Hoe Flying Horseman een betere band werd dankzij nieuw project ‘ROOMS/RUINS’

door Pieter D'Hooghe

Toen kunstencampus deSingel in Antwerpen een nieuwe artist in residence zocht, benaderden ze Flying Horseman. Het sextet ging in op de uitnodiging en sluit zijn residency binnenkort af met de première van ‘ROOMS/RUINS’, het project waar ze zeven weken lang intensief aan werkten. Wij gingen tekst en uitleg vragen bij Bert Dockx, muzikale duizendpoot en aanvoerder van de band.

Foto’s van Anton Coene.

Indiestyle: Op een gegeven moment vraagt deSingel of je artist in residence wil zijn. Zeven weken lang, volledige carte blanche. Is dat iets waar je over twijfelt voor je toezegt?

Bert Dockx: Ik was blij met de vraag omdat het een buitenkans vormde om een bepaalde periode heel geconcentreerd, dag in dag uit, met onze eigen muziek bezig te zijn. Normaal liggen onze repetities verspreid over een jaar omdat het een heel gedoe is om ons zessen samen te krijgen. Het leek me dus een luxe om elke dag, op dezelfde plek, verder te kunnen gaan op wat we de dag ervoor achtergelaten hebben. Toch heb ik getwijfeld, vooral omdat het eindresultaat meer gekaderd werd als een ‘voorstelling’ dan als een ‘concert’. Het leek alsof ze veel speciale extra’s verwachtten. Uiteindelijk ben ik blij dat we toegezegd hebben, ook al is het uiteindelijk niet zó veel meer dan een concert geworden.

Die andere manier van aanpakken, dat dag in dag uit samen zijn, heeft dat de muziek beïnvloed?

Wat we gaan brengen met ‘ROOMS/RUINS’ is wel degelijk een beetje anders dan wat we ervoor deden. Qua stijl is er een zekere evolutie opgetreden. Milan Warmoeskerken speelde vroeger synths bij Flying Horseman maar is overgeschakeld op gitaar toen Loesje en Marthe (Maieu, n.v.d.r.) dat voor hun rekening namen. Zijn solowerk is echter altijd meer elektronisch geweest en bij dit project komt die kant van Milan weer naar boven. Daardoor ben ik opeens de enige gitarist en speel ik op een andere manier. Maar ook Matthias, de bassist, laat bijvoorbeeld zijn invloeden uit de metal- en progwereld de vrije loop. Vijf jaar geleden zou dat allemaal niet gebeurd zijn. Ik kwam af met een structuur en een plan waarbinnen zij mochten werken. Nu was er meer plaats voor iedereen om zijn eigen invloeden in te brengen.

Die evolutie was misschien ook opgetreden als we gewoon een plaat hadden opgenomen maar deze residency gaf ons wel het gevoel dat we bepaalde dingen meer konden uitdiepen. We zijn zeven weken lang met niets anders bezig geweest dan dit project. Dat is best lang voor een groep die de gewoonte heeft een plaat te maken na enkele verspreide repetities. In het begin hadden we dan ook het gevoel dat we immens veel tijd hadden. Dat gaf ons ruimte om te experimenteren en om dingen te proberen waarvan we niet zeker waren of we ze wel echt wilden gebruiken. Iedereen kon, in alle vrijheid, ideeën aanbrengen. Afrikaanse muziek is bijvoorbeeld altijd een invloed geweest van Flying Horseman maar nu hebben we ook elementen van populaire Afro-Amerikaanse muziek, funk en soul, in de muziek binnengebracht.

Daarnaast heeft deze intense periode ons ook een betere groep gemaakt, als mensen. (lacht) Er was minder ruzie dan anders. Alles ging er rustiger aan toe en we lieten meer ruimte voor elkaar, in alle opzichten. Ook dat is niet onbelangrijk natuurlijk.

De – naar eigen zeggen vermoedelijke – setlist werd onlangs gedeeld op Facebook. Ze is in drie grote delen onderverdeeld. Is er daar een specifieke reden voor? Is het stuk verdeeld in thema’s of iets dergelijks?

Een van de dingen die ik mij op voorhand had voorgenomen was te proberen om een ononderbroken muziekstuk te maken, zonder ruimte tussen de nummers. We hebben, na een playthrough vorige week, gevoeld dat het toch wat zwaar op de maag lag. Dan hebben we de nummers onderverdeeld in drie blokken. In elk blok zijn er drie à vier songs die met elkaar verbonden zijn via instrumentale stukken en die een eigen flow hebben, een eigen dynamiek, een begin en een einde. Daar ben ik heel blij om. Het is ook iets dat we niet gedaan hadden, mochten we gewoon een plaat gemaakt hebben. Het geeft een heel ander gevoel. Ideaal ook voor een zittend publiek, wat het geval zal zijn bij deze tour.

Zit er een algemeen concept of boodschap achter ‘ROOMS/RUINS’? Het klinkt alvast als veel meer dan een gewone verzameling nummers.

De titel zelf is er intuïtief gekomen. Eigenlijk is alles bij Flying Horseman nogal gebaseerd op het intuïtieve. We vertrekken niet vanuit een bepaald concept of een bepaald thema maar dat vormt zich geleidelijk aan wel. Ik begin dan na een tijd ook meer en meer de rol van dramaturg op mij te nemen om te zoeken naar een balans, zowel in het muzikale als in het inhoudelijke. Maar de titel verwijst wel naar een thematiek die bij Flying Horseman altijd terug komt: de spanning tussen het intieme en de buitenwereld. ‘Rooms’, kamers, slaat op wat zich afspeelt in het hoofd en ‘Ruins’ op wat zich daarbuiten afspeelt: politiek, de samenleving… Het kleine en het grote. Je probeert als muzikant altijd om jezelf als individu uit te drukken maar tegelijkertijd wil je ook iets creëren met een universeel draagvlak, iets dat iedereen kan aanspreken.

Los daarvan is er ook altijd een soort van apocalyptisch element geweest in onze muziek, het idee dat er iets staat te gebeuren. Ook nu keert dat heel hard terug. Er is heel veel spanningsopbouw maar die eindigt niet per se in een bevredigende climax. Het woord ‘Ruins’ doet daar ook wel wat aan denken, eigenlijk. Het roept associaties op met oorlog, vergankelijkheid, tijd. Het is een sinister iets, een ruïne. Toch zie ik het niet als iets puur negatief. Om iets nieuw te hebben, moet het vorige afsterven. Dingen komen, dingen gaan. Dat zit ook vervat in het concept van een ruïne.

Na de première gaan jullie met het project op een korte tour door België en Nederland. Wat gebeurt er daarna met de muziek van dit project?

We gaan de muziek ergens in de loop van het jaar wel opnemen tot een plaat. Een exact tijdschema is er nog niet. Momenteel werken we gewoon aan de live-ervaring en dat gaan we dan wel in albumvorm willen gieten. Het zal dan misschien wel in een aangepaste vorm zijn. Het is allemaal nog wat… Onduidelijk. Tijd zal het uitwijzen.

Wij zijn alvast erg nieuwsgierig naar het eindresultaat van deze residency. Flying Horseman stelt het project op vrijdag 24 februari voor in deSingel in Antwerpen. Daarna zal ‘Rooms/Ruins’ nog te zien zijn in AB (Brussel, 01/03), Handelsbeurs (Gent, 02/03), TivoliVredenburg (Utrecht, 17/03), Muziekclub 4AD (Diksmuide, 18/03), C-mine Cultuurcentrum (Genk, 22/03), Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond (Amsterdam, 23/03) en LUX (Nijmegen, 24/03).