Tommy Genesis weigert jouw speeltje te zijn op haar zelfgetitelde debuut

door Simon Hendrickx

Sinds 2015 begeestert Tommy Genesis de muziekwereld met haar intrigerende persona. Wie is ze? Wat is haar motivatie om muziek te maken? En misschien het grootste mysterie van al: hoe oud is ze? Het is drie jaar later. Een ep en een handje singles zijn gepasseerd en Genesis vuurt haar debuut op de wereld af. En afvuren is wat ze doet. ‘Tommy Genesis’ brings the heat met een randje emotie en we snakken naar meer.

Vierenvijftig seconden duurt ‘God sent’, de intro van het album. Op de tonen van wat lijkt op een xylofoon steekt Genesis van wal. Het zijn die vierenvijftig seconden die Tommy Genesis nodig heeft om de luisteraar recht te krijgen en te doen dansen. Het geeft een korte, krachtige glimp van wat de lp je zal aanbieden: club bangers waarvan de dreunende bassen je fysiek zullen uitputten. Het gaat naadloos over in ‘Rainbow’, een ontspannen rapnummer begeleid door een trapbeat waarin Tommy zichzelf zonder schroom vergelijkt met God en als je het met God wil doen, dan moet je geld hebben. Want zij is niet het meisje waar je mee kan doen wat je wil: “You gon’ like the pussy, but I ain’t no pussy” zingt ze onverschillig, een rode draad doorheen de eerste helft. Genesis hemelt haar edele delen op, claimt haar vrouwelijkheid en doet dit op een manier die entertaint, net doordat ze zo afschuwelijk rechtuit is. Dat allemaal begeleid door een trapbeat zo zwoel, dat ze Migos het nakijken geeft.

Op ‘100 bad’, een ode aan alle bad bitches in de wereld, haalt Tommy Genesis Brits popfenomeen Charli XCX erbij. Een slim gekozen feature omdat XCX en Genesis enerzijds qua muziek erg op elkaar lijken: beiden hun muzikaal DNA is in computertaal geschreven. Anderzijds omdat ze allebei female empowerment erg hoog in het vaandel dragen. De twee zorgen voor een pretrit van drie minuten waar Genesis, hoe kan het ook anders, rapt over een man bevredigen. En Charli XCX neemt het in het tweede deel van haar over en uit haar liefde voor rondrijden in de stad. “They know racin’ is my fetish/So I vrooma vrooma vrooma” zijn leuke knipogen naar XCX’ eerste mixtape en label ‘Vroom vroom’.

Dat Genesis zo vaag is over haar leeftijd, creëert een extra dimensie in haar muziek. Ze rapt over seks, over “Daddy’s little geisha” zijn, heeft een heel suggestieve intro bij Daddy en dat allemaal terwijl ze eruitziet als een schoolmeisje van vijftien. Het is net in deze mystiek dat de grote kracht van Tommy Genesis schuilt. Ongeacht haar leeftijd, ongeacht haar onschuldige uiterlijk, mensen zullen haar blijven seksualiseren en objectiveren. In plaats van hier tegenin te willen gaan, grijpt ze deze objectivering bij de ballen en gaat er mee aan de slag: “Oh, wil je seks? Ik zal je seks en alles errond geven”. Het album telt twaalf tracks en de eerste zes zijn tot de nok gevuld met seksuele teksten en suggestieve geluiden. Het is alsof je als luisteraar bij Tommy in haar slaapkamer als toeschouwer kijkt hoe ze een man of vrouw de tijd van zijn of haar leven bezorgt, met ‘Play with it’ als climax van het hele schouwspel. Tommy Genesis jaagt seks de slaapkamer uit en spreidt het publiekelijk tentoon met muziek die je op de dansvloer wilt horen. Seks is louter nog een ingrediënt van het geheel in plaats van zelf het geheel te zijn.

In het tweede deel gooit ze het roer om. We leren een meer gevoelige kant kennen van de artiest die zo lang een scherm optrok over haar persoonlijk leven. Ze zingt over haar biseksualiteit, dat ze bij meisjes kan vinden wat ze bij jongens mist. Over haar twijfels in een relatie om dan zonder om te kijken verder te gaan. En al doende maakt ze een slim woordspelletje met “it’s naughty” en “it’s not enough”. Toch laat Genesis even echt in haar hart en zorgen kijken op ‘Drive’ en ‘It’s ok’. Het zijn breekpunten in een album gevuld met hevige beats die kant-en-klaar clubmateriaal zijn. De zware synths en beukende beats van de eerste helft worden gedeeltelijk vervangen door een gitaar. Het zijn deze adempauzes die van Tommy Genesis een persoon maken, in plaats van een welgevormd persona. Provocerende Tommy wordt even ingewisseld voor Emotionele Tommy.

Emotionele Tommy blijft niet lang hangen, na ‘It’s ok’ droogt ze haar tranen en gaat ze vastberaden verder. ‘Tommy’ is een ode aan zichzelf en niemand anders. Niemand kent de slaapkamer zoals Tommy, niemand praat of wandelt zoals Tommy. Een schitterend, passend contrast met haar twee voorgangers. Afsluiten doet ze met ‘Miami’, een mooie samenvatting van haar debuut. Of ze nu seks verkoopt, zichzelf verkoopt of haar hart voor een stukje aan de wereld toont, ze is en blijft Tommy Genesis. “I’m living my best life” zingt ze en dat is een zekerheid die uit haar eerste plaat af te leiden valt. Ze voelt zich vrij in de thema’s waarover ze zingt en weigert dat iemand haar een label durft op te plakken.

Tommy Genesis legt met haar debuut de fundering voor haar eigen wereld. Een wereld waarin ze alleen heerst en waar niemand haar zal zeggen hoe ze zich moet gedragen of welke versie ze van zichzelf moet zijn. Want wanneer je denkt haar gecategoriseerd te hebben, is ze al vijf stappen verder. Ze levert een slim in elkaar gestoken debuut af met nummers die naadloos in elkaar overvloeien en tegelijkertijd toch erg van elkaar verschillen, met op de correcte plek een adempauze. Genesis geeft dat waar ze vanaf het begin al op alludeerde: muziek om op te dansen en om jezelf, al is het slechts een half uurtje, in te verliezen.

Tommy Genesis speelt 24 februari in de Botanique (info & tickets).