Shamir knipt op ‘Revelations’ de banden met zijn popverleden definitief door

door Hanne Craye

De bijna 23-jarige Amerikaan Shamir brak in 2015 door met het poppy album ‘Ratchet’, dat hier en daar een vleugje disco en een snuifje hiphop bevatte en unaniem met de loftrompet onthaald werd. Nummers als ‘On the regular’ en ‘In for the kill’ wonden touwtjes rond menige ledematen en creëerden probleemloos hordes dansmarionetten. Hij voelde zich echter in het keurslijf gedwongen, brak bijgevolg met zijn platenmaatschappij en loste eerder dit jaar de ep ‘Hope’. De lo-fi droompop fungeerde als levensgrote schaar die de band met het verleden onverbiddelijk moest doorknippen. Een halfjaar later verschijnt ‘Revelations’, dat verder op verkenning gaat op het pad dat door ‘Hope’ reeds was ingeslagen.

Toen we de plaat voor het eerst beluisterden, hadden we het haast onopgemerkte ‘Hope’ nog niet gehoord. Groot was dus de shock toen de intro van opener ‘Games’ zich een weg baande naar ons gehoororgaan; onvermijdelijk associeerden we die met beelden van zeemzoete reclamespots voor familieverzekeringen of bakboter zonder cholesterol – niet direct het soort connotatie dat gewenst kan zijn, lijkt ons. Als Shamir met zijn heel specifieke stemgeluid dan ook nog eens hoogtes verkent die beter onontdekt waren gebleven, wordt duidelijk dat het paard hier al struikelt, en dat terwijl het startschot amper gegeven is.

Verder zijn er heel wat melodieën die onhandig aanvoelen, alsof de muzikant telkens nét een halve tel te laat komt (de baslijn in ‘You have a song’). De sound doet bovendien heel lo-fi aan, wat in sommige gevallen een meerwaarde kan betekenen, zolang je er niet mee overdrijft. Dat laatste doet Shamir dus duidelijk wel: het gebrek aan professionaliteit op pakweg ‘Her story’ werkt zo storend dat het bijna klinkt als een gsm-opname van een band in het plaatselijke jeugdhuis die beter kan dromen dan musiceren.

Ongeveer halverwege gooit Shamir ons een reddingsboei toe: het vrolijke ‘Blooming’ overtuigt genoeg om de hele rit uit te zitten. De rechtdoorzee gitaarlijn, de in het rond dwarrelende pianonootjes en de vocals die hier wél onder controle gehouden worden, zijn een broodnodige verademing na de klungelige eerste helft. Achteraan de plaat maakt het geforceerd amateuristische mooi plaats voor een vollere, professionelere sound op bijvoorbeeld ‘Astral plane’ en ook de intieme afsluiter ‘Straight boy’ weet vooral door de kordate bas wel bij te blijven. Verder beginnen we na enkele luisterbeurten meer en meer te appreciëren hoe persoonlijk de plaat is: nadat hij gediagnosticeerd was met een bipolaire stoornis, was muziek voor hem een belangrijke uitlaatklep. Dat zie je ook op de platenhoes, waarop Shamir ontdaan is van ogen en mond. Op dat beeld spreekt en ziet hij misschien niet, maar dat gebeurt des te meer via zijn muziek – zijn nummers bevatten zijn boodschap en blik op de wereld.

Hoewel het einde op iets meer goedkeuring kon rekenen en de gewaardeerde intimiteit, zal ‘Revelations’ volgens ons geen plekje veroveren in de muziekgeschiedenisboeken. Het passe-partout gitaarplaatje maakt geen furore zoals ‘Ratchet’ dat indertijd wel deed – het wekt eerder een bitterzoete heimwee op naar ouder, dynamischer werk. We hebben er geen probleem mee wanneer een artiest een ommezwaai van 180° maakt in zijn genrepalet, zolang hij het niveau maar even hoog weet te houden. Dat is op ‘Revelations’ niet voldoende het geval.