‘Windows open’ van Dirty Projectors dient hoofdzakelijk als bubbelplastic

door Frederik Jacobs

Het was intussen weer even geleden dat Dirty Projectors ons écht helemaal kon boeien zoals het dat tien jaar geleden kon, maar daar lijkt indiesnoepjesboer David Longstreth verandering in te willen brengen. Hij voegde met zangeres Maia Friedman en strijker Oliver Hill twee nieuwe elementen toe aan zijn smaakpalet, en voorziet met ep ‘Windows open’ een voorproefje van die nieuwe mix.

Vier songs telt de kortspeler, oftewel tien minuutjes. Opener ‘On the breeze’ waait voorbij als een weinigzeggende doch mooie folkintro. Na afloop is er plots al een kwart van de plaat voorbij en hebben we eigenlijk maar één notitie neergekrabbeld: wát een zangeres is Friedman. Haar stemgeluid doet denken aan dat van Karen Carpenter; zoet en geruststellend. Het mooist klinkt ze in het magnifieke ‘Overlord’, een schattige popsong waar Feist in een opgewekte bui jaloers op zou zijn.

Het minder voordehandliggende gitaargetokkel aan het begin van ‘Search for life’ weekt de naam Joni Mitchell los in onze hersenpan, maar leidt een song in die dat compliment niet waard is. De strijkers van Hill zijn knap, maar net als afsluiter ‘Guarding the baby’ klinkt nummer drie van de plaat nooit als een afgewerkt geheel. Zelfs na een twintigtal luisterbeurten valt er kop nog staart te maken aan de b-kant van ‘Windows open’. Het klinkt allemaal wel mooi, maar weinig blijft hangen.

‘Overlord’ staat hier al in een geheime playlist met potentiële songs van het jaar. De rest van de ep lijkt echter lichtjes overbodige verpakking, als bubbelplastic rond een waardevolle zaak. Moet gezegd worden: de nieuwe sound zit goed. Als die op een volgende langspeler vertaald wordt naar meer dan één goeie song, zien we het wel weer goed komen met Dirty Projectors.