Overdonderend. Dat vat het concert van Chappell Roan op Pukkelpop waarschijnlijk nog het beste samen – op de beste manier mogelijk. Roan mocht voor haar eerste stop ooit langs België meteen het hoogste schavotje bekleden op de affiche van Pukkelpop. Een gok die volledig geslaagd bleek. “I get the job done“, klonk het in ‘The giver’. Awelja. Foto via Pukkelpop, genomen door Jokko.
Bij het vallen van de avond, nadat Oscar & The Wolf iets daarvoor de rode loper al had uitgerold, beklom de Amerikaanse het hoofdpodium. In een gloed van roze en lila stoof ze weelderig langs de kantelen van haar feeërieke kasteeldecor. Tim Burton meets Lady Gaga, zo leek het. Vanaf de eerste noot – ‘Super graphic ultra modern girl’ – leek de massa niet te bestaan uit toeschouwers, maar uit een collectieve ziel.
Roan houdt geen blad voor de mond. De rode lopers, de awardshows – op en naast het podium, haar muziek zélf… Roan kleurt buiten de lijntjes van het muzieklandschap. En daar kan ze niet altijd even veel bijval op rekenen. Nochtans gebruikt ze haar platform, haar troon om allerhande taboe’s uit de wereld te helpen. Van queerness tot mentale gezondheid en het bewaken van haar, maar ook anderen hun grenzen. Met een whiff van haar toverstafje en een sprongetje op het podium verdween het conformisme, het steeds maar moeten normaal zijn, als sneeuw voor de zon.
Er was humor, maar altijd met gevoeligheid verpakt. Tijdens ‘The Giver’ dook ze ineens in een bouwhelm vol fanpapieren – berichten over exen en liefdesperikelen, voorgelezen met een ironie in haar stem waar zelfs Bart De Wever nog een puntje aan kan zuigen. Een moment dat de speelruimte tussen performer en publiek tot huiselijkheid omvormde. Nieuwe single ‘The subway’ ontpopte zich over de weide al snel tot een nummer dat het hele weekend nog door je hoofd zal spoken. Op nummers als ‘Casual’ en ‘Coffee’ toonde Roan dan weer dat ze ook je gevoelige snaar weet liggen. Elders, in ‘Red wine supernova’ gaf ze je op een briefje wat voor een klok van een stem ze wel niet heeft. Dat ook nog, ja.
De energie ging crescendo richting het einde. Met ‘Hot to go!’, ‘Good luck, babe!” en “Pink pony club” ontplofte het festivalterrein in een oceaan van bekkens en glitter. Wat blijft over? Een show die enerzijds als popfeest door het leven ging, anderzijds als ritueel van zelfliefde. Chappell Roan geeft niet alleen liedjes, ze schenkt ruimte – queer, kleurrijk en vol fantasie. Het is pop met een missie: bevrijdend, eerlijk en onvergetelijk.