Sault zalft muzikaal met harde en acute boodschappen op ‘Untitled (rise)’

door Eva Gutscoven

Wie terugkijkt op het jaar 2020, herinnert zich George Floyd, de Afro-Amerikaan die op 25 mei tijdens een arrestatie om het leven kwam. Onnodig politiegeweld en etnisch profilering gebeuren nog te veel. Sault, een collectief dat werkt met een anonieme constellatie van bandleden (onder meer de Britse producer Inflo, zangeres Cleo Sol en rapster Kid Sister worden hieraan gelinkt), onderschrijft dat met ‘Untitled (rise)’. Het album is niet alleen een ode aan verdraagzaamheid en het zwart-zijn is, het legt daarnaast heel acuut – maar nooit beoordelend – maatschappelijke groeipijnen bloot en mikt het ook nog eens probleemloos op de benen.

Het album kwam schijnbaar uit het niets (maar doet het dat echt?) en volgde op het ook in dit jaar uitgebrachte ‘Untitled (Black is)’. Met dit tweeluik lijkt Sault, aanvullend op de 2019-platen ‘5’ en ‘7’, een cirkel rond te maken. En ze lijken koppig genoeg om het volgend jaar weer te doen, en het jaar daarna, totdat de onderliggende boodschappen binnendringen.

Op ‘Untitled (black is)’ vulde een vuist de zwarte albumhoes, bij ‘Untitled (rise)’ zijn dat twee handen die tegen elkaar rusten. Het is een beeld dat niet meteen sonisch tot uiting komt. ‘Untitled (rise)’ is niet zalvender of meer verbindend dan zijn voorganger. Ook Op ‘Rise’ is de hoop op (en het geloof in) verandering een belangrijk thema, zoals in opener ‘Strong’ bijvoorbeeld met de woorden “We’re moving forward tonight / Gotta fight, gotta fight” en “We will not let our minds be used in this wicked world / We will band together” in ‘The beginning & the end’.

Ondertussen worden we meegenomen in een Khruangbin-achtige trance (luister ‘Son shine’). Niet toevallig halen zowel Sault als het Texaanse trio hun mosterd bij groovende basgitaren, makkelijk verteerbare funk en Afrikaanse ritmes. Sault gaat hierin nog verder en experimenteert ook met dub en r&b. Daarnaast is Sault niet overgevoelige voor een dramatische touch en een viool of twee, drie, die het epos-gehalte de hoogte in duwt (bijvoorbeeld in ‘Fearless’ en ‘Rise’).

Weergaloos zalft de band zijn teksten met zijn muziek. In ‘Scary times’ wordt “Every time I see police, heavy cries / These are, these are, these are scary times” verzacht met een arsenaal aan strijkers. ‘Uncomfortable’ gebruikt velvetstemmen en funky synths voor “Why do you keep shooting us?”. Tijdens het vijftien nummers tellende album is er een glansrol weggelegd voor het slagwerk. In ‘I just want to dance’ geven kletterende trommels het tempo aan van je benen. Ook in ‘Street fighter’ zorgt de percussie voor een aanstekelijke punch.

“Rise, baby, rise / Keep your eyes clear / Keep your heart open today / As you navigate your world / It’s time to rise.” Sta op. Open je ogen. Hou je hart open. En luister naar Sault.