Header image

33 albums die we onterecht over het hoofd zagen in de tweede helft van 2021

door Tobias Cobbaert

Hoewel we onze best doen om zo veel mogelijk sterke albums een uitgebreide review te geven, blijven er toch altijd enkele toppers onder de rader. Tijd voor een stand van zaken en eerherstel voor 33 albums die we onterecht over het hoofd zagen de afgelopen zes maanden. De selectie komt van Guillaume De Grieve, Yannick Verhasselt, Ewout Pollaris, Zeno Van Moerkerke, Daan Leber en Tobias Cobbaert. Een overzicht van de eerste helft van 2021 vind je hier.

—__–___ ‎– The heart pumps kool-aid

Nog steeds geen flauw idee hoe je het nieuwe project van Mari Maurice (More Eaze) en Seth Graham moet uitspreken, maar misschien is dat ondergeschikt aan de output op het album. ‘The heart pumps kool-aid’ is namelijk een kostelijke experimentele ambient-plaat die de existential dread die midwest-emo kenmerkt in een elektroakoestisch jasje stopt met nummers als ‘Sadness, infinite America … Shit’ met fantastische gast-vocals van Karen Ng op ‘Legato crying’. (Yannick)

Ada Lea – One hand on the steering wheel the other sewing a garden

Je moet veel ballen hebben om met zo’n ellelange titel af te komen, pretentieus bijna. Gelukkig komt de Canadese Ada Lea wel door met één van de meest opmerkelijke indieplaten van het jaar. Dit is, zoals de cover misschien zou vermoeden, géén middelmatige folkplaat maar een indierock-album met veel durf en oomf dat buiten de reguliere hokjes durft te denken. De songwriting op nummers als ‘Damn’, ‘Partner’ of het psychedelisch klinkende ‘Can’t stop me from dying’ is trouwens imponerend. (Yannick)

Amaro Freitas – Sankofa

Het is niet moeilijk om te zien wat ‘Sankofa’ zo goed maakt; het immaculate pianospel van Freitas, die hier maar evenwel over de rest van de wereld jammer genoeg nog steeds een nobele onbekende blijkt, steelt hier resoluut de show. Op nummers als ‘Batucada’ en ‘Ayeye’ schakeert hij schijnbaar moeiteloos van stijl naar stijl. (Yannick)

Aminé – TWOPOINTFIVE

Dat Aminé niet alleen keihard werkt, maar ook een natuurtalent en oorwurmmachine pur sang is, bewijst hij mooi op ‘TWOPOINTFIVE’. Net zoals ‘Good for you’ achtervolgd werd door mixtape ‘ONEPOINTFIVE’, zit deze mixtape zijn vorige album ‘Limbo’ op de hielen. Waar het uitstekende ‘Limbo’ duidelijk gewikt en gewogen was als een maatregelenpakket na een nachtelijk overlegcomité, bleek die voorganger toch ook soms teleurstellend, en dan vroegen we het nog niet eens aan Frank VDB. Dan is ‘TWOPOINTFIVE’ toch nog meer onze dada: geen enkel nummer passeert de drie minuten, de hooks zitten driedubbeldik gesmeerd over elke vierkante seconde, en Aminé zijn persoonlijkheid vult de volledige 26:30 minuten tot aan de rand.

Er is de fantastische R&B van ‘OKWME’, de ongelofelijk aanstekelijke UK Garage van ‘Sh!t2Luz’ of het heerlijke, Kanye-gewijs rollende ‘Between the lines’. De beats spatten alle kaleidoscopische richtingen uit, en voelen vaak zo weggelopen uit cartoon series: ‘I’m like Disney doing acid’ zegt Aminé in het ultieme hoogtepunt ‘Twisted!’, en dat is een hele grote nagel die hij daar op de kop slaat. Laat dat misschien nog het allerheerlijkste zijn aan ‘TWOPOINTFIVE’, het voelt geweldig geschud uit de losse pols, terwijl de beats vernieuwender voelen dan ooit te voren. Vooruitgestuurde single ‘Charmander’ voelt alsof de happy hardcore elk moment kan binnenstampen, en ook ‘Twisted!’ volgt die verrekt verrassende en catchy richting. De teksten zijn, in tegenstelling tot op ‘Limbo’, geen streepjes beklijvende poëzie, maar dit is een Pop album met héél grote P. (Zeno)

Anthony Naples – Chameleon

De New Yorkse dj Anthony Naples verdient al jaar en dag z’n kost met het brengen van ambient, dub en house flavoured sets. Het is misschien des te verrassender dat de man plots beslist om met live-instrumenten de plaat op te nemen en iets helemaal anders te doen. Toch zijn de karakteristieke elementen die Naples Naples maken nog steeds aanwezig. De met psychedelica overgoten ‘Pera’ kun je nauwelijks techno bestempelen, al is het skelet altijd wel aanwezig. Naples duikt evenwel dieper in z’n eigen ambient/dub-sound, waarbij we dromerige tracks zoals het afsluitende ‘I don’t know if that’s just dreaming’ terug vinden. De titeltrack is waarschijnlijk de beste op de hele plaat met traag aangebrachte psychedelische gitaarleads als basis en de hazey bleepjes die vrijwel de rest doen. (Yannick)

aya – im hole

Soms stoot je op een artiest die een werkelijk uniek geluid weet neer te zetten, los van het conventies of ongesproken regels. aya’s ‘im hole’ past perfect binnen die omschrijving. Haar debuutalbum bevindt zich qua mentaliteit dan ook bij werk van Arca of Sophie. Er vallen invloeden op te merken uit het clubspectrum, maar die worden binnenstebuiten gekeerd en vervolgens aaneen genaaid tot een donker, ongemakkelijk maar verslavend uitgekiend geheel. Ook experimentele hiphopbeats komen af en toe naar voor, maar vaak als een soort onafgewerkt skelet dat ervoor zorgt dat de nummers niet in het ijle opereren. ‘im hole’ is zo’n soort gespannen album dat je nooit helemaal kan doorgronden, maar wel een nieuwe aanzet geeft tot werkelijk vernieuwende muziek. (Daan)

Badbadnotgood – Talk memory

Is dit de beste worp van het Canadese trio? Tijd zal het moeten uitwijzen. Feit is wel dat BBNG heel erg aan hun sound heeft geschaafd én samenwerkingen toe heeft gelaten die de band alleen maar naar een hoger niveau lijken te tillen. Veel lof mag daarvoor toch ook richting Arthur Verocai gaan die bijna als vierde bandlid op de plaat fungeert en de legendarische Laraaji waarbij ‘Unfolding (momentum 73)’ als één van de absolute hoogtepunten op het album mag gerekend worden. (Yannick)

BRNS – Celluloid Swamp

Een van de meest eigenwijze kwartetten van ons land bracht dit najaar hun vierde langspeler ‘Celluloid swamp’ uit en wij lieten dat bijna links liggen. Bij deze een poging om onze eer te redden en de eer van BRNS hoog te houden want ook op ‘Celluloid swamp’ kiezen de Brusselaars voor de moeilijke weg. Voor een gitaarband zijn drums en synths hyperaanwezig en klonken de vocals van drummende zanger Tim Filippe nooit zo raak. Single en hoogtepunt ‘Money’ is alles waar BRNS voor staat: humor, herkenbare hooks en instrumentale crashes waar men onwaarschijnlijk nog levend uit komt. Daarnaast contrasteren het Tom Barman-verwante ‘Familiar’ met punk pop ‘Lighthouses’ en is alles daar tussenin om zich op uit te leven. (Guillaume)

Clairo – Sling

Haal uw laatste fleecedekentjes uit uw kast, neem uw kat/hond/furby bij de hand en duffel zachtjes in in het meest knusse hoekje van de zetel. Neem eventueel een keteltje chocomelk erbij, enkele klaaskoeken (paaskoeken?) binnen handbereik, en kijk naar de druppels op het dakraam. In de verte speelt ‘Sling’ van Clairo. Wat zeggen we, in de verte, zet die box maar goed in de buurt, of neem er een koptelefoontje bij. ‘Sling’ ademt winterse melancholie, van het type dat je eerst zachtjes ondersneeuwt om vervolgens je hart vakkundig te ontdooien. Het ongelofelijk prachtige ‘Bambi’ opent een aaneenschakeling van pracht en praal, zacht gezongen terwijl het hart hard geraakt wordt. Voor de geesten in de fles die gerijpt zijn op Sufjan Stevens, Natalie Prass en Big Thief, het is tijd om de kurk te lossen en Clairo binnen te laten. (Zeno)

Conclave – Conclave

Weinig albums die dit jaar zo hard onder de radar zijn gebleven als Conclaves self-titled, een collectief met roterende leden met multi-instrumentalist Cesar Toribio als absoluut mastermind. Het album is een fraaie collectie van afro- en funk house, jazz en funk zoals ‘Twice’, ‘All I need’, ‘There’s enough’ en ‘Rise’. Hier en daar passen evenwel nog een aantal nummers die het geheel mooi aan elkaar lijmen die Toribio’s roots nog meer in de verf zetten zoals op ‘Habla’ (Yannick)

Darkside – Spiral

Nicolas Jaar en Dave Harrington hebben naar eigen zeggen enkele weken wat liggen jammen in New York. Oneerbiediger zou je het duo’s tweede album niet kunnen omschrijven. Al toont het enigszins evenwel het ritme, het proces en de gezwindheid waarin de twee opereren. Uit een statement in een interview vertellen de twee uitvoerig over de plaat en hoe ze vooral niét een tweede keer dezelfde plaat wilden maken. Die opzet wordt vrijwel meteen duidelijk door de hoeveelheid gitaren die het album bevat en de afwezigheid van stoffige beats.

Niet dat we daar per se rouwig om zijn, integendeel. Darkside klinkt op ‘Spiral’ meer ‘psychedelic’ dan Tame Impala de afgelopen vijf jaar, al is dat misschien al even geen referentiepunt meer. Nummers als ‘Lawmaker’ of ‘I’m the echo’ maken daarbij bijvoorbeeld prima gebruikt van de woestijnachtige sfeer via de percussie en het groovy gitaargepikkel om die sfeer op te roepen. Via ‘Liberty bell’ en ‘The limit’ geven ze de fans van het eerste uur evenwel hun portie elektronica. (Yannick)

Eris Drew – Quivering in time

The motherbeat has arrived! Eén van Chicago’s meest veelbelovende namen in de scene heeft na een handvol eptjes een album uitgebracht dat prima stof is voor de betere homeparties waar op voorhand een heuse playlist is voor samengesteld als wekt het de indruk een glimp op te kunnen vangen van hoe een Eris Drew-set er in een club zou aan toe gaan. ‘Quivering in time’ is vooral een fun album, waar je jezelf even kunt verliezen in de serotonine-opwekkende beats van Drew. Breaks en psychedelica-infused deep house lossen elkaar bovendien moeiteloos af. (Yannick)

Faye Webster – I know I’m funny haha

De Amerikaanse singer-songwriter Faye Webster pusht zichzelf alweer vooruit, daar waar ‘Atlanta millionaires club’ ongeveer moet zijn gestopt. De americana-achtige softrock die de voorganger vulden, bekennen hier nog meer kleur. Ze is zacht en tegelijkertijd barsten haar teksten vol van emotie zoals op de titeltrack. Ook de strepen r&b die we op ‘Atlanta…’ hoorden keren hier evenwel terug en blijven een fijne toevoeging vormen aan haar country-stijl, misschien heeft ze hier haar sound wel geperfectioneert.. of kan ze nóg beter bij een volgende worp? (Yannick)

Fire-Toolz – Eternal home

Ik heb dit jaar heel weinig pure black metal geluisterd, maar  ik vond wel enkele erg interessante genrefusies. Sematary deed het al met drill en witch house op ‘Rainbow bridge 3’, Fire-Toolz vermengt black metal dan weer met industrial en vaporwave op het bizarre maar zeer intregerende ‘Eternal home’. De plaat kent 25 nummers en duurt bijna anderhalf uur lang, waardoor het soms wat als een uitputtingsslag aanvoelt. De genrefusies zijn hier echter zo kleurrijk en fascinerend dat dat allemaal niet geeft. zowel de avontuurlijke metalhead als de elektronicanerd moeten deze absoluut een kans geven. (Tobias)

Goldband – Betaalbare romantiek

Goldband, het Schevingse trio ex-stukadoors, bracht dit jaar hun debuut ‘Betaalbare romantiek’ uit. Laat ons zeggen dat er toch wat reikhalzen aan te pas kwam toen we hoorden dat dit album eraan kwam. Afgelopen twee jaar rijfden ze een, toch wel indrukwekkende, schare hits aaneen. Soms beukte het recht uit de jaren negentig (‘Mijn stad’, ‘Uber’, het weergaloze ‘Witte was’), soms bloedde het eighties-melancholie (‘Alles kapot’, ‘Ja ja nee nee’). ‘Betaalbare romantiek’ lostte het grootste deel van onze verwachtingen voor een prikje in, al is er toch een zekere overdaad in de tracklisting geslopen.

De fun en hits zijn schaamteloos poppy, zoals het hoort. ‘Noodgeval’ is de broodnodige update van ‘Crying at the discotheque’, ‘Dit is voor jou’ brengt Sylver terug, en ‘De wereld’ is een sprankeltje hoop tegen onze collectieve eco-depressie. Met een iets strengere eindselectie had ‘Betaalbare romantiek’ mogelijks ons eindejaarslijstje aangevoerd, maar het is alsnog indrukwekkend hoe gracieus Goldband de spagaat tussen sérieux en plezier uitvoert. (Zeno)

Isaac Tumor – Ogen

Lo-fi, hiphop, en naar alle waarschijnlijkheid kan je er nog op studeren ook. Niet bepaald de trefwoorden waardoor het hart van de gemiddelde meerwaardezoeker sneller slaat. Laat Isaac Tumor nu net die eend in de bijt zijn die wel eens zijn, spreekwoordelijke, tanden durft tonen. Diepe bassen, ratelende percussie en zwalpende samples, een beproefd recept dat net eens iets anders klaargemaakt werd op ‘Ogen’. We kunnen er niet precies de vinger op leggen, maar luister bijvoorbeeld eens naar het magistrale ‘Floating cannon’, dat minutenlang melancholisch zwalpt tot aan zijn ontknoping, inclusief trompetten. Het doét iets met ons, dat zal het zijn. (Zeno)

Jessy Lanza – DJ-kicks

Vorig jaar bracht Lanza nog het uitstekende ‘All the time’ uit, dat haar positie als één van dé popvernieuwers van de laatste jaren verder cementeerde. Hoewel de plaat voornamelijk een mengeling van alternatieve r&b en synthpop inhield, bleven house en andere uk-elektronica nooit veraf. Op deze DJ Kicks-release toont ze die wél ten volle. Ze balanceert er via enkele juweeltjes van nummer tussen house en techno met invloeden van gqom, funk carioca, footwork en juke. Variatie troef op een album met hoogtepuntjes van onder meer Lanza zélf via ‘Seven 55’, Masarima’s ‘Freak like u’ en Lolina’s ‘A path of weeds and flowers’. (Yannick)

Juçara Marçal – Delta estácio blues

De Braziliaanse Juçara Marçal (zangeres van Metá Metá) tekent ongetwijfeld voor één van de meest genre-bending albums van dit jaar. De hoeveelheid aan klanken en texturen die ze in de plaat succesvol weet te verweven, is indrukwekkend. Hoewel dat een valkuil kan vormen, werkt het hier wonderwel dankzij de producerscapaciteiten van Kiko Dinucci. Net zoals lead-single ‘Crash’ geeft evenwel opener ‘Vi de relance a coroa’ een fraaie indruk van wat luisteraars kunnen verwachten, zowel nieuwkomers als fans die meer bekend zijn met het iets conventionelere ‘Encarnado’ uit 2014. (Yannick)

L’Rain – Fatigue

Fatigue is een heerlijk verwarrende, experimentele pop-plaat. Verwacht vocal loops over vreemde percussie, piano getokkel onder een sample van eetgerei dat wordt afgewassen, maar tevens mainstream pop en dance invloeden. (Ewout)

Lone – Always inside your head

Lone zit al zo’n tien jaar in ons hoofd. Sinds de Brit ‘Galaxy garden’ uitbracht op het Gentse R&S Records, zoomden onze argusogen in: tollende breakbeats, glitterend synthesizers en rollende steeldrums, wat wilde een mens nog meer in 2012. Opvolger ‘Reality testing’ doorstond moeiteloos de tand destijds, en voelt vandaag nog steeds frisser dan een Frisk in een vat ijswater. Vandaag zijn we aanbeland bij ‘Always in your head’, een album dat hij zelf aankondigde als ‘zijn definitieve album, het album dat hij al altijd wou maken’. Bij zo’n promotekstjes zetten wij meestal onze dovemansoren op tot we het album effectief kunnen horen, maar vooruitgestuurde single ‘Mouth of god’ bracht diezelfde oren gespitster dan een draaiend kippetje in de rabotstraat. Het beste werk van Aphex Twin komt naar boven, met denderende breakbeats en staalharde acid lijntjes, terwijl de lang uitgesponnen akkoorden de melancholiek uitspinnen tot de laatste snik. Dertig jaar aan electronica, breakbeat, acid, ambient en trance samengebald in vijf minuten.

‘Always inside your head’ luistert als een waar album, een statement van start tot finish, en laat net dat zo zeldzaam zijn in de wereld van beats, breaks en 303’s. Er zijn momenten van rust tussen de manie, maar ook momenten van de tussensprint die vloeit uit ambient, luister maar hoe het prachtige ‘Tree for tree’ zich ontpopt van ambient techno tot acide schreeuwlelijk. Lone weeft op ‘Always inside your head’ een wollig, zacht klanktapijt, waar wij al menig avond op sleten. (Zeno)

Lil Nas X – Montero

Zeggen dat we véél verwachtten van Lil Nas X’ debuut, zou een overdreven statement zijn, maar we waren wel uitermate benieuwd. Het verhaal van Montero is dan ook smikkelen van begin tot einde. Een iconische meme uit de mouw schudden met Billy Ray Cyrus, tegen de schenen schoppen van conservatief Amerika, en vervolgens wekenlang ‘zwanger’ poseren op Instagram: wij worden daar gelukkig van. En dat is ook exact waar ‘Montero’ de lijn prachtig doortrekt.

Wij zijn van mening dat Carly Rae Jepsens ‘EMOTION’ gerust in de Tijdloze top tien mag, dus wie hier aanstoot aan geeft, mag onze mening al gerust richting prullenbak verwijzen. ‘Montero’ blijkt dan wel geen 24 karaat over de hele lijn, maar de hoogtes zijn HOOG. ‘Industry baby’ en ‘Scoop’ zijn plezierige trap waarvan we bijna waren vergeten hoe zeer we deze misten de laatste jaren. ‘Lost in the citadel’ klinkt als een verloren track van The Postal Service, maar dan met een leger producers achter de knoppen. En dan is er nog ‘That’s what I want’, een nummer waarvan we zouden zweren dat het uit een Coca Cola reclame geleend is, en toch blijft het rechtstaan. De loepzuivere verdienste van Lil Nas X, niet de popster die we verdienen, maar één waar we enkel van konden dromen. (Zeno)

Lil Ugly Mane – Volcanic bird enemy and the voiced concern

Het was al een tijdje stil rond Lil Ugly Mane, maar met het bizar getitelde ‘Volcanic bird enemy and the voiced concern’ krijgen we eindelijk weer een muzikaal project van Travis Miller onder zijn bekendste alias te horen. Verwacht echter geen stoere Memphis rap zoals op internetklassieker ‘Mista thug isolation’. ‘Volcanic bird enemy’ zal je zowaar eerder in de indie en singer songwriter sectie vinden, al gaat het hier wel om het soort gitaarliedjes waarbij het klinkt alsof er liters hoestsiroop rond het kampvuur gedronken worden. (Tobias)

Mamaki Boys – Patriote 

Via de mazen van Bandcamp kom je vaak al eens een pareltje tegen. Zo ook ‘Patriote’ van Aziz Tony, Bachou Issouf en Salif André uit, zoals de cover-art van hun debuut al doet vermoeden, Niger. Als Mamaki Boys rapt het drietal over fast paced percussie die een beetje doet denken aan het duizelingwekkende singeli. Het krokante accent waarmee ze hun bars afhaspelen, is bijzonder aanstekelijk zoals op ‘Guilgijin goriba’ of ‘Takkai’ dat je automatisch doet mee knikken. De minimaal toegevoegde extra instrumenten zoals xylofoon op ‘Kirari’ of fluit (?) op ‘Sama ko kassa’ geven nummers een extra laagje aangezien de tracks zo hard leunen op de percussie. (Yannick)

Moor Mother – Black encyclopedia of the air

In 1969 hebben historicus John H. Clarke en ethnomusicologist Alan Lomax de ‘Black Encyclopedia of the Air’ geschreven. Het is een ambitieus project gemaakt om de geschiedenis van de Afrikaanse diaspora in kaart te brengen. Voor haar nieuwste album, zoals ze er overigens aan de lopende band maakt, tracht Moor Mother evenwel in grote mate hetzelfde te doen. Ze neemt ons op het album op een druilerige reis die verschillende genres als jazz en techno aandoet en laat enkele tastemakers mee aan het woord zoals Pink Siifu, lojii en Nappy Nina. (Yannick)

Nala Sinephro – Space 1.8

Hoewel Pitchfork haar prijst als een van de nieuwe Britse exportproducten uit de Londense jazzscene is Nala Sinephro een Belgisch-Caraïbische muzikante, weliswaar wonende te Londen. Op haar debuutalbum ‘Space 1.8’ benadert ze de mature, ervaren stijl van idolen Alice Coltrane en Pharoah Sanders. Bovenop een wiegende laag elektronica doet de crème de la crème van Londen haar zegje: Nubya Garcia en James Mollison op saxofoon, en Emma-Jean Tackery ergens op de achtergrond. Zélf is Sinephro op harp en als zangeres weinig hoorbaar maar haar hartslag klinkt figuurlijk door in iedere song. Van ‘Space 1’ tot en met ‘Space 8’ worden we meegenomen in nieuwe sferen, als transcendente meditatie. Onvoorspelbaar waar je als luisteraar terechtkomt na het doorlopen van de acht ruimtes. (Guillaume)

Nooit Meer Naar Huis – Working title;

Wie het Gentse nachtleven een beetje bekend is, moet ongetwijfeld al van NMNH hebben gehoord. In 2019 werden de eerste stappen tot het organiseren en cureren van events al gezet. Tijdens de pandemie richtte het collectief zich, zoals vele dj’s, op het online gebeuren. Knechtjong kreeg zelfs de kans om op de gerenommeerde Hard Dance-series van Boilerroom te smijten.

Na enkele ep-releases en mixes kwam het collectief met een ambitieus project op de proppen deze zomer. ‘Working title;’ is een co-gecureerd album waarbij NMNH andere artiesten de kans gaf de curatie op zich te nemen. Die uitbesteding zorgt voor een internationale en multiculturele melting-pot waar verschillende hardere genres elkaar op een bijzonder fraaie en samenhangende manier terug vinden. Het album fietst zo moeiteloos van lento violento, happy hardcore richting glitch, industriële techno en trance. (Yannick)

Palmbomen II – Make A Film

Vanuit Los Angeles laat Nederlander Kai Hugo als Palmbomen II al een tijdje een nieuwe koers horen in zijn muziek. Waar hij eerst opviel als lofi-house producer, kwam de emotionele kant van zijn muziek meer en meer naar boven. Die was al altijd een filmische kant toe te dichten, maar met ‘Make a film’ heeft hij nu ook een soundtrack voorzien, met als doel een horde van het filmische maakproces weg te nemen voor aspirerende regisseurs. Met tracktitels als ‘Sad piece’ of ‘Confusion final’ steekt hij niet weg welk effect hij track per track beoogt. Hoewel er meerdere ‘Melancholic’-nummers zijn, roept gelukkig niet elke synthlijn die emotie op. Hier en daar schuift de zachte tristesse naar het achterplan, zoals op ‘Positive steel drum’. ‘Positive sketch 03’ heeft dat bijvoorbeeld ook. Hier merk je nog net een clubachtergrond op, maar het is duidelijk dat Palmbomen II zich tegenwoordig liever in een (zelf uitgewerkte) dromenwereld bevindt. (Daan)

PinkPantheress – To hell with it

Weinig projecten schreeuwen aan de oppervlakte zo hard “2021” als ‘To hell with it’. PinkPantheress is slechts twintig jaar oud, ze werd ontdekt doordat ze haar nummers promootte via TikTok en haar nummers, die zelden langer dan twee minuten duren, lijken ook perfect op het jongerenplatform bij uitstek afgesteld te zijn. Dit alles in gedachten nemend, is het verrassend hoe retro het hele album klinkt. PinkPantheress vist duchtig uit oldschool genres als drum ‘n bass, twostep en UK garage, maar overgiet alles met een levendig zoomersausje waardoor het geheel nooit oubollig klinkt. (Tobias)

Sematary – Screaming forest

Eerder dit jaar bracht rapper Sematary de waanzinnige ‘Rainbow bridge 3’-mixtape uit, een ware gamechanger die black metal, drill en witch house tot ongeziene, smerige hoogtes bracht. Op halloweenmixtape ‘Screaming forest’ doet hij het wat rustiger aan en blijven de blackmetalgitaren grotendeels aan de haak hangen. ‘Screaming forest’ lijkt wat toegankelijker zijn, al is dat in dit geval natuurlijk heel relatief. Verwacht je nog steeds aan keiharde drillbassen, iele witchhousesynths en een stem die klinkt alsof hij opborrelt vanuit de donkerste krochten van de onderwereld. (Tobias)

Slikback – Melt

De don van Nyege Nyege is dit jaar wéér terug met een nieuw album. Gezien er de afgelopen maanden veel tijd is gewerkt om op afstand projectjes heen en weer te sturen, leek het Fredrick Mwaura Njau schijnbaar geen slecht idee om zijn telefoonboek eens boven te halen en wat artiesten een wip’je te sturen. Resultaat? Een gruwelijk album dat, zoals bij Slikback gebruikelijk is, bol staat van de noisey, keilende post-club bangers. Het opvallende aan het album is evenwel het torenhoge en consistente niveau waarbij elke collaborator bekend (Objekt, Tzusing of Brodinski) als minder bekend (KMRU, Ziúr, Teya Logos of Gran) boven zichzelf uitstijgen. (Yannick)

Sufjan Stevens & Angelo De Augustine – A beginner’s minde

Wie Sufjan Stevens en Angelo De Augustine een beetje kent, weet dat het al jaren boezemvrienden zijn. Een weekendje films bingen, bracht de twee op het idee om een album te schrijven rond hun gemeenschappelijke liefde voor enkele films. Een karrenvracht aan singles dienden als een rode loper voor dit gesmeden pact. Op basis van de uitgegeven singles konden we al veel scènes aan elkaar knopen en werden de spanningen tot een absoluut hoogtepunt gedreven aangezien ze stuk voor stuk right in the feels binnenkwamen – en gezien het volledige plaatje, worden die verwachtingen volledig ingelost met een Stevens die na enkele wisselvallige albums weer op een hoogtepunt fungeert. (Yannick)

Tomu DJ – Feminista

Waar Tomu DJ eerder bekend stond om haar footwork-sound, veranderde een auto-ongeluk haar aanpak. Toch blijft ritme een kerningrediënt van haar producties. Op ‘Feminista’ nemen die de vorm aan van lichte breakbeats en zachte reggaeton- en dancehalldrums. Het resultaat is een album dat troostend warm aanvoelt, zoals wanneer snaren het overnemen op ‘Schizoaffective’ of ‘Cali / Florida’. Elders wordt toch nog een knipoog gedaan naar haar meer clubgerichte ouder werk. ‘Pretty stuff’ laat de breakbeats de vrije loop, ‘What’s next’ doet dat ook, maar opnieuw komen daar die warme klanken bij. Een vreemde eend in de bijt is dan weer ‘Rock69’, maar hoewel hier meer richting house gekeken wordt, past het sonisch toch in een soms breekbaar, meer evenzeer pulserend album dat parallellen trekt met pakweg DJ Python of Kelman Duran. (Daan)

Villagers – Fever dreams 

Villagers weet als de beste hoe ze zieltjes moeten winnen. Zelfs na vijf albums zijn Connor O’Bren en co dat kunstje duidelijk nog niet geleerd, want ook ‘Fever dreams’ heeft op ons weer hetzelfde effect. De instrumentatie is guller en nog warmer dan de klassieke indiepop/folk die we vonden op ‘The art of pretending to swim’. Het geëxperimenteer met dermate rijk klankenpallet werpt op het album z’n vruchten af met ‘The first day’, ‘So simpatico’ en ‘Restless endeavour’ als hoogtepunten. (Yannick)