Róisín Murphy walst de dansvloer op met ‘Róisín machine’

door Eva Gutscoven

De laatste vijf jaar lijkt Róisín Murphy zich op een meanderend pad richting de dansvloer te bevinden met de albums ‘Hairless toys’ (2015), ‘Take Her Up to Monto’ (2016) en vier 12”-discs (2018). Haar vijfde soloworp ‘Róisín Machine’ combineert oudere singles (‘Simulation’ zag al acht jaar geleden het daglicht en ‘Jealousy’ werd reeds in 2015 uitgebracht) met nieuwe werk. Ondanks het onderlinge leeftijdsverschil van de nummers, mengen ze zich probleemloos samen tot één extended dj-set-versie. Haar samenwerking met houseproducer Richard Barratt (aka Crooked Man/DJ Parrot) zit daar mogelijks voor iets tussen.

Een goede dj neemt tijd om te starten. De voormalige Moloko-frontvrouw weet dat ook: opener ‘Simulation’ duurt meer dan acht minuten. Deze slome en op veel herhaling gebaseerde opener – verwar dat niet met saai – gaat over in een zinderende a capella “I want something more”. ‘Shellfish mademoiselle’ breekt met de eerste drie nummers door een ontluikende bas, maar smoort ook hier eventuele dansbewegingen. Die krijgen in ‘Incapable’ wel een kans. Terwijl de kolkende beats tot uiting komen, volgen de woorden “Never had a broken heart / Never seen me fall apart / Haven’t got a broken dream”. Murphy maakt geen (pop)machine, ze is het.

‘We got together’ rolt verder op het hoge tempo dat in ‘Incapable’ was aangestoken. Het is donkerder, krachtiger en heviger. Stemvervormers, galmende klanken en robotachtige synths dienen als een schijnbare oneindige brandstof. Het nummer ‘Murphy’s law’ doet de sfeer weer naar tijdloze disco glijden. ‘Game changer’ is een intiem rustpunt alvorens het pulserende ‘Narcissus’ en ‘Jealousy’ zich kunnen ontplooien.

Murphy’s machine is duidelijk geen benzine. De Ierse voert de spanning mondjesmaat op. Na een klein halfuurtje komt alles onder stoom, en zet ze elk ventieltje in werking voor een wervende dansvloer met ‘Incapable’, ‘We got together’ en ‘Jealousy’ als ijkpunten. Connectie met iemand anders lijkt ze moeilijk te vinden (“It’s Murphy’s law, I’m gonna meet you tonight / Just one match could relight the flame / And just when everything is goin’ alright / All my hard work goes down the drain”), maar haar aanleg voor levensvatbare discobeats is met ‘Róisín machine’ officieel beklonken.