft hij het over ‘fake news’, ‘leugens’ of ‘waarheid’ die duidelijk een rode draad vormen op deze verder behoorlijk cryptische plaat. Dat de groep allesbehalve voorspelbaar is en lak heeft aan conventionele songstructuren, bewijst de tweede uitstekende single ‘My children’, waarvan de dreigende intro geleidelijk aan transformeert in een catchy, uptempo rocknummer.

Naarmate het album op z’n einde loopt, laat de band wel enkele steken vallen. Zo voelen ‘Male plague’ en ‘Corpses in Regelia’ namelijk aan als opvulling. Die songs teren tenminste wel nog op een melodie, wat je helaas niet kan zeggen van het vermoeiende ‘Up on the tower’. Die kleine misstapjes worden vereffend door ‘Night-blooming cereus’ en ‘Half sister’. Op die eerste track wagen de heren zich aan een klein stapje op dark-wave territorium, terwijl het laatstgenoemde nummer de plaat op een dramatische noot laat eindigen (“truth is a half-sister, and she’s trying to reach you”).

Protomartyr maakt geen ‘mooie’ muziek die je gezellig even opzet wanneer er vrienden op bezoek komen. Zowel Casey’s praatzang en het instrumentale venijn grijpen je namelijk naar de strot en maken deze langspeler best een harde noot om te kraken. Wie volhardt, heeft wel een ruwe postpunk-diamant om te koesteren. Perfect is ‘Relatives in descent’ zeker niet – avontuurlijk en intens des te meer. Ought en Preoccupations gaan uit hun schelp mogen komen.

Op 21 november stelt Protomartyr zijn nieuwe plaat voor in de Rotonde van de Botanique (info & tickets).