The Melvins – Hold it in: stuitert vele kanten op

door Pieter Malliet

The Melvins doen al jaren halsstarrig hun eigen zin, houden rekening met platenfirma noch publiek, schuwen het onverwachte niet en laten met geregelde tussenpozen absurditeit de bovenhand halen, waardoor ze absolute meesterwerken wel eens durven afwisselen met teleurstellingen. Als ze op de koop toe enkele leden binnenrijven van de psychedelische noisepunkers Butthole Surfers die voor de niet-lsd-trippende medemens flink incoherent uit de hoek kunnen komen, stellen we ons voor dat menig fan zich het resultaat niet blindelings gaat aanschaffen. Wie vreest voor een herhaling van het quasi onbeluisterbare ‘Prick’ stellen we evenwel meteen gerust: de mix van punrock, metal, ambient, country en zelfs een streepje freejazz die we op ‘Hold it in’ tegen komen leunt immers eerder aan bij toppers als ‘Stoner witch’ en ‘Stag’ – zij het stilistisch wat minder samenhangend dan die eerste en in een iets punkeriger, meer lo-fi productioneel jasje dan die tweede.

Door het op voorhand lossen van de karakteristiek bezwerende, gedowntunede metalrockers ‘Bride of Crankenstein’ en ‘Seame Street meat’ gaven de grunge-, stoner- en sludgepioniers bovendien zelf al aan in welke richting ze het nieuwe album liefst geanticipeerd zagen, en terecht. Op het vocoder effect van ‘You can make me wait’ na, duurt het immers tot het vierde nummer vooraleer de eerste uitgesproken sound- en noisescapes opduiken. Ook al gaat het viertal muzikaal weliswaar regelmatig de experimentele tour op, onderstrepen ze hun ingebakken weirdheid deze keer vooral via de songtitels die een uiting lijken van haast kinderlijke ongein. Wat bijvoorbeeld te denken van ‘Onions make the milk taste bad’, ‘Brass cupcake’ en, last but not least, ‘Piss Pisstoferson’?

Terwijl bassist JD Pinkus niet echt opvalt, en zijn taak dus prima vervult, voegt die andere nieuweling Paul Leary wel enkele accenten aan de typische Melvins sound toe, al is het maar dat hij af en toe een zangpartij voor zijn rekening neemt. Verder vult hij Buzzo’s heavy gitaarpartijen aan met hoognoteriger werk, hetzij in de vorm van snerpende solo’s, ongecontroleerde noiseuitbarsting of schrille aanvullingen op de riff. Zoals Buzz Osborne en Dale Corver het graag hebben zorgden beide Butthole Surfers er mee voor dat ‘Hold it in’ zowat alle kanten opstuitert, gaande van een slepende dreiging over catchy toegankelijkheid naar psychedelisch vervoering.

Volledig terecht verdienden The Melvins een erg lijvige voetnoot in de annalen van de muziekgeschiedenis, al lijken ze hier de laatste jaren niet echt meer iets aan toe te voegen. Dat hun sturende rol reeds een tijdje uitgespeeld blijkt zal de Amerikanen evenwel worst wezen. Inherent spelplezier en een verbeten underground mentaliteit zorgen ervoor dat we ze nog wel een heleboel zonder meer prima albums, zoals dit ‘Hold it in’ er ook één is, op de wereld los zien laten.

The Melvins website

Album verdeeld door Ipecac