The Low Anthem doet weinig verrassends op ‘The salt doll went to measure the depth of the sea’

door Frederik Jacobs

Toen The Low Anthem twee jaar geleden uit haar comfort zone trad met de relatief experimentele vierde plaat ‘Eyeland’, wrong dat een beetje. Ook live was de folkband uit Providence onherkenbaar en het was zoeken naar die pure schoonheid van weleer. Met ‘The salt doll went to measure the depth of the sea’ keren Ben Knox Miller en co. terug naar hun roots – denk aan ‘What the crow brings’ en het magistrale ‘Oh my god, Charlie Darwin’. Dat recept blijkt echter niet langer een garantie voor succes.

Nochtans toont The Low Anthem dat het nog steeds bloedmooie songs kan schrijven. ‘River brine’ is zo’n zeldzame song die onvermijdelijk kippenvel en een krop in de keel veroorzaakt. Miller etaleert zijn indrukwekkende falsetto tijdens een adembenemende melodie, begeleid door de substielste percussie die je je kan inbeelden. Schoonheid in zijn puurste vorm, en een van de betere songs die de band ooit maakte. Ook in ‘Toowee Toowee’, ‘Gondwanaland’ en ‘To get over only one side’ werpt de frontman zich op als een teder verhalenverteller aan wiens lippen we maar al te graag hangen.

Helaas is niet de ganse plaat zo boeiend. Opener ‘Bone of sailor, bone of bird’ neemt de subtiliteit bijvoorbeeld zo serieus dat het oersaai wordt. Ook het integreren van electronica biedt geen soelaas (‘Drowsy dowsing dolls’, ‘The krill whistle their fight song’). ‘Give my body back’ is dan weer een popliedje dat helemaal tot de kern gestript is, waardoor het refrein nogal leeg gaat aanvoelen. Lijnrecht daartegenover staat het met prullaria volgepropte ‘Cy Twombly by the campfire’, waarvan enkel de regenachtige soundscape blijft hangen.

Met ‘Dotwav’ krijgen we gelukkig nog een snoepje om de smaak van deze bittere pil te verzachten. De korte ambientsong prikkelt de oren met perfect geproducete sounds en kietelt het gemoed met haar dromerigheid. Zo blijkt dat The Low Anthem wel degelijk kan experimenteren met electronica. Toch blijven de Amerikanen het boeiendst wanneer ze doen waar ze het best in zijn: pure, melancholische folk maken. Op ‘The salt doll went to measure the depth of the sea’ kruisen helaas twee lijnen die in dit geval beter parallel waren blijven lopen.