Wye Oak verdrinkt in eigen echo’s op ‘The louder I call, the faster it runs’

door Annelore Peeters

‘The louder I call, the faster it runs’ is de vijfde langspeler van indiepop-duo Wye Oak. Na ‘Shriek’ uit 2014 en het kortje ‘Tween’ uit 2016, maken Andy Stack en Jenn Wasner een plaat waarop ze een andere richting uitgaan dan voorheen. Het album betekent mogelijks een nieuw begin voor de band, maar dat is niet per se een positieve evolutie.

De plaat opent met het stemmen van instrumenten, wat een leuk extraatje is. Wye Oak gooit er daarna meteen de beuk in met ‘The instrument’, een nummer dat zeker tot zijn recht zou komen in een festivaltent met een koel pintje erbij. De schreeuwerige synths openen krachtig, waarna ze overgaan in een broeierig, up-tempo strofe. Ophitsende drums ondersteunen de dromerige stem van Wasner. In het refrein vormen alle elementen samen een muur van klank, die niet meer kapot kan dankzij een catchy synthdeuntje.

Zo krachtig als het eerste nummer is, zo plat zijn de daaropvolgende songs. Het titelnummer en ‘Lifer’ klinken heel monotoon en afgevlakt. Er zijn geen bijzondere elementen in terug te vinden, de drums en synths zijn zowel qua ritme als qua melodie extreem oninteressant. De stem van Wasner – in verschillende lagen die allemaal even uitgevaagd klinken – dragen bij tot een eentonig geheel.

De plaat laait weer op met ‘It was not natural’, dat met zijn funky baslijn het fleurigste en meest memorabele is tot nu toe. Dat Wasner met dit nummer duidelijk een verhaal tracht te vertellen, geeft het een bijzondere touch. Het moment waarop haar stem de hoogte ingaat voor het refrein, doet ook de haren op onze armen lichtjes omhoog gaan.

‘Symmtry’ en ‘Over and over’ bijvoorbeeld zitten barstensvol energie, maar ze zijn te eentonig om de aandacht langer dan twee minuten vast te houden. De plaat vervalt in complete saaiheid met ‘Say hello’ en ‘You of all people’. Dat het refrein van de laatste niet verder geraakt dan “You of all people” en dat die zin dan ook nog eens zo emotieloos mogelijk wordt gezongen, is een totale afknapper.

Met ‘The louder I call, the faster it runs’ zet Wye Oak een matige prestatie neer. Hoewel er interessante ritmes en klanken in te bespeuren zijn, vervallen die te vaak in een monotone galm.

Je kan Wye Oak live aan het werk zien in de Botanique op 1 mei.