Van het kastje naar de muur met het debuutalbum van Weaves

door Romina Cucchiara

Wanneer platenlabel Buzz Records Weaves probeert samen te vatten, lezen we dat ze even moeilijk te categoriseren als te negeren zijn. Goed verkooppraatje, dat zeker, maar na een eerste luisterbeurt blijkt dat ze de waarheid spreken. Het Canadese Weaves komt met hun gelijknamige debuutplaat even tonen hoe divers een band ook weer kan klinken, en dat maakt ons blij.

‘HEY HALLO DIT IS WEAVES’. Zo komt openingsnummer ‘Tick’ binnen, als een introductie die ergens op een luid feestje in je oor geschreeuwd wordt, waarbij een paar druppels bier van de overenthousiaste nieuwe vriend op je kraaknette outfit belanden. De basklank is precies zwaar genoeg en zorgt samen met het schelle gitaargejengel voor een heerlijk 90s-gevoel. Uit onze databank voor vergelijking halen we spontaan The Breeders boven, minus het geruzie tussen zussen en een alcoholvrije bierverslaving uiteraard. Ook ‘Shithole’ zou door de zusjes Deal meer dan goedgekeurd worden. Hoewel je misschien spontaan aan de frontman van het Belgische Das Pop denkt bij het horen van de term ‘bent pop’, gebruiken de vier sloebers van Weaves deze benaming voor de verwrongen melodietjes en heerlijk vreemde opbouw van hun nummers. Verbogen popmuziek, er valt iets voor te zeggen.

Bij ‘Birds & bees’ wordt er bij ons heel even een herinnering getriggerd aan ‘Brain stew’ van Green Day uit 1995, maar daar moet je vooral niet te veel in lezen. Dit scheefgetrokken slackernummer is perfect om de aandacht even volledig op leadzangeres Jasmyn Burke te vestigen. Hoe heerlijk wanneer ze zoveel meer met haar stem doet dan enkel zingen. Net als Australische rockamazone Courtney Barnett verliest Burke zich hier volledig in het nonchalant dramatische gebruik van haar eigen stemgeluid, en dat kunnen we alleen maar toejuichen. Bij ‘Candy’ zit dat dramatische dan weer vervat in het gebruik van apocalyptische blazers en een heerlijke dynamiek. Er zit genoeg energie in dit nummer om heel Tomorrowland van stroom te voorzien (maar dat gaan wij hen niet vertellen).

Bij een nummer als ‘Coocoo’ horen we een onversneden popnummer dat garant staat voor gehuppel met een tote bag. Wanneer dat gehuppel dan soms veranderd in spastisch duwen en trekken weten we dat dit meer is dan een band die ‘leuke muziek’ maakt. De zomerse John Wizards-klank die het repetitieve refrein hier ondersteunt wordt op gepaste momenten lek geprikt door een bevreemdend ineenzakken van het nummer. Dat deze plaat redelijk schizofreen is wordt extra duidelijk bij het opeenvolgen van ‘Eagle’ en ‘Two oceans’. ‘Eagle’ doet denken aan Kimya Dawson en andere aaibare folkpop, voer voor de soundtrack van Juno met andere woorden. Met ‘Two oceans’ wordt alles weer ondergronds getrokken en klinkt Burke helemaal niet meer zo lief, ook al blijkt de tekst zo onschuldig als “I was thinking about drinking wine“. Met een beetje compressie en hele hoop attitude kan zoiets behoorlijk dreigend overkomen.

Met een streepje Fidlar bij ‘One more’ beginnen we stilaan helemaal in de war te raken. Is dit punk? Ja. Pop? Ja. Rock? Ja. Grunge? Ja. Maakt het uit? Nee. Niets zo saai als een plaat met tien keer hetzelfde nummer, en dat heeft Weaves heel goed begrepen. Na deze debuutplaat kan het nog alle kanten op, en dat is precies het soort spanning dat wij wel kunnen smaken.

Album verdeeld door Kanine Records (US), Buzz (Canada) en Memphis Industries (UK).