Sohnarr schrijdt gracieus door de Noorse vegetatie op ‘Coral dusk’

door Pieter Desaever

Na haar exit bij Balthazar twee jaar geleden richtte Patricia Vanneste haar blik op een soloproject. Terwijl ze zichzelf liet verdwalen in de Scandinavische natuur werd Sohnarr geboren. Met enkel een viool, een laptop en een microfoon in haar rugzak trok Vanneste door de Zweedse en Noorse landschappen van hut naar hut. Na twee maanden de indrukken van het natuurschoon te hebben geabsorbeerd, bracht ze haar debuutalbum ‘Coral dusk’ mee naar huis. Een plaat die leeft, zweeft en zich beetje bij beetje beheerst blootgeeft.

Ook al staat Sohnarr los van Vannestes werk bij Balthazar, toch valt de vergelijking moeilijk te ontwijken. Allereerst steunt haar vorige band net als Sohnarr op zweverige en poëtische teksten en melodieën. Toch  zoekt ‘Coral dusk’ duidelijk andere oorden op. Waar Balthazar liefst met zoveel mogelijk instrumenten speelt, houdt Sohnarr het eenvoudiger door zeer selectief basisinstrumenten te laten leiden. Een zuivere combinatie van piano, viool, zang en elektronische accenten stuwt de plaat strijdlustig maar beheerst vooruit.

Die strijdlust treedt al in de perfecte introductie ‘Ostmark’ naar voren. Het eerste nummer doet je zweven boven de Noorse vlaktes en de muziek laat de verbeelding zijn werk doen. Het voelt als de stilte voor de storm waarin Vikings hun schepen aanmeren en zich klaarmaken om het vasteland met wapperende baarden te bestormen. Daarnaast onthult ‘Ostmark’ door met alle gebruikte muziekelementen te spelen wat je voor de rest van de langspeler kan verwachten. Dezelfde overlappende instrumenten wekken een gelijkaardige dans door de Noorse vegetatie op in ‘11 10’. 

‘Radar’ geeft de plaat  tempo met vlugge ritmiek, korte tikken van de drum. Elektronische impulsen, zweverige zang, onweer op de achtergrond en een krachtig einde maken van het nummer de eerste waardige single van het album. Dat Vanneste zich op haar tocht door de Scandinavische vlaktes betoverd voelde, blijkt uit ‘The mermaids of Bergsjon’ waarin de samenwerking tussen viool en piano een bijna zeven minuten durend sprookje creëert. Ook ‘The road’ verwijst ongetwijfeld naar haar inspirerende tocht. Desondanks nemen hier de elektronische toetsen meer de bovenhand, wat de korte track futuristisch doet aanvoelen. 

Na het korte intermezzo volgt het wel heel lange ‘Playing hard to get’, een song die als adempauze dient voor hoogtepunt ‘Melomania’. Met het gepluk van de viool, een tikkend ritme, een warme stem en koele elektronische sprankels is de single de meest dynamische track op de plaat. Pal in het midden van ‘Melomania’ krijgen we daar nog eens een fantastische vioolsolo bovenop. Een track die in afwisseling met de eerder kabbelende nummers het album naar hogere sferen brengt. En net als de ideale intro vindt Sohnarr ten slotte de perfecte outro met ‘Tiptoe’, waarin fijn en gevoelig pianospel voor een zoete afsluiter zorgt. 

Sohnarr bewijst dat een soloproject serieus kan meevallen. Patricia Vanneste had, meanderend tussen de wonderen van Zweden en Noorwegen, niet alleen genoeg tijd om over een persoonlijk album na te denken, ze hééft er duidelijk ook over nagedacht. ‘Coral dusk’ is een simplistisch maar gelaagde langspeler dat het best tot zijn recht komt galmend door je oortjes of hoofdtelefoon tijdens een wandeling door het dichtstbijzijnde stukje natuur.