Willen maar niet kunnen: San Fermin loopt zichzelf voorbij op ‘Belong’

door Michelle Geerardyn

San Fermin is vernoemd naar het festival in de Spaanse stad Pamplona dat vooral bekend is om de stierenrennen. Wie ooit beelden van het hele gebeuren zag weet dat het kan uitdraaien op een regelrecht slagveld, tevens een mooie allegorie voor wat de groep muzikaal presteert. De nummers van ‘Belong’ hebben op ons namelijk het effect van een rode lap op een stier. Dat heeft alles te maken met het feit dat het aanwezige potentieel roekeloos vertrappeld wordt door foute keuzes.

Nochtans heeft oprichter en componist Ellis Ludwig-Leone vast wel zijn talenten. Als je samengewerkt hebt met Nico Muhly (Anthony and the Johnsons, Sufjan Stevens en Grizzly Bear) dan wil dat waarschijnlijk wel iets zeggen. In het verleden maakte bijgevolg interessante keuzes door bijvoorbeeld de dames van Lucius de vocals van de eerste plaat te laten verzorgen. Jammer genoeg schiet er van muzikaal inzicht en vernuft bitter weinig over. Alle elementen worstelen eindeloos met elkaar en ieder potentieel lichtpuntje wordt vroegtijdig gedoofd.

Frustrerend om te horen hoe nummers die betrekkelijk aanvaardbaar beginnen tegen lichtsnelheid de diepte in duiken. Zo is ‘No promises’ het grootste slachtoffer van platte, compleet inspiratieloze teksten met een overdaad aan meligheid. Op het titelnummer wordt er “There’s a little piece of me that’s always somewhere else, but I’m right where I belong” gekweeld. Wij eyeballen ons een verrekte oogspier.

Omgekeerd houden de zanglijnen hier en daar de nummers recht (‘Oceanica’). Helaas wordt het ontstane greintje sfeer na een minuut vakkundig weggewerkt door een plotse oneliner, gevolgd door een fladderende saxofoon. ‘August’ is dan weer zo vreselijk netjes afgemeten en rechtlijnig dat het haast steriel aanvoelt. Dat de opbouw van de nummers vaak sputtert wordt het nadrukkelijkst duidelijk in ‘Open’. Het minimum aan spanning dat nodig is om vervolgens echt van een climax te kunnen spreken, wordt meer dan eens niet gehaald doorheen het album. ‘Bride’ doet dan weer denken aan de zingende kattentweeling uit ‘Lady en de vagebond’. Wie zijn Disneyklassiekers kent weet dat die twee ronduit irritant zijn. Aangezien het moeilijk is om het hier over een favoriet nummer te hebben zullen we het houden op het nummer dat de minste ergernis opwekte, namelijk ‘Bones’. Grote verliezer van de avond is hier ‘Dead’.

Als we ergens lovend over kunnen zijn, dan doen we dat ook. Dat is echter moeilijk bij een groep die zo consequent de mist in gaat. Een sporadische knusse trompet of intrigerende saxofoon kunnen de boel niet redden. Dat maakt het oordelen over ‘Belong’ gemakkelijk en laat absoluut geen plaats open voor twijfel. Eigenlijk zijn de stieren van deze San Fermin nooit aan hun ren kunnen beginnen, want ze waren als kalf al verdronken.