Ruby Haunt vlijt zich dicht tegen je aan met het melancholische ‘Tiebreaker’

door Mattias Goossens

Sinds jeugdvrienden Victor Pakpour en Wyatt Ininns in 2015 Ruby Haunt vormden hebben ze elk jaar minstens een album of ep uitgebracht. Een wereldwijde gezondheidscrisis verandert niets aan dat arbeidsethos, want met ‘Tiebreaker’ is het duo toe aan z’n vijfde plaat

Ruby Haunt specialiseert zich in stemmige, minimalistische indierock die op internetfora steevast als sadcore gelabeld wordt. Een spaarzame gitaar of piano in combinatie met dromerige synths en de kalme zangstem van Ininns vormen de basis van quasi elk nummer, en daar komt op ‘Tiebreaker’ geen verandering in. Het maakt dat de muziek van het duo ideaal is voor wie deze zomeravonden al eens graag melancholisch voor zich uit staart in afwachting van de terugkeer van Duyster – toch iets positiefs dat 2020 voortbrengt. We tippen graag single ‘Avalon’ voor de eerste uitzending.

Het siert de vrienden dat ze alles nog steeds in eigen beheer doen. Dat maakt dat ze doorheen de jaren geen grote, maar wel een trouwe schare fans rond zich hebben verzameld én dat ze trouw blijven aan hun eigen creatieve idealen. Met een gemiddelde nummerlengte van vijf minuten geven de twee hun nummers ook alle ruimte. Geen bombastische pogingen om de aandacht te grijpen, geen plotse stijlbreuken en geen al te melige passages: ‘Tiebreaker’ is wederom een consistente brok weemoed, al laten de opgewekte piano en de synthmelodie van ‘Prairie fire’ ook wat licht binnen. Uniformiteit hoeft geen probleem te zijn: vraag dat maar aan fans van Cigarettes After Sex.

Met ‘Tiebreaker’ heeft Ruby Haunt opnieuw een fluisterplaatje gemaakt, eentje dat je spaarzaam wilt beluisteren wanneer het buiten begint te schemeren. Een klein plaatje dat zich graag dicht tegen je aanvlijt als je het de kans geeft.