16 jaar later: een introductie tot The Avalanches en plunderphonics

door Filip Tyskens

2016 zal de geschiedenis in gaan als het jaar waarin muziekliefhebbers eindelijk hun tot epische proporties opgeblazen zucht van opluchting konden slaken. Niet omdat Oasis nog eens bevestigde nooit meer terug te zullen keren, maar wel omdat we met zekerheid kunnen zeggen dat de Australiërs van The Avalanches nog operationeel zijn, én dat hun tweede plaat na zestien jaar het levenslicht zal zien. De ‘Chinese democracy’ van de plunderphonics heet ‘Wildflower’, en verschijnt op 8 juli. Als je nu totaal geen idee hebt van wat de vorige zin betekende, is het geen slecht idee om onderstaande introductie tot The Avalanches en het plunderphonics-genre te lezen.

the avalanches

Swinging Monkey Cocks

Zoals zoveel jonge groepen aan het begin van de jaren negentig begonnen de kernleden van The Avalanches als noisepunkers in de slipstream van bands als Drive Like Jehu en The Fall. Na heel wat personeelswissels en naamsveranderingen (van Swinging Monkey Cocks over Whoops Down Syndrome) blijkt in 1997 dat de live-intensiteit van de punk behouden is gebleven, maar dat er plots gefeest mag worden met deze mannen. In een zeldzaam televisieoptreden horen we namelijk een band die meer weg heeft van de Beastie Boys dan van Black Flag. De groep speelt een mix van funkritmes, schreeuwerige raps, samples en scratches terwijl de frontmannen manisch rondspringen en vinylplaten kapot gooien. Dat laatste was waarschijnlijk een vroegtijdig ontwenningsverschijnsel, want van de waanzin die volgde zou ieder normaal mens destructief worden.

Gedurende twee jaar zochten leden Robbie Chater en Darren Seltmann zich een weg doorheen duizenden vinylplaten om de juiste samples voor hun songs te vinden. Beide mannen hadden hun eigen aparte kamertje, waar ze met een nagenoeg identieke setup van samplers, MIDI keyboards en turntables aan nummers werkten. Op een gegeven moment moet het duo besloten hebben dat de oude vinylsamples beter klonken dan hun eigen instrumenten, want op hun debuutplaat zou geen seconde aan origineel materiaal staan. Volgens Chater kozen hij en de andere Avalanches – op dat moment meer een collectief van bevriende dj’s dan een band – ongeveer 3500 samples om een geheel van 64 minuten te creëren. Vergeten comedyalbums, Madonna-songs, dramatische soundtracks, films van John Waters en droge funkdrums zijn slechts enkele van de bronnen die we terugvinden in de collage die ‘Since I left you’ uiteindelijk werd. De vroegere noisepunkers hadden per ongeluk een mijlpaal van de plunderphonics gemaakt. We horen je al denken: mijlpaal van de wat?

Plunderphonics

In 1985 verzon componist John Oswald de term ‘plunderphonics’ in een gelijknamig essay om een naam te geven aan een fenomeen dat in feite al veel langer bestond. Het ‘plunderen’ van andermans creaties om nieuwe muziek te maken was en is namelijk een van de fundamenten van de hiphop. ‘Rapper’s delight’ van The Sugarhill Gang, de eerste echt succesvolle rapsingle, is gestoeld op een baslijn uit ‘Good times’ van Chic. Andere voorbeelden van de invloedrijke samplepraktijk zijn trouwens legio. Zo keert een sample uit ‘Change the beat’ van Beside terug in bijna 1300 andere nummers, een drumbreak uit ‘Amen, brother’ van The Winstons (de zogeheten ‘Amen break’) vormt de basis van de hele drum and bass, en websites als whosampled.com houden nauwgezet bij wie waar precies te leen gaat. Belangrijk is wel dat plunderphonics niet simpelweg als een verzamelnaam voor die verschillende praktijken beschouwd mag worden.

De term van Oswald werd na verloop van tijd namelijk specifieker, aangezien plunderphonics zich onderscheidt van sampling door het feit dat het nieuwe nummer van begin tot eind uit geleend materiaal moet bestaan. Je mag het origineel vertragen, versnellen, achteruit afspelen of de pitch veranderen, zolang je zelf geen noot speelt maak je plunderphonics. Oswald illustreerde dit zelf met een plaat waarop hij hits als ‘Bad’ van Michael Jackson herwerkte tot verknipte versies. De man deed echter weinig meer dan knippen, vertragen en echo toevoegen, waardoor hij vooral klonk als een kind dat net de draaitafel had ontdekt. Goed, hij had alles dan wel analoog gemonteerd, experimenten als ‘Dab’ zijn enkel interessant om te beluisteren tijdens een cursus muziekgeschiedenis. Of als je echt heel grote fan bent van vaporwave, de 21e-eeuwse vertraagde retrovariant van plunderphonics.

Oswald bedacht de term nu eenmaal in berucht pretentieuze postmoderne tijden. Alles was een kopie van een kopie, en deze moest toevallig een naam hebben. Gelukkig zouden er muzikanten opstaan die voorbij de theorie gingen en die effectief verdraagbare nummers maakten.

DJ Shadow

De meest bekende artiest op dat gebied moet DJ Shadow zijn, die in 1996 plots uitgroeide van onbekende cratedigger tot pionier door de release van debuutplaat ‘Endtroducing’. Enkele jaren voor The Avalanches ging de Amerikaan al aan de slag met stapels vergeten vinyl om een coherent geheel te vormen. Het resultaat was een intrigerende en unieke geluidswereld die zowel opzwepend als intrigerend werkte op iedereen die ze voor de eerste keer betrad. Of, zoals Eliot Wilder het beschrijft: “DJ Shadow nam elementen van hip-hop, funk, rock, ambient, psychedelica, evenals gevonden geluiden, spoken word en andere boodschappen – oftewel elk geluid dat op deze planeet bestaat – en maakte er een ultieme les in creativiteit mee.” De mogelijkheden van een onbegrensd archief aan geluid kunnen overweldigend zijn voor velen, maar archeologen als DJ Shadow en The Avalanches blijven graven naar die ene sample die het nummer maakt. De twee cratediggers op de cover van ‘Endtroducing’ hadden dan ook net zo goed Robbie Chater en Darren Seltmann kunnen zijn.

Als bij mirakel konden de relatief onbekende Avalanches eind 1999 alle rechten clearen van de samples op hun debuut. Indien niet was de plaat geheid op het internet verschenen, al zou ze dan niet de status hebben die ze vandaag geniet. Singles ‘Since I left you’ en ‘Frontier psychiatrist’ werden vergezeld van geniaal gestoorde clips, op Pitchfork benaderde de plaat een mythische 10.0 en de band werd door Muzik Magazine uitgeroepen tot beste live-act van 2001. Veel luisteraars konden niet geloven dat het resultaat van een dergelijk omslachtig creatieproces toch zo samenhangend kon klinken, en ook vandaag blijft dat nu net de grote aantrekkingskracht van ‘Since I left you’.

‘Since I left you’

Het valt meteen op dat The Avalanches zoveel verschillende bronnen bij mekaar brengen zonder ook maar een moment gekunsteld te klinken. De plaat opent rustig met de opzwellende strijkers van de titelsong, maar houdt zich daarna geen seconde meer in. Deze doorlopende mix van (onder andere) filmquotes, vergeten popnummers, scheepshoorns en dierengeluiden was zonder twijfel het grootste feestje van 2000, want ondanks de motivatie om een minder basgedreven dancealbum te maken – “tegen de enorme beats van bijvoorbeeld Chemical Brothers”, aldus Chater – dendert ‘Since I left you’ onophoudelijk door. Dat plezier spat trouwens uit de boxen, alsof je als luisteraar deel bent van het glorieuze moment waarop de band die ene drumsample vond om pakweg ‘Frontier psychiatrist’ op te bouwen.

Per definitie zou je als artiest geen eigen geluid kunnen creëren met geleend materiaal, en toch is dat exact wat The Avalanches presteerden op ‘Since I left you’. Deze band wilde duidelijk als niemand anders klinken, en net door letterlijk al de rest te kopiëren wist ze dat doel te bereiken.

The Avalanches vandaag

Volgens Amerikaans auteur William S. Burroughs “versnipperen we ons verleden om de toekomst te vinden”. Een mooie spreuk, maar na het feestje op ‘Since I left you’ was die toekomst heel lang onduidelijk voor The Avalanches. De band zou kort na hun tournee begonnen zijn aan de opvolger, al werd jaar na jaar duidelijker dat het een werk van lange adem zou worden. Terwijl er steeds minder bericht werd over de groep hadden fans het raden naar de redenen voor het lange wachten. Lag het aan het vertrek van enkele kernleden, het clearen van de samples, of hadden The Avalanches zich knus in hun intussen legendarische status genesteld?

Na meermaals ijdele hoop te hebben gegeven (“In 2005/07/10/13 komt de nieuwe plaat zeker uit!”) werd de tweede Avalanches stilaan een grap in muzikale kringen, en het is dan ook opmerkelijk dat de blogosphere toch nog ontplofte toen de band onlangs zijn Facebookpagina updatete met een foto van een vlinder. In 2000 was sociale media nog een koortsdroom van George Orwell-lezers, maar deze dj’s zijn goed met hun tijd meegegaan. Enfin, hun label toch, want ieder stukje nieuwe informatie werd uitvoerig gelinkt aan hints die we de voorbije zestien jaar hadden gekregen. We besparen je de details, en laten we het er hier op houden dat één van de grote popmythes deze week tot een einde lijkt te komen. Of het ook allemaal de moeite is lees je vrijdag in onze recensie van ‘Wildflower’.