The Strokes – Comedown Machine: wederopstanding

door Nicolas D'Exelle

Een nieuw Strokes-album is altijd iets om naar uit te kijken. Sinds het inmiddels twaalf jaar oude debuut ‘Is This It’ in 2001 zowat het gehele muzieklandschap een flinke stamp in de maag verkocht, blijven we keer op keer wanhopig wachten op dat nieuwe meesterwerk. ‘Comedown Machine’ is inmiddels de vijfde worp van Julian Casablancas en zijn kompanen, en inderdaad, ook ditmaal kan ons enthousiasme op voorhand niet getemperd worden. Dat het wisselvallig onthaalde experiment ‘Angles’ omwille van een meer poppy geluid niet in goede aarde viel bij de grote massa fans, verandert daar niets aan. En wat dan nog? Fuck it, moeten de heren gedacht hebben. Nieuwste worp ‘Comedown Machine’ gaat voor een groot deel namelijk verder waar ‘Angles’ bleef hangen. Hoeft dat per se een slechte zaak te zijn?

Niet echt, stellen we vast. Nummers als ‘Tap Out’ en ‘Welcome To Japan’ – What kind of asshole drives a lotus? – zijn daar het levende bewijs van. Een dansbare groove, staccato gitaren en het typerende rauwe stemgeluid van Casablancas laten je met plezier heen en weer bewegen. Denk ‘Machu Picchu’, denk ‘Angles’. Ook het op voorhand vrijgegeven ‘One Way Trigger’, inclusief falsetstem, groeit langzaam uit tot een meezinger. Dacht je aan A-ha? Wij ook, maar niettemin een song van formaat.

Dat we hier te maken hebben met een lekker 80’s-sausje krijgen we ook te horen in ‘Chances’, waar Casablancas bewijst ook werkelijk een goede zanger te zijn. Een nogal atypisch, gevoeliger Strokes-nummer dat lichtjes balanceert op de grens tussen melancholie – falset, jawel – en experiment. Op hoogtepunt ‘Happy Ending’ laat Casablancas weten zich niets meer aan te trekken van criticasters: “Say no more, we don’t believe anything. Teenage angst, I only know”. Pure pop met een van de meest aanstekelijke refreinen die de New Yorkers ooit hebben voortgebracht. Tja, wat kunnen we nog meer verwachten?

Denken aan je fans van het eerste uur, bijvoorbeeld. Old school Strokes horen we terug in single ‘All The Time’ en ‘50/50’, waar het scheurkanaal nog eens stevig wordt opengetrokken. Dat we daar allerminst rouwig om zijn ligt voor de hand, al voelen deze – overigens puike nummers wat raar aan binnen de context van het album.

De nieuwe richting die The Strokes lijken aan te houden mag dan wel een pak minder in your face zijn, toch bewijzen ze met ‘Comedown Machine’ een sterke en voornamelijk poppy plaat af te leveren. Dit werkstuk is vast en zeker toegankelijker dan zijn voorganger, maar geeft ook pas na verloop van tijd zijn geheimen prijs. En laten we eerlijk zijn, zijn dat meestal niet de spannendste albums?

The Strokes hebben momenteel nog geen concertdata gepland.

Website The Strokes

Album verdeeld door Sony Music