Purity Ring brengt met ‘Womb’ een album zonder hartslag uit

door Frederik Laurens

De band die met debuutalbum ‘Shrines’ bestempeld werd als de toekomst van de popmuziek wijkt op ‘Womb’ niet af van de eigen, platgereden paden. Met dit album brengen Corin Roddick en Megan James een verzameling nummers uit die fans van het duo wel zullen smaken maar daarbuiten niet al te veel extra zieltjes zal winnen.

Het goede nieuws is dat er op deze plaat geen enkele vreselijke song staat. Het duidelijke contrast tussen de vaak donkere lyrics van James en de dromerige, lieflijke synths van Roddick kan wel degelijk interessant zijn. Goede voorbeelden daarvan zijn opener ‘rubyinsides’ en iets verder ‘I like the devil’. Vooral op die laatste werken de rommelende bassen en de vervormde synths goed in tandem met de evocatieve teksten van James. Lyrics als “Mother laid her elbows on the bed/ Whispering the wishes to the threads/ Weaving in the weight of all our dread/ Wiping up the stains of our regret” roepen zowel beelden op van een biddende moeder die haar wensen in het garen van het bed fluistert als van de drie schikgodinnen uit de Griekse mythologie.

Het slechte nieuws is dat er ook geen enkele uitzonderlijke song te vinden is op ‘Womb’. De enige die zijn kop boven het maaiveld steekt is ‘I like the devil’, en die is alweer voorbij voor hij goed en wel begonnen is. Voor de rest kabbelt het hele album rustig voort. Daarin zit meteen ook het grootste nadeel van de derde worp van Purity Ring. Nummers zoals ‘pink lightning’ ‘peacefall’, en ‘femia’ gaan geruisloos in elkaar over zonder noemenswaardig anders te klinken.

Dat is grotendeels te wijten aan hoe James zingt. De combinatie van haar onschuldige kinderstem met de suikerzoete beats zorgt voor erg weinig reliëf in de nummers – terwijl bijvoorbeeld ‘silkspun’ met teksten als “Death is a measure/ lay me forever/The world is on my back/ I’m staring into blackness” juist vraagt om een emotionelere vertolking. Zonde, want de lyrics van James hebben wel degelijk kwaliteit. Het feit dat ze allemaal op dezelfde uitdrukkingsloze manier gezongen worden, zorgt er echter voor dat ze niet blijven hangen.

Op dit album horen we een band die op veilig speelt door in de eigen muzikale zandbak te blijven graven. De diepe bassen en interessante soundscapes die zijn debuut ‘Shrines’ nog de nodige dreiging meegaven zijn hier grotendeels afwezig. Het resultaat is een weinig aangrijpend popalbum. Wie zich ooit heeft afgevraagd hoe een schilderij van Bob Ross zou klinken, krijgt met ‘Womb’ een eentonig antwoord op die vraag.