Real Estate wiegt zichzelf in slaap op ‘The main thing’

door Mattias Goossens

Zo’n tien jaar lang was Real Estate de vaste leverancier van dromerige indierock die geruisloos voorbij schuifelt, maar altijd wat catchy weerhaakjes had.  Was, want op vijfde album ‘The main thing’ schiet enkel nog geruisloosheid over. Het Amerikaanse vijftal rond Martin Courtney kan de breuk met gitarist Matt Mondanile niet creatief opvangen, met een afgewassen album als gevolg.

Het is bijna een prestatie om gezien de woelige omstandigheden met zo’n eenvormig en onopvallend album naar buiten te komen. De release van vorige plaat ‘In mind’ werd nog overschaduwd door het ontslag van mede-oprichter en gitarist Matt Mondanile, die door verschillende vrouwen beschuldigd werd van ongepast gedrag. Een donderslag bij heldere hemel voor fans van Real Estate, wiens meest ophefmakende wapenfeit tot dan het uitbrengen van een zelfgetiteld debuut in volle economische (vastgoed)crisis was. Mondanile werd vervangen door jeugdvriend Julian Lynch, die welgeteld één nummer mocht schrijven. ‘Also a but’ is meteen het langste nummer van de plaat en maakt het moeilijk om een geeuw te onderdrukken.

Op ‘The main thing’ doet Real Estate niets anders of beter dan op eerdere albums, en dat begint stilaan problematisch te worden. ‘The main thing’ duurt ruim tien minuten langer dan de voorganger, maar heeft niets meer te bieden. Geen herkenbaar gitaarlijntje als ‘Darling’, of als we verder teruggaan ‘Talking backwards’ en ‘It’s real’. Daar zit het vertrek van Mondanile ongetwijfeld voor iets tussen, en het zorgt ervoor dat de band op ‘The main thing’ als een afgeleefde versie van zichzelf klinkt. Van de experimenteerdrang die volgens de band aan de basis ligt voor dit album is weinig te horen.

Vooruitgeschoven single ‘Paper cup’ doet moedig z’n best en valt vooral op dankzij de strijkersarrangementen, extra percussie en gaststem van Amelia Meath (Sylvan Esso). Wat later is ook ‘November’ een uitblinker die we graag op een compilatie-cd’tje voor zomerse roadtrips zouden branden. En in het titelnummer zit een goeie riff die aangevuld wordt met een wel erg korte solo. Helaas zijn die opflakkeringen te schaars. Het merendeel van de nummers blinkt uit in middelmatigheid en herhaling. ‘Shallow sun’ klinkt als een matig b-kantje uit het ‘Days’-tijdperk, en ‘Friday’ zorgt ervoor dat je na een lange werkweek zeker niet uit je zetel geraakt om het weekend in te zetten. In het korte ‘Sting’ worden house-keys gerecycleerd zonder dat nummer ergens heen gaat, en instrumentale afsluiter ‘Brother’ klinkt als een jamsessie waar geen tekst voor gevonden werd.

Niemand zal geïrriteerd raken wanneer ‘The main thing’ in de achtergrond speelt, al zal het evenmin een memorabele soundtrack zijn. Het echte main thing is hier eentonigheid, en dat is dodelijk voor een band die sowieso al niet het meest uitgesproken geluid heeft. Het maakt van dit vijfde Real Estate-album de herhalingsoefening te veel.