Vallende sterren: over de individuele en collectieve zoektocht van Aïsha Devi

door Thomas Konings

Moest ik netjes de deadline voor dit stuk gehaald hebben, dan was het onderwerp van dit artikel van een heel andere aard geweest. Maar kijk, de voorbije dagen dook daar ineens het debuut van Aïsha Devi op en het zou echt zonde zijn om daar niet dieper op in te gaan. ‘Of matter and spirit’ is immers niet alleen een sterke plaat, maar ook een ontzettend boeiend werk dat zowel qua achtergrond als qua betekenis een diepere beschouwing verdient. Het is een album dat heel erg hedendaags aanvoelt qua productie en thema’s, maar tegelijk ook erg futuristisch klinkt. Je kan het qua context dan ook vergelijken met Elysia Cramptons waanzinnig sterke ‘American drift’, dat ik hier vorige maand heb proberen doorgronden.

aisha devi

Dus, Aïsha Devi – vroeger ook bekend onder de artiestennaam Kate Wax die ze gebruikte bij releases op James Holden zijn label Border Community. Ik leerde haar vorig jaar kennen dankzij een release op haar eigen label Danse Noir, dat ook al materiaal van Vaghe Stelle (Italiaanse producer met co-sign van Nicolas Jaar) en de Portugees IVVVO uitbracht. Onze eerste ontmoeting was bijzonder, ‘Hakken dub’ sprak in eerste instantie namelijk vooral aan door het progressieve idee om gabbermuziek tot kunst te verheffen. ‘Throat dub’ ging zelfs nog iets verder: dat nummer trakteerde de luisteraar op meer dan negen minuten keelgezangen. Twee maanden geleden keerde de Zwitserse terug met een nog steeds experimentele, maar toch veel meer toegankelijke sound die de ‘Conscious cunt’-ep waanzinnig interessant maakte en vandaag is er dus ook een langspeler die het vernieuwde geluid verder verkent.

Hoewel er dus een hele verschuiving is qua klank – die overigens samengaat met een platencontract bij het innovatieve Houndstooth-label (18+, Throwing Snow) – lijken de onderliggende thema’s nog steeds dezelfde. Trance en andere soorten religieuze vervoeringen stonden al centraal bij het oude materiaal, maar worden nu minder nadrukkelijk gepresenteerd en geïmplementeerd in een meer hedendaags pakketje dat aan een paar andere vooruitstrevende muzikanten doet denken. Daarover zo meer, eerst meer uitleg over die godsdienstige component.

Devi wil niet zomaar scoren met bepaalde rituele geluiden, ze heeft Tibetaanse en Nepalese roots en gaat zowel fysiek als in haar muziek op zoek naar haar identiteit. In India probeert ze haar vader, die ze nooit kende, op te sporen; in haar songmateriaal probeert ze het deel van die cultuur dat ze in zich heeft dan weer te verkennen. ‘Throat dub’ maakte die zoektocht dankzij keelgezangen overduidelijk, maar ook op de kersverse langspeler kan je niet naast het indrukwekkende spirituele gezang en roesopwekkende melodieën. Op opener ‘Adera’ spookt de Zwitserse haar stem grillig rond, ‘Mazdâ’ klinkt dankzij onwaarschijnlijk hoge maar erg gecontroleerde zang zelfs buitenaards en op ‘1%’ stromen vocals niet boven maar tussen de instrumentatie, als een gelijkwaardig middel om tot het hogere te komen. Het toont aan dat vocaal pronken niet de bedoeling van Devi is, maar dient om een geloofsconnectie te maken.

Op een gelijkaardige manier is het individu ook weer niet zo belangrijk, zegt ze in een interview met SHAPE: “it’s more about realising who we are as a human collective and going back to our rituals.” De producer haar queeste is zo voor de luisteraar een manier om zelf in extase te geraken en te proeven van onze collectieve rituelen. Muziek en spiritualiteit zijn altijd hand in hand gegaan en de Danse Noir-leidster lijkt ons die link opnieuw te tonen met elektronica, die sowieso naar haar (en mijn) mening vaak hogere sferen opzoekt, in een erg 2015-jasje. ‘Mazdâ’ lijkt wel een mystiek zusje van een FKA twigs-nummer, ‘Numen J’ proeft een tikkeltje naar James Ferraro en elders doen de synths denken aan werk van bijvoorbeeld Fatima Al Qadiri en Arca. Met haar waanzinnige vocals zie je Devi enerzijds dan ook als een mogelijk boegbeeld van de underground-electronicascene, anderzijds besef je dat haar prioriteiten niet liggen bij het worden van een soort alternatievere twigs en snap je dat zo’n rol (met popster-achtige verheerlijking) een afleiding vormt voor het uiteindelijke doel van haar filosofie.

Het belangrijkste is echter dat ‘Of matter and spirit’ ook daadwerkelijk werkt. ‘Adera’ doet m’n slaperige hoofd elke ochtend in duizend stukjes spatten, ‘Initiation to an illusion’ slorpt me met huid en haar op, en ‘Kim & the wheel of life’ en ‘1%’ doen me nietiger voelen dan dat befaamde neutrino-deeltje. De hoogtepunten van het album brengen je echt in een soort trance die transcendentale effecten heeft. Dat klinkt, zeker gezien de rest van dit artikel, best religieus; en voor sommigen zal Aïsha Devi’s muziek dat ook zijn, maar voor mij bevat die een cocktail van verwondering, betovering en bevreemding die de beste kunst kenmerkt en een escapistische uitwerking heeft.

Aïsha Devi speelt op vrijdag 6 november op het schiev Festival in de Beursschouwburg (tickets & info).