Singlereview: David Bowie – Blackstar

door Alexander Spriet

David Bowie is jarig en iedereen mag meevieren. Op 8 januari, de dag dat hij 69 wordt, vergast het Britse icoon ons immers op een nieuw studioalbum dat ‘Blackstar’ meekreeg als titel. Deze week kregen we al het gelijknamige nummer te horen, een klepper van maar liefst tien minuten. Onze schrijvers fileerden het met veel precisie en lieten hieronder hun bedenkingen achter.

Matthias Desmet: Het bejubelde terugblikalbum ‘The next day’ zou misschien een mooie carrièreafsluiter geweest zijn, maar dat weerhoudt The Dame er niet van nieuw materiaal te blijven releasen en weer radicaal de futuristische toer op te gaan. Vervormde stemmen, Morphine-saxofoons en zelfs een fluitsolo, de nieuwe Bowie is inderdaad episch, maar melodischer en toegankelijker dan de geflipte krautrock die ons aanvankelijk was beloofd. Decennia hits in het pre-downloadtijdperk leggen een mens geen windeieren, dus hoeft de David Jones niet meer zo nodig de hipste van de klas te zijn, een euvel waar menige Bowieplaat uit de nineties of de nillies wel onder leed. David lijkt vooral aan zijn artistieke aspiraties tegemoet te willen komen de laatste tijd. Als je dan de status en de middelen hebt om de regisseur van ‘Breaking Bad’ in te huren en samen een onbegrijpelijke clip annex kortfilm in elkaar te flansen, is dat mooi meegenomen. Flirtend met het predicaat arty farty, kan deze oude rakker op muzikaal gebied ook nog fascineren. Iedere jonge hond die even ambitieus en ingenieus uit de hoek komt, zou op elke hippe blog worden opgehemeld. – 4/5

Mattias Goossens: Vijfentwintig albums maken en nog steeds moeiteloos begeesteren: het is weinigen gegeven. David Bowie brengt op z’n verjaardag ‘Blackstar’ uit en het tien minuten lange titelnummer is alvast een aperitief waar wij eigenlijk al mee gegeten hebben. De bijhorende clip (of kortfilm zo je wil) is al bevreemdend op zich en Bowies stemgeluid geeft het nog een extra onbehaaglijk kantje. ‘Blackstar’ glijdt van jazztronica over progrock naar een middensectie die haast als een ballade aanvoelt. Het is allemaal zo intrigerend dat het moeilijk is om er een concrete mening over te vormen. Mr. Jones is er in ieder geval in geslaagd om voor de zoveelste maal in de spotlight te belanden en het is benieuwd afwachten naar hoe de rest van ‘Blackstar’ zal klinken. – 3,75/5

Jens Van Lathem: That gum you like is never ever going to come back in style. – 2,5/5

Nick De Baerdemaeker: David Bowie is altijd al een beetje een rare vogel geweest. Hij kiest dikwijls voor een muziekgenre waar hij op dat moment helemaal wild van is en zoekt dan de muzikanten bijeen die volgens hem het meest geschikt zijn om die nummers op te nemen. In het verleden was hij tegen de tijd van de release wel vaak al uitgekeken op dat genre en ging hij verder, met een nieuwe band en een nieuw geluid. Zijn backing band was sinds de start van het millennium echter nauwelijks gewijzigd. Op het nieuwe album ‘Blackstar’ vinden we evenwel geen Gail Ann Dorsey, noch Earl Slick, noch Gerry Leonard. Wel een jazzensemble, waarschijnlijk bestaande uit Tim Lefebvre, Donny McCaslin, Mark Guiliana en Jason Lindner. We zeggen waarschijnlijk want zoals vaak bij Bowie blijft alles heel mysterieus, maar een koerswijziging is in ieder geval heel duidelijk te horen. Het nummer zelf is opgedeeld in 3 verschillend klinkende luiken die naadloos in elkaar overlopen; een trucje dat hij al uithaalde met ‘Station to station’ en toegegeven, het werkt nog steeds. ‘Blackstar’ lijkt wel een compilatie te zijn van eerder bekende Bowie-geluiden. Je hoort flarden ‘Earthling’, ‘Outside’, ‘The man who sold the world’, ‘Low’ en toch klinkt het geheel als iets wat je nog niet van de man hoorde.

Bij de single, die eerder al werd aangekondigd als soundtrack voor de begingeneriek van de nieuwe BBC-reeks ‘Black panthers’, loste de Brit ook een 10 minuten durende, duistere en dreigende promoclip. “De experimentele Bowie is terug!” is de eerste reactie die in ons opkomt gezien de bevreemdende video die meer vragen oproept dan antwoorden. “In the villa of Ormen”, klinkt het zo dreigend en herhalend, schijnbaar refererend naar de Franse schrijver César Egasse Du Boulay. Het decor heeft daarbij wel wat weg van de set van ‘Labyrinth’, een Bowie waar een hele generatie jonge kinderen mee opgroeide. Die schedel in dat ruimtepak en het zwevende, onthoofde skelet in de ruimte, zou het kunnen dat het Major Tom is? Die drie gekruisigden, dansend, bevend, stervend… En tenslotte dat boek waar hij mee staat te zwaaien, is het een bijbel ? Zoals gezegd, meer vragen dan antwoorden, maar één ding staat vast: zo verfrissend en anders klonk Bowie niet meer sinds het fantastische en eveneens zeer bevreemdende ‘1.Outside’ uitkwam; ondertussen toch ook weer 20 jaar geleden. Op naar 8 januari voor de release van ‘Blackstar’. Een beter verjaardagsgeschenk van de man kunnen wij ons alvast niet indenken. – 4,5/5