Tijdloos genieten op ‘Bird Songs of a Killjoy’ van Bedouine

door Guillaume De Grieve

Azniv Korkejian, Bedouine op het podium, is al enkele jaren verantwoordelijk voor de warmste folk van Los Angeles en verre omstreken. De in Syrië geboren zangeres doet op haar tweede album ‘Bird songs of a killjoy’ het kwik opnieuw de hoogte in schieten. De strijkersarrangementen (door Trey Pollard) echoën Nick Drake, maar haar zangstijl doet eerder denken aan Joni Mitchell of Karen Dalton. Referenties naar de vroege jaren zeventig kunnen zich dan ook makkelijk opstapelen, wat niet betekent dat Bedouine gedateerd klinkt. En daar zit – net zoals op haar debuut uit 2017 – de verfijnde productie van Gus Seyffert (Beck, Norah Jones) zeker voor iets tussen. Hij slaagde erin om een vertrouwde klankwereld te creëren die heel fris aanvoelt. Bedouine omringde zich ook met enkele sessiemuzikanten van Beck’s entourage: gitarist Smokey Hormel (Adele, Tom Waits) en drummer Joey Waronker (Roger Waters, Paul McCartney). Kortom, een absoluut topteam achter een album met de kernadjectieven dromerig, nostalgisch en vredig.

Natuurlijk staat Bedouine’s songwriting en tijdloze stem centraal. Zachtjes zet ze met “one two three” het album in op ‘Under the night’. Wat volgt in de komende 41 minuten is pure schoonheid. Sommige nummers zoals ‘Sunshine sometimes’ en ‘When you’re gone’ klinken optimistischer dan ze in werkelijkheid zijn. “It’s not sunshine sometimes, you’re still on my mind,” zingt ze in eerstgenoemde dat uiteindelijk met een melancholisch motiefje op klarinet overgaat in ‘When you’re gone’. Gitaargetokkel wordt ondersteund door strijkers en blazers met bijrollen voor de elektrische Nashville gitaar en melodietjes op synths. Boven dit breed klankenpalet klinkt Bedouine’s stem zelfzeker en geruststellend. In het refrein van ‘One more time’ worden we door een onbekende zwaartekracht helemaal in het nummer meegetrokken. “One more time I’m gonna set you free, one more time I’m gonna let you be”.

Zoals de albumtitel ‘Bird songs of a killjoy’ al aangeeft, zijn verwijzingen naar vogels een rode draad doorheen de twaalf songs. “Killjoy” betekent trouwens iemand met een rebels karakter. Bedouine breekt niet bepaald grote potten, maar overtuigt ons wel op ‘Bird’, een intieme ballad die opnieuw mooi overgaat in het volgende nummer. Op ‘Bird gone wild’ vertelt ze over haar hectische reis die ze als kind met haar ouders maakte van Syrië naar Saudi-Arabië en dan – dankzij het winnen van een Green Card – naar de VS. “Crossing the Atlantic, a dream over the tide (…) I’m beating ‘round a cage like a bird gone wild”. Er wordt verder gefladderd op ‘Hummingbird’ waarin ze plaats maakt voor enkele filmische instrumentale delen.

Bedouine stapt ook even uit haar comfortzone en kan zo ons verrassen op het met bossanova doorspekte ‘Dizzy’ waarin zelfs de gitarist even vrij spel krijgt. Bedouine slaagt erin om ons te doen duizelen in een voorzichtig sensueel nummer en dat is behoorlijk onverwacht. ‘Matters of the heart’ laat ons dan weer met conga’s, een drone-effect en de speelse synthmelodie heen en weer wiegen, de zonsondergang tegemoet.

Bedouine brengt een ode aan de plek waar ze veel muzikanten ontmoette in Los Angeles op het fijne ‘Echo park’. We kunnen niet anders dan haar geluk delen. Alsook op ‘Tall man’. Bedouine zingt monotoon en licht mijmerend maar wordt omarmd door (opnieuw) een zeemzoet strijkersarrangement.

We zouden nog een alinea kunnen wijden aan het feit dat we vernieuwing zoeken in nieuwe muziek, maar we zijn Bedouine nu eenmaal nog lang niet beu gehoord. ‘Bird songs of a killjoy’ is meeslepende, dromigere folk. Een soort erfgoed dat nog steeds kan verrassen in haar schoonheid. Bedouine bewijst bovendien het label van “meest beloftevolle songwriter” waar te maken. Tot binnenkort, Azniv.

Bedouine speelt op 10 september 2019 in de Botanique. Een paar dagen later is ze ook te zien op Leffingeleuren op 15 september.