De Britten van Wolf Alice zullen altijd een speciale plek hebben in ons muzikaal universum. Al was het alleen al omdat het de eerste band was waar we ooit een ticketje voor kochten – voor hun concert in de Botanique in 2017. Sindsdien bleven we gefascineerd door de veelzijdigheid van het viertal. Van het ambitieuze ‘Visions of a life’ – dat hen een Mercury Prize voor beste Britse album opleverde. Tot de dromerige grandeur op ‘Blue weekend’. Daarmee namen ze bij ons plaats in onze lijst van beste indie-albums van 2021.
Toch slaagde de band er op het Europese vasteland nooit echt in om de stempel van ‘grote belofte’ van zich af te schudden. Daarvoor ontbrak die ene wereldhit die hen definitief naar het sterrendom zou katapulteren. Spoiler alert: ook op hun vierde album ‘The clearing’ vinden we die niet terug. Al gaan ze wel meer dan ooit op zoek naar de massa.
Wat we horen is een band hun karakteristieke sound definitief de rug toekeert om een breder publiek aan te spreken. Het is een koerswijziging die hen commercieel voorlopig geen windeieren legt. Voor de tweede keer in hun bestaan staan ze weliswaar op nummer één in de Britse charts. Verder spelen ze dit najaar voor het eerst in Vorst Nationaal. Alhoewel het bordje ‘sold out’ nog niet meteen uithangt op de website. Muzikaal levert het de band evenmin hun beste teerling op. Sterker nog, hun zwakste, naar onze mening.
Vroeger balanceerde Wolf Alice heerlijk tussen grunge-uitbarstingen, tedere melancholie en dromerige shoegaze. Nu vijlt producer Greg Kurstin (o.a. Adele en Kylie Minogue) er op ‘The clearing’ de scherpe randjes wat af en duwt hij de piano centraal. Frontvrouw Ellie Rowsell omschrijft het album zelf als “Fleetwood Mac die een plaat maakt in Londen.” Daarmee is al veel gezegd.
Die seventies-invloed merk je meteen op opener ‘Thorns’. Thematisch sluit het nummer aan bij het fantastische ‘The last man on earth’. Muzikaal heeft het nummer echter minder om het lijf. Het nummer kabbelt wat voort zonder echt te raken. Dat gevoel van net-niet duikt vaker op doorheen de plaat. Te vaak passeren songs die keurig in elkaar steken, maar die te veilig zijn en daardoor weer vervliegen zodra ze afgelopen zijn.
Al is het zeker niet allemaal kommer en kwel. Het opzwepende ‘Bloom baby bloom’ is een langzaam groeiend pop anthem, dat door zijn bombast bij momenten doet denken aan het werk van Kate Bush. Het is één van de weinige momenten waarop de band groots durft te klinken zonder in middelmaat te verzanden. Van een heel ander kaliber is ‘The sofa’. De track is een breekbare afsluiter waarin Rowsell reflecteert over ouder worden, de rush van het tourleven en de eenvoud van het thuiskomen achteraf. Het is het meest gedenkwaardige nummer dat op ‘The clearing’ staat. “I feel kind of lucky right now and I’m not ashamed to say / I can be happy, I can be sad / I can be a bitch when I get mad”, zingt ze. Precies in die kleinheid, vindt Wolf Alice opnieuw die magische snaar die het op nummers als ‘Play it out’ en ‘White horses’ mist.
Tien jaar na debuutplaat ‘My love is cool’ toont Wolf Alice dat ze klaar is voor grote zalen, al betaalt ze daar wel een prijs voor. Voor wie viel voor de band haar durf en onvoorspelbaarheid, is dit het minst interessante werk tot nu toe. De echte vonk, die mix van rauwheid en kwetsbaarheid waarmee het viertal ooit harten veroverde, is hier te vaak naar de achtergrond verdwenen. ‘The clearing’ is zeker geen rampzalige misser, maar wel een te braaf en veilig album en daardoor inwisselbaar.
Dat gezegd zijnde: Wolf Alice is live altijd spectaculairder geweest als op plaat. Hun passage in Vorst Nationaal belooft sowieso vuurwerk. De band speelt op 24 november in Vorst Nationaal. Tickets & info vind je hier.