Wakker worden in het post-Trump-tijdperk met ‘This mess is a place’ van Tacocat

door Eva Gutscoven

De website van Tacocat katapulteert me net niet naar de laatste jaren van vorige eeuw: pixelige foto’s, genomen met uitklapbare gsm’s, worden er gemixt met vette teksten in Comic Sans Real. Sommige video’s van Tacocat lijken – ruw plakwerk met regenboogovergangen en lijnen die mijn hond met zijn snuit kan maken – rechtstreeks uit Paint te komen. En om nog een beetje langer in diezelfde late nineties-sfeer te blijven: willen we soms niet zoals Katarina Stratford zijn in de film ‘Ten things I hate about you’ en op straat cruisen met ‘Bad reputation’ van Joan Jett op het hoogst mogelijke volume? Anno 2019 is met de auto rijden niet meer zo cool, dus plukken we de slordig geplaatste step van het trottoir en luisteren we naar punkrockmuziek die iets minder boos klinkt, maar des te snediger.

Op de website van Tacocat staat ook een prachtige tekst over diens vierde langspeler ‘This mess is a place’. De vierkoppige band uit Seattle beschrijft de plaat als “het wakker worden na de verkiezingen van 2016 en het uitzoeken hoe om te gaan met de nieuwe realiteit waarin het kwaad zich niet enkel onder het oppervlak bevindt, maar een dagelijkse plaats inneemt (…) in de nieuwsfeed”. Als je dan ‘The joke of life’ van de Amerikanen hoort weerklinken, dan kan je niet anders dan lachen met deze grote ironietaart die ze voor ons gebakken hebben (I was hoping you could tell me the joke, the joke of life / I used to know it, but that was the other time”).

Tacocat zalft zijn hevige punkrock met popinvloeden. Het lijkt alsof de groep de muziek iets verzachtends wil maken: de echte wereld betekent al genoeg horror. ‘Grains of salt’ bijvoorbeeld krijgt door het gebruik van synths en een trager ritme een luchtig en dansbaar gevoel mee. ‘Crystal ball’ ontpopt zich met fijne harmonieën tot een zonrijke ballade, maar staat in schril contrast met de tekst (“Truth spread so thin / It stops existing / I feel fine / Maybe I could die”). Af en toe steekt Tacocat echter zijn middelvinger op naar die poppy richting, en ondersteunt de band frontvrouw Emily Nokes’ stem met stevig gitaarwerk. ‘Little friend’ begint in dezelfde zonnige trant als de andere nummers, maar wordt heerlijk ondersteund door een overdosis gitaargeweld tijdens het refrein.

In het geval Tacocat een radio was, zond deze schrandere signalen uit op een sixties-surfrockfrequentie. De liedjes zijn kort en krachtig en de refreinen hebben een hoog meezinggehalte – een beetje zoals The Vaccines. Met ‘This mess is a place’ blijft Tacocat binnen zijn eigen fijne wereld kleuren en levert de groep een album af waarbij elk lied wel iets boeiends te zeggen heeft. Ok, ‘Meet me at La Palma’ gaat gewoon over margarita’s die even groot zijn als je hoofd, maar de sterkte van Tacocat is gelukkig dat je jezelf ook niet te serieus moet nemen.