Turnstile neemt zijn tijd op ‘Never enough’

door Sarah Van der Straeten

In hun ondertussen vijftienjarig bestaan is Turnstile nooit zo groot geweest als nu. Nadat ‘Glow on’ hen in 2021 naar ruimere bekendheid katapulteerde, had de hardcore omgeving er plots een paar supersterren bij. Hoe zouden ze daarmee omgaan? Niet, zo lijkt het. Vier jaar later doet de band uit Baltimore gewoon verder op hetzelfde elan. Ze kijken nog steeds met open vizier naar hoe hardcore eruit kan zien. Op ‘Never enough’ heeft Turnstile zeker geen last van de toegenomen belangstelling. Ze klinken zelfzeker en nieuwsgierig. Als zichzelf.

Op het gelijknamige nummer gaat ‘Never enough’ wijds van start. Zanger Brendan Yates brengt berustend “It’s never enough/ Never enough/ Never enough/ Love”, maar dat klinkt helemaal niet als een probleem. De opener is misschien wel een concentraat van alles dat nog volgt. Breed, emotioneel maar standvastig, een bewust traag einde. Tijd hoeft hier voor Turnstile niet voorbij te vliegen. Ze nemen die net om stil te staan. Een goede zet: de gevoeligheid stijgt en ze creëren meer ruimte om rond te kijken. De traagheid, waarmee bijvoorbeeld ‘Light design’ open bloeit vooraleer echt van start te gaan, geeft balans aan hun vierde album.

De band weet een zekere bedachtzaamheid uit te ademen. Zeker, er zitten ook gewoon energiepieken in waarin er geen tijd is voor gepeins, zie ‘Dull’ of ‘Birds’. Maar Turnstile weet te charmeren door te suggereren dat er meer achter zit. Het is niet zomaar wat samen gooien, geen achteloosheid. Ze klinken oprecht, waardoor ze met succes ver buiten de lijnen van hardcore kunnen kleuren. Hun nieuwsgierigheid houdt het interessant, wanneer blazers aanzetten op ‘Dreaming’ en een fluit ‘Sunshower’ een lieflijk randje geeft.

Sinds hun groeiende succes bleef Turnstile gewoon in Baltimore. Geen hippe verhuis naar LA, maar blijven waar ze groot geworden zijn. Het helpt hun charme ook vooruit. Hetgeen ze doen is in essentie niet veranderd. Hun muziek blijft even scherp en de teksten ook. “24 hours ain’t the day it used to be” op ‘Look out for me’ levert een glimlach op. Al bleef niet alles hetzelfde. Medeoprichter en gitarist Brady Ebert verliet de band in 2022. Meg Mills werd zijn vervanger. En met groei kwamen ook meer mogelijkheden. Yates wierp zich voor het eerst op als producer van de plaat, en regisseerde met gitarist McCrory alle videoclips die samen uitmonden in een film.

Doorheen ‘Never enough’ is er geen haast om tot de bestemming te geraken. “Time is happening / Devastatingly”, klinkt het melancholisch op ‘Time is happening’. De gitaren verzachten de feitelijkheid, maar echt droevig worden we er niet van. Yates en bij uitbreiding de hele groep weet een onderstroom van vertrouwen mee te geven. Je denkt nergens dat het echt niet meer goedkomt, al te donker wordt het nooit. En het vroege advies “You’re better off alone” (‘Sole’) verschuift passend op het snelle ‘Birds’ uiteindelijk naar “Finally I can see it/ These birds not meant to fly alone”.

Zo is ‘Never enough’ een hoopvol album geworden zonder vrolijk te moeten zijn. Het plaatje lijkt volledig en het klopt. Er is genoeg hardheid en punch. Er is zachtheid die overtuigt en er zit moois in het vanzelfsprekende waarmee Turnstile zichzelf is en blijft. Je moet geen pessimist zijn om hardere muziek te maken, hardcore kan ook licht zijn en zweven. Afsluiten doen ze met het poëtische ‘Magic man’, waar in die laatste “Oh, magic man” heel veel te vinden is. Is Turnstile zich zachtjes richting keurmerk aan het manoeuvreren? Zo ver zijn we nog niet. Maar voor nu, nu is het inderdaad nooit genoeg.

Turnstile speelt op 27 juni in de Ancienne Belgique, het concert is uitverkocht.