Op hun nieuwe plaat ‘Mothership’ laat Flying Horseman een funkier geluid horen dan op vorige albums. Voor Bert Dockx was Jasper Maekelberg de geknipte persoon om die ontwikkeling vast te leggen. Een interview over nieuwe dingen uitproberen, intensieve repetities en de invloed van Afrikaanse muziek.
Tijdens de lockdown brachten we noodgedwongen allemaal meer tijd door thuis. Waardoor we allen andere dingen moesten zoeken om ons mee bezig te houden. “De eerste twee weken van de lockdown heb ik me heel slecht gevoeld. Dan heb ik van Radio 1 de vraag gekregen om thuis filmpjes te maken. Het was heel leuk om mij terug met iets bezig te kunnen houden. Ik heb voor hen twee covers opgenomen en gefilmd waardoor ik me al terug wat beter voelde. Ik ben ook opnieuw beginnen gitaar spelen zoals ik dat vroeger deed, zonder doel en meer voor het genot. Zo ben ik ertoe gekomen om mijn gitaarcollectie wat uit te breiden online. Ik speel al twintig jaar op dezelfde gitaar en koop bijna nooit andere gitaren omdat ik daar simpelweg het geld niet voor had. Nu eigenlijk nog altijd niet, maar goed (lacht). Dat ik nieuwe gitaren ben beginnen kopen is eigenlijk getriggerd door ‘Mothership’, de nieuwe plaat. Die heb ik opgenomen met een Silvertone, een van de weinige gitaren die ik in huis heb naast mijn Ibanez.”
“Tijdens de repetities voor het nieuwe album moest ik soms ook voor andere bands spelen en had ik niet altijd zin om mijn gitaar over en weer te sleuren. Ik had die Silvertone gewoon in het repetitielokaal van Flying Horseman laten staan waardoor het de gitaar van de plaat is geworden. Ik ben nu van plan om al mijn gitaren opnieuw te verkopen en een of twee echt goede vintage gitaren te kopen. Die zijn misschien wat duurder, maar ik heb recent eens op zo’n gitaar gespeeld en het is toch echt een wereld van verschil.”
Vroeger nam ik vaak al afgewerkte songs mee naar de repetitie maar dat is nu niet meer het geval, nu is er meer een wisselwerking tussen mij en de band
In augustus 2018 repeteerde de band voor het eerst in een tijdje weer met de volledige band en begonnen de ideeën voor het nieuwe album tot stand. “Tussen augustus en november hebben we met periodes intensief gerepeteerd. Wanneer we beslissen om aan nieuw materiaal te werken verzamel ik wat ideeën die ik heb liggen en neem ik die mee naar de band. Vroeger nam ik vaak al afgewerkte songs naar de repetitie maar dat is nu niet meer het geval, nu is er meer een wisselwerking tussen mij en de band. De invloed van de rest van de band wordt bij elke plaat steeds groter en dat is nu zeker het geval. Dit album is echt een heel collectief proces geweest.”
Voor deze plaat werkte Flying Horseman voor het eerst samen met Jasper Maekelberg van Faces on TV. “Die samenwerking verliep heel goed eigenlijk, ik heb er alleen maar goede dingen over te zeggen. We hadden van in het begin het idee voor deze plaat om iets anders te doen. We wilden een kortere plaat, kortere songs, minder lange arrangementen. We wilden allemaal samen eens uit onze comfortzone treden. Jasper is er eigenlijk relatief laat in het proces bijgekomen. Een klein half jaar voor we de studio in gingen hoorden we van ons label, Unday Records, dat Jasper interesse had om met ons samen te werken. Ik heb toen eerst een paar keer met hem afgesproken en we hebben gepraat over muziek en samen geluisterd naar enkele dingen. Een paar maanden voor de opnames is hij dan eens naar de repetitie gekomen om notities te maken waarover we dan gepraat hebben. Daarna hebben we vrij snel live de plaat opgenomen.”
“De basisopnames met de band waren op vier dagen klaar en het proces was echt leuk. Jasper werkt altijd uit dezelfde studio in Nederland die voor hem wordt gehuurd en daar zijn ook slaapplaatsen bij. We zijn daar met de band tijdens de opnames blijven slapen, iets wat we ook nog nooit gedaan hadden. Normaal rijden we na de opnames allemaal terug naar huis en nu voelde het aan alsof we met de band op kamp waren wat heel fijn was. Je zit daar in het midden van de velden waar niks te doen is en je bent alleen maar met de muziek bezig. Jasper heeft echt een perfecte balans gevonden tussen wat wij wilden en wat hij ogen had. We hebben de muziek opgenomen die we wilden opnemen en toch heeft hij vaak invloed gehad. Hij communiceert echter zo goed dat hij erin slaagt om zijn zin te krijgen zonder dat je het gevoel hebt dat hij je moet overtuigen. Als hij dan al iets voorstelde waar we niet voor te vinden waren is daar ook nooit stress over geweest. Ik wou van in het begin dat de plaat zou glanzen en Jasper was daar de perfecte man voor.”
‘Mothership’ klinkt een pak funkier dan de eerdere platen van Flying Horseman die meer geworteld zijn in duistere blues. “Ik denk dat die funk altijd al een beetje aanwezig was in onze sound. Op ‘Rooms/ruins’ heb je bijvoorbeeld ‘Fever room’ wat ook al vrij funky was. Voor mij zijn die Afrikaanse invloeden en postpunk er vanaf het derde album wat beginnen insluipen. We zijn ook allemaal grote fans van Talking Heads en die invloed is nu wat meer naar boven gekomen. Toen ik met Jasper babbelde bleek trouwens dat ‘Remain in light’ van Talking Heads een van onze favoriete platen was. Ik denk ook dat het feit dat Flying Horseman steeds funkier wordt komt doordat ik veel naar Afrikaanse muziek luister, wat uiteindelijk de basis is van funk. De laatste jaren heb ik de gewoonte om met Martha van de band naar optredens te gaan kijken en daarna te gaan dansen. Die sfeer wilden we op dit album graag ontwikkelen. Sommige mensen zullen denken dat Jasper de reden is dat het verschil nogal groot is met andere platen, maar dat klopt niet volledig. Ik denk eerder dat hij de perfecte persoon was voor de ontwikkelingen die al bezig waren in de band vast te leggen.”
“Ondertussen ligt dit album alweer een eindje achter mij en zijn de twee songs die we opgenomen hebben, maar niet voor deze plaat gebruikt hebben een pak donkerder. Ik denk dat het ons hardste en meest doomy nummers tot nu toe is. Het zou best wel eens het startpunt van een nieuwe plaat kunnen zijn.”
De nieuwe plaat richt zich meer naar buiten toe dan vorige albums en we horen je op nummers zoals ‘Set/reset’ ook steeds meer experimenteren met je stem. “Ik voel me ook steeds meer op mijn gemak met mijn stem, ik kan ze nu als luisteraar zelf verdragen, iets wat lange tijd niet het geval was. Ik ontdek gewoon dat ik meer kan dan ik dacht. Ik heb geen heel wendbare stem en zal nooit een zanger zijn zoals ik een gitarist ben. Op mijn gitaar kan ik verschillende dingen en ben ik heel expressief. Toch heb ik deze keer een paar grenzen verlegd zowel hoger als luider. Ik ben daar heel blij mee en ik geniet ook heel hard van zingen nu. Vroeger was mijn stem vooral een manier om teksten over te brengen terwijl ik mij nu steeds meer als zanger begin te zien. Het is leuk om te merken dat er meer mogelijk is dan ik gedacht had hiervoor.”
“De band stimuleerde mij ook echt, er was een wederzijds vertrouwen in de band waardoor iedereen er steeds meer in slaagt om zichzelf te zijn binnen de band. In het begin van Flying Horseman kwam ik met songs, stemmen en gitaar en een idee voor hoe de song moest worden. De bandleden konden er wel op hun eigen manier iets van maken, maar het was toch anders dan nu. Ondertussen kennen we elkaar goed en vertrouwen we elkaar zodat iedereen al iets durft spelen of zingen waarvan ze vroeger misschien zouden gedacht hebben “Dat is die zijn smaak niet, ik zal het maar niet doen”. Ik erger mij vaak aan bands waarvan je merkt dat ze allemaal alleen naar dezelfde albums geluisterd hebben. Het gevaar bestaat erin dat je dan muziek gaat maken die als doorslag klinken van iets van vroeger. Hoe meer we bij Flying Horseman invloeden van iedereen een plaats geven, hoe meer we een eigen sound ontwikkelen. Alle songs op ‘Mothership’ zijn nu in meer of mindere mate samen gemaakt.”
Ik voel me steeds meer op mijn gemak met mijn stem, ik kan ze nu als luisteraar zelf verdragen
De videoclips voor ‘Flare’ en Where do you live’ liggen stilistisch zo dicht bij elkaar dat we ons afvroegen of ze misschien verder bouwden op elkaar. “Nee, niet per sé. Dat idee is pas later ontstaan. Ik had gewoon een basisidee voor ‘Where do you live’ waarbij we een huis zouden zien en dat de camera erin gaat waarna je een maquette zou zien van het huis waar je weer in gaat en het opnieuw begint. Jonas Wellens van Visuals Internationals die de clip heeft geanimeerd en gemaakt voegde daar dan ook zijn eigen suggesties en ideeën aan toe, maar op dat moment hadden we nog niet beslist dat ‘Flare’ ook een single ging worden. Toen dat vastlag heb ik opnieuw met Jonas gebrainstormd en dacht ik dat het leuk zou zijn om een zusterclip uit te brengen van ‘Where do you live’. Het idee is dan ontstaan om die tweede clip als referentie naar de eerste te maken omdat ‘Flare’ over een koppel gaat waarvan je dan in de eerste clip hun huis zag. Dat is dus allemaal gaandeweg ontstaan en op zich zijn die nummers niet meer met elkaar verbonden dan de andere nummers op de plaat.”
“Ik amuseer mij ook met links te leggen tussen de nummers, zowel op muzikaal als tekstueel vlak. Dat zijn dingen die volgens mij niet altijd opvallen, zoals een motief dat eens terugkomt, maar die volgens mij wel voor cohesie zorgen. Dat gaat ook automatisch voor een stuk aangezien je in de periode dat een album tot stand komt met dezelfde dingen bezig bent. Op deze plaat ga je bijvoorbeeld minder teksten horen over een existentiële crisis van mij, maar meer teksten over genderpolitiek omdat dat iets was waar ik toen veel mee bezig was. Daarnaast zijn er ook thema’s die bij mij altijd terugkomen, zoals een bepaald soort dystopisch nabije toekomstbeeld, een bepaalde onvrede over de maatschappij en de opkomst van rechts autoritaire regimes. Dat is bij mij geen rationeel proces, maar dingen waar ik al heel mijn leven mee bezig ben en die hun weg vinden naar mijn teksten.”
Nu fysieke optredens niet kunnen doorgaan verloopt de promotie ook anders dan normaal. “Een groot deel van de promotie is nu al gebeurd met de singles maar daarnaast gaan we op 25 juni spelen in de Handelsbeurs en zal dat optreden gratis gestreamd worden via het Facebook evenement en hun site. Er komen er misschien nog, maar dat is allemaal nog wat onzeker nu. Het eerste fysieke liveoptreden zou op 10 oktober in de Handelsbeurs zijn. Om iets meer mensen de kans te geven dat optreden te zien gaan we misschien twee dagen na elkaar spelen of meerdere sets op een dag. Live spelen is wel echt waar het om draait bij ons, meer nog dan platen maken. We zitten dus enorm te wachten te wachten tot we weer onze muziek kunnen delen met een publiek in een ruimte.”