Yung Lean steekt weemoed in een nieuw jasje op ‘Stranger’

door Tobias Cobbaert

Nadat internetsensatie en zelfverklaarde sad boy Yung Lean vorig jaar het album ‘Warlord’ uitbracht, beweerde Jonatan Leandoer Håstad in interviews dat hij op zijn volgende album afstand zou nemen van zijn bekende cloudrap-geluid. Van die belofte was echter bitter weinig te merken op de ep ‘Frost god’ die hij vervolgens als verrassing op de wereld losliet. Het was dus behoorlijk onzeker hoe het nieuwe project van de jonge Zweed zou klinken. Op ‘Stranger’ blijkt Yung Lean dan toch een man van zijn woord te zijn, want de ironische rap uit het begin van zijn carrière maakt op dit nieuwe album deels plaats voor melancholische pop-ballads.

Op ‘Warlord’ zagen we Yung Lean al grotendeels afstand nemen van zijn overdadige internet-aesthetics en op ‘Stranger’ wordt de lijn richting een meer volwassen imago doorgetrokken. Met die evolutie gaat ook een verandering in geluid gepaard. Openingsnummer ‘Muddy sea’ leunt nog vrij dicht aan tegen de traditionele Yung Lean-sound, maar op ‘Red bottom sky’ krijgen we de nieuwe aanpak te horen. In plaats van te rappen slaat Håstad als een droefgeestige bard aan het zingen, begeleid door een lichte beat. Hij is misschien niet de beste zanger maar slaagt er wel in om de melancholische sfeer in de verf te zetten met zijn vocals.

De nieuwe nummers die minder hiphop-gericht zijn, wekken een weemoedige waas op die de fans van het oude werk toch zullen bekoren De enige echte misser is ‘Snakeskin’, een niemendalletje van nauwelijks een minuut lang dat eerder aanvoelt als een onafgewerkt idee dan als een volwaardig intermezzo. Af en toe Wordt de mistroostige atmosfeer verbroken door momenten die wat meer pit bezitten. Het beste voorbeeld daarvan is ‘Skimask’, een nummer met een lekker tegendraadse beat die je wakker komt schudden uit de roes die opgewekt werd in ‘Red bottom sky’. Yung Lean houdt op ‘Stranger’ echter het beste materiaal voor het afsluitende drieluik. Op ‘Agony’ toont Håstad zich van z’n meest kwetsbare kant en slaagt hij er zelfs in om gebruik te maken van een kinderkoor zonder het resultaat melig te doen klinken. Daartegenover gecontrasteerd staan ‘Fallen demons’ en afsluiter ‘Yellowman’, de nummers waarin de Zweed het meest zelfvertrouwen in z’n stem legt. Hierdoor krijgt de anders vrij breekbare plaat een krachtig einde.

De mensen die halsstarrig bleven beweren dat Yung Lean meer is dan enkel een ironische meme voor mensen die te veel tijd doorbrengen op het internet, krijgen dankzij ‘Stranger’ definitief gelijk. Håstad klinkt op zijn nieuwe album volwassener en oprechter dan ooit tevoren en bewijst dat hij meer in zijn mars heeft dan hij oorspronkelijk liet uitschijnen.

Wie benieuwd is hoe het nieuwe geluid van Yung Lean live uitpakt, kan hem op zondag 10 december aan het werk zien in Trix. Tickets en info vind je hier.