‘Smote reverser’ van Oh Sees raast van begin tot eind

door Jelle Geuns

Voor wie de memo gemist mocht hebben: het geestesproduct van Amerikaan John Dwyer heeft wederom een naamsverandering moeten ondergaan. Het als voorheen gekende Thee Oh Sees, The Oh Sees, The Ohsees of Orange County Sounds, wordt de laatste twee jaar het meer beknopte Oh Sees betiteld. Het lijkt wel alsof Dwyer ons krankjorum probeert te maken, al slaagt hij erin ons onbehagen te sussen met een ijzersterk repertoire dat niet weet van ophouden.

Met de komst van het nieuwe ‘Smote reverser’ staat de teller ondertussen op eenentwintig langspelers, wat op z’n minst opmerkelijk te noemen is in een muziekcarrière die zopas twintig kaarsen uitblies. De geliefkoosde psychedelische garagerock krijgt deze keer zitplaatsen toebedeeld in de achterste coupés van een hogesnelheidstrein. De eerste klasse plaatsen zijn voorzien voor bedrijvige Krautrock en opgevoerde jazztonen. Laat je op ‘Smote reverser’ platwalsen door de Oh Sees Express, die in tegenstelling tot de NMBS zijn eindbestemming bereikt zonder enige vertraging.

Aan opstapplaats ‘Sentient oona’ wordt er niet te lang getreuzeld door conducteur Dwyer, doordat een strak geheel aan puike drumslagen, gillende gitaren en melodieuze hymnes de minimumsnelheid vastlegt.  ‘Enrique el cobrator’ doet er een serieuze schep bovenop middels een meer lijvige klankenmuur, waar de getrouwe garagerock en psychedelic worden bijgestaan door vingervlug orgelwerk. De seventies groove van single ‘C’ daarentegen zoekt de gulden middenweg op en kroont zich zodoende een van de hoogtepunten die ‘Smote reverser’ in voorraad heeft. Oh Sees laat met andere woorden een afgewogen indruk na in het begin van zijn jongste album.

Hevig gitaarwerk naar het vroege werk van Death From Above en een dubbele drumlijn maken single nummertje twee ‘Overthrown’ niet te stoppen, wat met gemak een van Dwyer zijn luidste creaties moet zijn. De opgefokte Krautrock hangt boven psychedelische walmen in ‘Last peace’, dat naar het einde toe gestaag wordt opgevoerd door een veelvoud aan percussie en toetsen. Het twaalf minuten durende ‘Anthemic agressor’ is echter de grootste aandachtstrekker. Onder sinistere geluidseffecten en gekunstelde riffs à la King Crimson gaat uptempo jazzpercussie schuil, wat geen reden geeft tot verslappen. Toch zijn die twaalf minuten een beetje te veel van het goede en verliest het zijn momentum.

Vanaf ‘Nail house needle boys’ keert Oh Sees terug naar het huismerk van de groep en worden de experimentele dwaaltochten teruggeschroefd. Hierin wordt eerlijke Americana omgeven door Californische tinten en milde vocals. ‘Flies bump against the glass’ gaat volledig instrumentaal op hetzelfde elan verder, waar spraakzame riffs en orgels het voor het zeggen hebben.

Oh Sees bewijst nog maar eens dat er nog altijd getapt kan worden van het vat aan psychedelische creaties. ‘Smote reverser’ telt net als velen van zijn voorgangers verscheidene producties die behoren tot het beste werk van de groep en Dwyer. Tot hun volste recht zullen ze echter nooit komen aangezien deze nummers bedolven worden onder constante lawines aan nieuw materiaal. Al met al is ‘Smote reverser’ een doorrazende trein die weet te bekoren met zijn nieuwe snufjes.

Oh Sees speelt 30 augustus in de Muziekodroom (info & tickets).