Na verschillende projecten met Nordmann, MDCIII en als sideman bij Dijf Sanders en Sylvie Kreusch heeft Mattias De Craene nu ook een eerste solodebuut klaar. ‘MattiasDeCraene’. Tijd voor een gesprek over de zoektocht naar vrijheid, de solo- ep en samenwerkingen in tijden van corona. (Foto: Francis Vanhee)
De maatregelen rond corona gelden ondertussen al enkele maanden. Tijd genoeg voor ieder van ons om zich met uiteenlopende dingen bezig te houden, ook voor de Gentse saxofonist. “Ik heb mij in de eerste periode bijna uitsluitend met koken beziggehouden. Het liep een beetje uit de hand. ’s Ochtends, ’s middags en ’s avonds was ik zo uitgebreid aan het koken dat er nog weinig tijd voor iets anders overbleef. Moesten ze mij hiervoor gezegd hebben dat er een periode van drie maanden ging komen waarin je niks te doen had, dan zou ik wel gedacht hebben dat ik tegen nu vloeiend Italiaans ging spreken (lacht). Voor de lockdown was het dan weer zo druk dat ik het gevoel had dat ik richting een burn-out aan het gaan was. Dan werd na de laatste repetitie voor ‘Puja’ van Dijf Sanders plots de pauzeknop ingedrukt en ging er niks meer door wat wel een bizar gevoel gaf. Nu is alles zich wat een nieuwe weg aan het zoeken. Er moeten nog wat dingen geregeld worden voor de release van mijn nieuwe ep en met Nordmann komt er in september ook een nieuw album uit. Voor die laatste ben ik ook het mixing en mastering proces wat aan het opvolgen dus ondertussen is er wel weer wat werk naar mij gekomen.”
De broer van Mattias’ vader is Wim De Craene, we vroegen ons af of muziek iets was dat aangemoedigd werd in de familie. “Muziek werd zeker aangemoedigd. Niemand in mijn familie heeft mij ooit een duimbreed in de weg gelegd op dat vlak. In tegendeel, mijn ouders hebben mij van in het begin altijd gesteund en nu nog steeds trouwens. Niet om te zeggen dat we een zeer muzikale familie hebben, ik ben de enige die muziek speelt in de familie buiten mijn nonkel vroeger dan. De buren van mijn ouders maken wel muziek en daar ben ik vroeger als kind wel vaak binnen geweest. Dat heeft wel iets om te zien, piano’s met partituren erop en dat werksfeertje dat er hangt. Niet dat ik daardoor meteen wist dat ik muziek wou maken. Ik denk dat muziek voor mij, net zoals voor veel andere mensen, iets is dat heel makkelijk binnenkomt. Het is een dankbare kunstvorm die heel toegankelijk is en dat voelde ik wel snel aan. Daarna was het een kwestie van dat instrument als medium te proberen vertalen. Naarmate dat je ouder wordt doe je meer ervaringen op en krijg je het gevoel dat je die vertaalmachine in u hebt zitten.”
Ik vind het interessant om te onderzoeken welke laag ik met mijn instrument kan toevoegen of hoe ik er iets mee kan ondersteunen
De saxofoon is vaak niet direct het eerste instrument waarnaar mensen grijpen die muziek willen maken. “Ik ben met saxofoon begonnen toen ik elf was, maar waarom ik net dat instrument koos weet ik nog altijd niet goed. Ik weet wel dat ik toen een aantal plaatjes en cd’tjes had met saxofoon op en dat ik dat wel een mooi instrument vond. Ik heb toen aan mijn ouders gevraagd of ik met sax mocht beginnen en dan ben ik als klein ventje bij zo’n oer-Vlaamse harmonie gaan spelen. Ik heb lang klassieke muziek gespeeld ondanks het feit dat er voor de sax weinig klassiek repertoire is. Het weinige dat er is heb ik wel gestudeerd en zo ben ik uiteindelijk bij jazz uitgekomen. Niet lang daarna hebben we met Nordmann een podiumplaats gehaald op Humo’s Rock Rally wat wel nieuwe mogelijkheden op mijn pad heeft gebracht. Ik kwam in contact met andere bands en andere zalen dan waar je normaal als jazz kwartet in terecht zou komen. Het was wel een fijne wereld om te leren kennen en zo met verschillende bands en mensen te kunnen samenspelen. Het is ook leuk dat ik in deze periode veel vragen gehad heb van bands om hier en daar iets in te spelen. Ik vind het interessant om te onderzoeken welke laag ik met mijn instrument kan toevoegen of hoe ik er iets mee kan ondersteunen.”
Kan er al iets meer verteld worden over welke samenwerkingen dat zoal gaat? “Ik heb net iets voor Faces On TV en Teddiedrum, de vroegere band van Dijf Sanders en Jason Dousselaere, opgenomen. Ze zijn recent opnieuw samengekomen om een poppy project te starten en op hun nieuwe nummer heb ik een sax solo ingespeeld. Dat is wel fijn om te merken dat iedereen nu muziek naar elkaar doorstuurt. Ik heb hier thuis een kleine studio met wat materiaal om op te nemen, niets te zot, gewoon een degelijke micro en voorversterker en daar doe ik het mee. Ik vind het eigenlijk veel comfortabeler om thuis op mijn gemak op te nemen dan in de studio. Ik wil het op mijn manier doen en ik weet hoe ik wil klinken. In een studio sta je vaak alleen in de booth terwijl je met de rest van de band door glas moet communiceren. Meestal zeggen ze dan binnen de tien minuten dat het goed is terwijl ik van mezelf weet dat ik er vijf à zes uur over zou kunnen doen om die simpele solo exact te krijgen hoe ik hem wil (lacht). Dat is ook niet altijd goed natuurlijk want je hoort vaak minpuntjes en oneffenheden die de meeste mensen niet horen omdat je er zo op gefocust bent.
“Tijdens deze periode heb ik elke dag proberen beginnen door mijn microfoon aan te sluiten, mijn pc op te starten en op record te drukken om de meditaties met mijn instrument op te nemen. Saxofoon spelen heeft iets weg van mediteren voor mij, beiden hebben veel met ademhaling te maken. Je begint met een noot en ademt in en uit tot wanneer je niet meer kunt en op den duur komt er vanzelf een soort vingerbeweging waardoor je tot iets komt. Ik heb daar al heel fijne dingen kunnen uithalen op die manier. Dan ga ik er voor de rest van de dag mee aan de slag en probeer ik er iets van te maken door hier en daar wat te knippen en plakken. Het lijkt goed op de manier waarop ik voor deze ep gewerkt heb en het is zeker iets waar ik nog meer mee bezig wil zijn.”
In een interview met Enola uit 2018 bleek ook dat je op een bepaalde manier zingeving en spiritualiteit aan het onderzoeken was. “Ik denk dat ik een beetje op die woorden moet terugkomen. Ik heb daar existentialisme en spiritualiteit wat door elkaar gehaald. Je vraagt je natuurlijk af waarom je hier rondloopt en welke invloed jij kan hebben op de wereld, maar met zoeken naar een godfiguur waar je tot bidt ben ik niet echt bezig. In die zin zit ik ergens in een conflict op dit moment. Voor mij houdt deze maatschappij totaal geen steek. Het enige dat mij in deze maatschappij houdt zijn mijn bands en mijn muziek. Het conflict zit erin dat ik heel hard op zoek ben naar vrijheid en waarin ik die moet zoeken. Zit die vrijheid in muziek, in mezelf of in de omgeving waarin ik mij bevind? Je hebt ook maar één leven, dus welk pad wil ik bewandelen? Veel vragen op dit moment.”
Ik heb er ook bewust voor gekozen om geen artwork op de hoes te zetten omdat het voor mij belangrijk is dat wanneer ik iets maak, het een soort van archiefstuk wordt voor mezelf
Als je in verschillende bands actief bent is het de zaak om uit te zoeken wat je wil gebruiken voor welke band en wat het proces is binnen die bands. “Op het moment dat ik aan iets begin weet ik waarvoor ik het wil gaan gebruiken, maar op die manier kom ik er meestal niet. Ik neem alles op wat ik speel en na een paar maand wanneer ik het wat vergeten ben keer ik ernaar terug. Op die manier kan je er veel helderder over nadenken en zie ik gemakkelijker wat ik voor welke band wil gebruiken. Het werkproces in de studio verschilt ook tussen de bands waarin ik speel. Met MDCIII zijn we de eerste keer met bijna niets voorbereid de studio ingetrokken. We hadden wel een idee over dromen waarmee we begonnen en daarmee zijn we op vier à vijf dagen tijd gaan improviseren. Achteraf zijn we daar dan mee aan de slag gegaan om het vorm te geven door er mee te gaan puzzelen, dat knippen en plakken opnieuw, wat ik super interessant vind. In september komt er voor Nordmann een nieuw album uit en bij dat album is het proces volledig anders verlopen. Hiervoor waren het eerder thema’s en riffs waarmee we de studio in gingen. We hebben nu twee platen gemaakt met Nordmann en het heeft misschien een tijdje geduurd voor we met iets nieuw kwamen, maar we wouden echt een plaat met meer songs op. Dan kan je niet zonder voorbereiding beginnen daarom dat we nu aan Jasper Maekelberg van Faces On TV hebben gevraagd om de pre-productie te doen. Hij weet goed hoe je structuren maakt en hoe je wat meer vlees hangt aan popsongs.”
De muziek voor deze ep is in de periode na de opnames voor het album van Nordmann echt bij elkaar beginnen komen. Met het uitbrengen ervan wil De Craene voor een stuk ook zijn evolutie doorheen de jaren archiveren voor zichzelf. “In samenloop met het album van Nordmann zijn er gaandeweg ideeën ontstaan waarmee ik niet direct ergens terecht kon, maar waarvan ik wel wist dat ik er ooit zelf iets mee wou doen. Een half jaar geleden is het dan allemaal wat bij elkaar beginnen komen. Ik had het gevoel dat ik die ideeën moest concretiseren en vastleggen omdat ik echt de drang heb om dingen alleen te doen ook. Voor mij is het een experiment om alleen muziek uit te brengen. Zolang ik het niet vastleg ga ik mezelf nooit uitdagen om er vooruit in te geraken. Op deze ep wou ik mezelf uitdagen door alles dat je op de plaat hoort met de klanken van mijn sax op te nemen. Ik heb er ook bewust voor gekozen om geen artwork op de hoes te zetten omdat het voor mij belangrijk is dat wanneer ik iets maak, het een soort van archiefstuk wordt voor mezelf. Iets waarin ik kan registreren en vastleggen wat ik op dat moment in de tijd aan het doen was en waar je na een jaar of twee, drie naar terugkijkt om even te heroriënteren. Het ziet er daarom ook een beetje uit als een dossier dat je in een archiefkast zou kunnen terugvinden. Ik heb er wel een quote opgezet die voor mij goed weergeeft waar het op dit album om draait en die ik haalde uit een boekje dat mij in die periode werd aangereikt ‘Our original instructions are to listen to the cloud floating by and the wind blowing by. That’s poetry and prose in English, but it is ‘wakahan’ in the Lakotan language. It means to consciously apply mystery to everything. Everything is alive and has its own consciousness’.”
Water is iets dat een belangrijke rol lijkt te spelen en dat weerspiegeld wordt in de geluiden van golven en in de vloeibaarheid van de muziek zelf. “Tot vorig jaar was het centrale element voor mij met MDCIII vuur op een of andere manier. Die cirkel is ondertussen afgerond waardoor het juist voelde om naar iets anders over te schakelen. Op dit moment is water de blauwe draad die doorheen alles waar ik nu mee bezig ben loopt. Ik had het idee om een aantal videoclips te maken voor deze ep, maar dat is door corona jammer genoeg niet kunnen doorgaan. Voor ‘A rich man’s tale’ dacht ik erover om sterk in te zoomen op het gezicht van een snelheidsschaatser terwijl je in slow motion filmt. Je krijgt dan dat contrast tussen traagheid en snelheid in het gezicht terwijl hij over het ijs gaat. Het thema water komt als verbindende factor dan terug via het ijs in die clip.
Op vlak van optreden voor de ep heb ik nog niet teveel gepland. Voor mij is het nu het moment om hem uit te brengen en op die manier mijn ei kwijt te kunnen en dat zal het wel wat zijn. Alles van optredens wordt nu naar het najaar verschoven, maar tegelijkertijd is het ook heel erg onduidelijk hoe het allemaal in zijn werk zal gaan en of het dan zal kunnen doorgaan. Op dit moment ben ik niet echt bezig met het live aspect, ik heb het materiaal nu zo’n tien keer alleen gespeeld en die tien keer heb ik het telkens anders gespeeld. Het is nog een echt onderzoek naar hoe ik het live ga aanpakken. Ik weet dat ik ergens in de ambient vibe wil drijven en dat is het voorlopig. Ik heb vertrouwen in het feit dat we voor fijne mensen gaan spelen en een leuke tijd gaan hebben zonder op dit moment de stress te moeten hebben om het zotste ooit neer te zetten. Dat wil ik natuurlijk wel liefst zo snel mogelijk moeten doen, maar het is iets dat live uitgeprobeerd zal moeten worden. Het eerste optreden dat eraan komt nu is de 6e novembers als support voor Millionaire in de Handelsbeurs in Gent. Ik ben ook nog bezig om iets voor het Jan van Eyck-jaar te doen over het Lam Gods. Voor dat project werk ik samen met Rien Coorevtis die een beetje mijn partner in crime is. Hij is veel bezig met video en videoprojectie, op de enkele concerten die ik al alleen gedaan heb was hij er telkens bij en was hij op het podium bezig met projecties. Hij zorgt er mee voor om de juiste sfeer te creëren wat toch ook niet onbelangrijk is.”