These New Puritans gaan voor fijnzinnige dramatiek met ‘Inside the rose’

door Pascal Vandenberghe

Als je naar de redelijk spaarzame output van These New Puritans over de laatste decennia luistert, hoor je drie radicaal verschillende albums die evengoed van drie verschillende bands konden zijn. ‘Beat pyramid’ leunde met korte, directe songs nog dicht tegen hun postpunkroots aan, zij het met een J Dilla-insteek. Op ‘Hidden’ verraste het toenmalige viertal met wijds georkestreerde composities en viscerale drums. Op ‘Field of reeds’ verdween de percussie dan bijna volledig en gingen de Britten met complexe anti-pop Talk Talk achterna.

Daarmee gaan enkele interne verschuivingen binnen de band gepaard. Keyboardiste Sophie-Sleigh Johnson vertrok in 2012, bassist Thomas Hein in 2016 en jazz-zangeres Elisa Rodriguez deed enkel mee op ‘Field of reeds’. Desalniettemin zijn die scherpe koerswijzigingen nog steeds vooral te danken aan de curiositeit van bezielers Jack en George Barnett, die van grenzen verleggen hun vak gemaakt hebben. Het gekke is echter dat, nu de broertjes er voor album nummer vier alleen voor staan, ze voor het eerst niet echt ànders klinken – wat op zich weer onvoorspelbaar is.

‘Inside the rose’ leunt namelijk een stuk dichter aan bij de sound van voorganger ‘Field of reeds’, dan hoe laatstgenoemde zich op haar beurt tot ‘Hidden’ verhoudt. De gevarieerde instrumentatie gaat ook hier samen met een meticuleus georkestreerde fonkeling waardoor nodeloze bombast – gelukkig – ver uitblijft. In plaats daarvan gaat het duo voor een dramatiek van een fijnzinniger soort, waarbij doorheen de complexere composities de spanningsboog niet slapper wordt.

‘A-R-P’ en afsluiter ‘Six’ mogen dan wel statisch zijn, de nummers brengen nog steeds ‘Field of reeds’-gewijs een mystieke elektriciteit in de lucht. Het neerslachtige ‘Where the trees are on fire’ vervat door die trage opbouw ook treffend de catharsis van het heengaan – of het besef ervan: niet te snel, geen uitbarstingen, wél dynamisch. Zelfs de vrij plotse operastem in ‘Beyond black suns’ komt veel meer als een natuurlijke ontwikkeling dan als een verrassing.

Een duidelijke breuk met ‘Field of reeds’, is dat nu net die dynamiek terug meer de kop opsteekt. Niet op de militaristische manier vanop ‘Hidden’, maar wel met een gelijkaardige schwung. De percussie in de Steve Reich aandoende opener ‘Infinity vibraphones’ doet je van meet af aan opveren. Het geeft het zwaarmoedige karakter (“Let’s go back to the underworld / Let’s go back inside”) een bedrieglijk lichte touch die in een snijdende spanning wordt omgezet in het grauwe ‘Anti-gravity’. Dat drumwerk maakt van ‘Into the fire’ tevens een duizelingwekkende mokerslag, bijgestaan door Jacks dromerige zang lijkt dat vuur een paradijs waar je niet snel genoeg kan zijn.

Daarnaast wordt de melancholiek van ‘Inside the rose’ verlicht door hier en daar te flirten met popstructuren. Het is op die manier dat ‘Anti-gravity’ en het broeierige titelnummer je meezuigen voor ze je volledig wentelen in hun zwaarmoedigheid. These New Puritans’ droefgeestige lokroep is er van in het poppy begin, maar de striptease van het vuur waar zo vaak naar wordt verwezen verloopt doorheen de florerende composities telkens traag, elegant en sensueel. En zo maakt de groep op hun manier ook pop zich eigen.

De Barnetts gaan dit keer op ‘Inside the rose’ niet voor een drastische ommezwaai. Ze kiezen ervoor om hun sound uit te puren. Het pittige karakter van ‘Hidden’ versmelten ze met de cinematische magie van ‘Field of reeds’. Dat maakt uiteindelijk van ‘Inside the rose’ op zichzelf een quasi volmaakte synthese van het DNA van These New Puritans. De band schreeuwt haar evolutie niet, noch schuwt ze die. Het experiment en hoe de broers hun eigen grenzen verder schuiven gebeurt subtiel en stijlvol, en toch met een onversneden drang naar avontuur.

These New Puritans stelt ‘Inside the rose’ voor in de Botanique op 4 april (info & tickets).