Interview BRNS – Plezier maken, en daarna zien we wel

door Filip Van Der Elst

Een van de meest opgemerkte debuut-EP’s uit eigen land van het afgelopen jaar was ongetwijfeld ‘Wounded’ van BRNS (op Indiestyle nog terecht met vier sterren bedacht). Hun handelsmerk: een wonderwel functionerende mix van experimenteel gitaargefrunnik, explosief drumwerk en huppelende melodieën. Het Belgische antwoord op Foals, misschien? We vermoeden dat ze die vergelijking zeker als een compliment zouden beschouwen. De sympathieke Brusselaars gaven op het feestje voor de vierde verjaardag van onze site in TRIX het beste van zichzelf. Het spreekt voor zich dat we de helft van de band vooraf even konden strikken voor een dieper inzicht in het fenomeen BRNS. Want zeg niet dat wij het gezegd hebben, maar deze heren zouden het wel eens ver kunnen schoppen.

Indiestyle: Het valt op dat BRNS geen vaste zanger heeft: jullie grijpen allemaal wel eens naar de micro. Allemaal zo’n drang om te zingen?
Timothée Filippe (drum/zang): We hadden gewoon niet de noodzaak om zoals de meeste rockbands met één zanger/frontman te werken. Bij de muziek die wij in ons hoofd hebben, hoort niet meteen één zanger. Het is natuurlijk even wennen om als drummer ook te zingen, maar we hebben allemaal geleerd om vanuit verschillende instrumenten musiceren te combineren met zang.
Antoine Meersseman (bas/synths/backing vocals): De melodieën worden er ook interessanter op als je met meerdere stemmen werkt. Dat leek ons leuker dan al onze songs te baseren op één iemand die zingt.


Foto Pieter Verhaeghe

Indiestyle: Wijst dat erop dat jullie toch een beetje buitenbeentjes zijn in de Belgische muziekscène, met een iets andere aanpak en een iets andere sound dan de meeste bands?
Timothée: Dat is nooit echt onze doelstelling geweest, maar dat is gewoon zo gegroeid. We maken gewoon de muziek waar we ons goed bij voelen.
Antoine: Er komt natuurlijk altijd wel wat nieuwsgierigheid bij kijken. We tasten onze grenzen af en zien hoever we kunnen gaan. Het eindresultaat van onze bonte mengelmoes aan invloeden zal altijd wel wat apart klinken. Dat is allemaal zeer intuïtief gekomen, pas later hebben we onszelf ook de bedenking gemaakt dat we de dingen toch een beetje anders hebben gedaan dan andere groepen. Wij maken gewoon popliedjes, en dan gooien we daar enkele post-rock- en math rockinvloeden bij.
We hadden helemaal geen concreet idee of objectief toen we aan BRNS begonnen. Ook niet toen we ons eerste materiaal maakten trouwens. Het is niet zo dat we bij het maken van muziek meteen een genre hebben afgebakend waarbinnen we zouden blijven. Het enige doel dat we hadden: plezier maken, en daarna zien we wel. Op dat moment dachten we zelfs niet aan het maken van een plaat of aan live spelen. Dat is allemaal later gekomen.

We hadden helemaal geen concreet idee of objectief toen we aan BRNS begonnen

Indiestyle: Is het nu nog mogelijk om plezier te maken, met al de druk die weleens kan wegen op een jonge band zoals jullie?
Timothée: We hebben nog altijd dezelfde dynamiek en manier van werken als in de beginperiode. En vandaag slaat dat ook aan, dat is geweldig. Maar het is niet zo dat we onze manier van werken volledig omgooien op basis van wat het publiek denkt.

Indiestyle: Jullie maken enerzijds behoorlijk experimentele muziek, anderzijds is er toch nog plaats voor veel melodie en hoekige refreinen. Vallen die twee aspecten makkelijk met elkaar te combineren of zit daar toch een zekere spanning tussen?
Antoine: Als je onze songs terugvoert naar de basis, zijn ze stuk voor stuk pure popnummers. Daarna voegen we daar experimentele elementen aan toe, maar het skelet van het lied blijft wel pop. We proberen een song van bij het begin van een catchy melodie te voorzien, in een latere fase proberen we enkele originele dingen te doen: wat experimenteel gitaarwerk, een ongewoon ritme of enkele vreemde geluidjes erbij. Maar de melodieën blijven wel duidelijk hoorbaar doorheen de songs.
Timothée: We beperken ons vaak ook tot simpele melodieën en eenvoudige riffjes, die vaak terugkomen, maar dan in een ander arrangement, met een ander ritme of in een andere sfeer. Dat geeft de nummers een soort complexiteit mee, hoewel ze op zichzelf eigenlijk behoorlijk eenvoudig zijn.

In de basis zijn al onze liedjes eenvoudige pop

Indiestyle: Met ‘Mexico’ hebben jullie een single die het meer dan behoorlijk heeft gedaan. Geen angst dat jullie daarop vastgepind zullen worden, als “de groep van dat liedje over Mexico”?
Timothée: Dat valt wel mee, ‘Mexico’ is nu ook niet zo’n grote hit. Heel wat mensen kennen ‘Mexico’ intussen, maar velen onder hen zullen ons onderhand ook al live aan het werk hebben gezien. En ik denk dat we op optredens toch ook al hebben bewezen dat we meer hebben dan enkel dat ene lied.
Antoine: ‘Mexico’ is ook ons meest ‘droit au but’ nummer, zo zijn ze natuurlijk niet allemaal. ‘Mexico’ was ook onze eerste song. Vanuit ons kleine repetitielokaal hadden geen flauw benul dat het populair ging worden.
Het kan natuurlijk wel dat mensen op ons volgende album meteen op zoek zullen gaan naar een tweede ‘Mexico’. Dat komt ook omdat dat lied het meest van al beantwoordt aan de structuur en wetten van een traditioneel popnummer: strofe – refrein – strofe – refrein – brug – refrein. Onze andere songs hebben meestal die structuur niet. Het bewijst natuurlijk wel dat die formule ook echt werkt. Wij houden ons gewoon niet bewust aan die formule.
Timothée: Voor we BRNS oprichtten, zaten we in een groep die zich veel meer aan die strakke, radiovriendelijke popformule hield. Maar die groep heeft dan weer helemaal niet gemarcheerd. Dat komt ook omdat we gewoon niet zo’n goede popgroep waren (lacht). Dat was een fase die we moesten doorlopen, voor we bij BRNS echt onze juiste muzikale weg konden vinden. Bij BRNS klinken we meer naturel, omdat we hier echt onze eigen persoonlijkheid hebben ingestoken. De vorige groep was veel minder persoonlijk: één songwriter en wij als backing band erachter.


Foto Bart Vander Sanden

Indiestyle: Jullie zijn een Brusselse band, die veel in Vlaanderen en Wallonië speelt. Hoe verschillen die publieken van elkaar?
Timothée: In Wallonië hebben we vooral een kleiner publiek, omdat de muzieksmaak daar meer naar mainstream pop neigt. In Vlaanderen is er een grotere indie-cultuur. We voelen dat de mensen hier bijzonder enthousiast zijn, ze hebben ook echt een mening over wat we doen.
Antoine: Absoluut. Ze zeggen bijvoorbeeld niet gewoon dat ze een optreden goed vonden, maar ze leggen ook automatisch links met andere bands. Bijzonder interessant allemaal.
Timothée: Het is wel moeilijk om hier echt je plaats te kunnen opeisen, omdat er nog wel meer goede rockbands in Vlaanderen vertoeven. Maar we doen alles stap voor stap, en hebben toch al in verdomd mooie zalen mogen spelen. Het is niet evident om hier een fanbasis op te bouwen, maar momenteel lukt dat wonderwel.

Indiestyle: Waar ligt voor jullie dan de focus in de toekomst?
Antoine: We proberen een zo breed mogelijk territorium te bestrijken, onze focus ligt niet echt op één regio. Op dit moment toeren we veel in Frankrijk en passeren we ook in Zwitserland. Ook Duitsland en Nederland staan zeker nog op ons lijstje.
Timothy: Het is belangrijk om naar het buitenland te trekken en ons aan de muziekliefhebbers daar voor te stellen. Het is interessant om met verschillende soorten publiek in contact te komen en te zien hoe zij reageren op onze muziek.
Antoine: Da’s altijd opnieuw een uitdaging: “hoe kunnen we een publiek dat we niet kennen toch overtuigen?”.
Timothy: Frankrijk is echt zeer interessant op dat gebied. Het is ook een enorm land, dus daar liggen veel mogelijkheden. Onze muziek wordt daar zeer enthousiast onthaald. We hebben in augustus op Rock en Seine gespeeld, en dat was echt geweldig. Het is leuk om voor zo’n groot publiek te mogen spelen, wat in Vlaanderen en zeker in Wallonië toch moeilijker ligt.
Antoine: Als we in Frankrijk komen, worden we ook beschouwd als een internationale band, en dat levert ons vaak ook een goede plaats op de line-up op. Op een Frans festival stonden we bijvoorbeeld tussen Stephen Marley en C2C geplaatst, wat in Frankrijk toch behoorlijk grote namen zijn. Maar het publiek reageert er steeds goed.
Timothy: Eenmaal je vertrokken bent, kan het daar ook snel gaan. We zien nu dat we steeds meer voet aan de grond krijgen in Frankrijk, ook al is er niet zóveel plaats op de festivalaffiches. Er is in dat land een heel andere logica dan in Wallonië, waar we zalen veel moeilijker vol krijgen.


Foto Xavier Marquis

Indiestyle: Misschien zou het in Wallonië al wat vlotter lukken moesten jullie je in het Frans uitdrukken?
Timothy: Nee, want bands die in het Frans zingen hebben het ook heel moeilijk in Wallonië. Soit, in het Frans zingen is nooit echt een optie geweest voor ons. Wij komen uit een meer Angelsaksische cultuur, de muziek waar we naar luisteren is hoofdzakelijk Engelstalig. Dan is het niet onlogisch dat je ook zelf in die taal begint te zingen.
Antoine: Wij zijn ook geen echte songwriters. We zien de zang meer als een extra instrument. De teksten zijn wel belangrijk, maar komen altijd op de tweede plaats. De melodie en de songstructuur staan centraal. Neem nu ‘Mexico’: de slagzin “I’ve never been in Mexico” is er zeer intuïtief gekomen, en de rest van de tekst draait ook rond die zin. Maar de tekst is voor ons niet het belangrijkste element van dat lied.

In het Frans zingen is nooit een optie geweest voor ons

Indiestyle: Mensen leggen in jullie muziek wel al eens de link met WU LYF. Zijn zij een invloed geweest?
Timothée: Nee, want wij bestaan eigenlijk al langer dan WU LYF, en hebben rond dezelfde tijd muziek uitgebracht. Ik vind hun album erg goed, maar ze kunnen ons dus moeilijk beïnvloed hebben.
Antoine: Het is een bizar toeval, want er zijn inderdaad een hoop gelijkenissen. Maar er zijn ook duidelijke verschillen: zij hebben bijvoorbeeld echt een zanger, met een diepe en innemende stem. WU LYF is in hoofdzaak een psychedelische trip, wij gaan meer andere richtingen uit.

Indiestyle: Misschien hebben jullie wel gewoon naar dezelfde dingen geluisterd?
Antoine: Da’s zeker een mogelijkheid. Onze invloeden zijn in oorsprong de typevoorbeelden van grote rockbands, zoals Muse, Radiohead en The Strokes. Maar ook de innemende post-rock van op het Canadese Constellations-label, zoals A Silver Mt. Zion, heeft absoluut een invloed gehad op wat we doen. En natuurlijk hebben we een hoop naar math rock geluisterd. Een band als Foals is voor mij veel meer een invloed geweest dan WU LYF, omdat zij veel meer hetzelfde mechanisme als BRNS hebben. Ze zijn in wezen ook een pure popgroep, met toegevoegde elementen uit onder meer post-rock en math rock erbij. In die vergelijking kunnen we ons nog het beste vinden, omdat ze net als wij op zoek zijn naar het juiste evenwicht.

BRNS speelt op 15.11 in de Vooruit te Gent. De toegang is gratis, meer info via vooruit.be.

BRNS website

Ep verdeeld door PIAS