Header image

Mattias De Craene over zijn eerste soloplaat ‘Patterns for (a) film’:”Het doel is om iets te zoeken waarvan ik het gevoel heb dat ik het ben, iets dat van mijzelf is en dat ik zelf heb gevonden”

door Frederik Laurens

Het afgelopen coronajaar is een productieve periode geweest voor Mattias De Craene. Naast zijn titelloze ep was er met Nordmann ‘In velvet’ en nu dus ook zijn eerste volledige soloalbum ‘Patterns for (a) film’. Foto door Maylie Sterckendries.

Nu er de afgelopen maanden weer wat concerten konden doorgaan, stonden er aardig wat op de agenda.

“Alles kwam bij elkaar, concerten die al drie of vier keer verplaatst waren vielen nu allemaal samen de afgelopen maanden. Met Nordmann hebben we net onze tour doorheen Nederland en België afgewerkt waarbij we toch vijftien concerten hebben gespeeld. Met Dijf Sanders heb ik een aantal keren opgetreden en dan heb ik nog enkele soloconcerten gespeeld. Daarnaast heb ik ook een soundtrack gemaakt voor de nieuwe Canvasserie ‘De prijs van de winnaar’, over de donkere kant van de topsport. Nu zijn we met MDCIII aan een nieuwe plaat bezig. Het is dus best druk geweest.”

“Dat voelt soms wel wat dubbel aan. Ik vind het leuk om op te treden, maar ik ben ook graag thuis. Als het dan veel bands door elkaar zijn merk ik wel dat het minder leuk kan worden. Je hebt ook nog uw leven, uw boekhouding en alles dat op elkaar gepropt wordt (lacht). Ik had het wel gemist hoor, maar ik was vergeten hoeveel je soms onderweg bent. Vaak ben je om één uur ’s middags al weg tot drie, vier uur ’s nachts om een uur opgetreden te hebben. Al de rest is inladen, opzetten, soundchecken, afbreken en onderweg zijn. Dan denk je soms wel wat voor een raar leven is dit, uitputtend.”

Ik zou liefst mijn gerief dan ergens mee naar toe nemen en daar muziek spelen alsof het een hobby is

Dat zo’n tempo niet vol te houden blijft, is een groeiend besef.

“Ik zou graag een jaar of twee de druk er toch wat vanaf willen halen. Zo kan ik opnieuw wat meer met mijn instrument bezig zijn en erop studeren. Er zal een tijd aankomen waar ik even een pauze ga nemen en dat zal niet zo lang meer duren. Gewoon om even te heroriënteren, omdat ik nu het gevoel heb dat ik qua niveau op een plafond zit. Om dat hoger te krijgen voel ik dat er opnieuw wat meer gefocust gewerkt moet worden. Niet dat het ondertussen niet omhoog gaat, maar het heeft nog net dat tikkeltje meer zorg nodig. Eerst komen er nog nieuwe albums met zowel MDCIII als Nordmann uit, maar daarna zal ik me dus waarschijnlijk daarop toespitsen.”

“Op de duur wordt het ook wat dubieus. Het is een soort ratrace eigenlijk, als je niets doet gebeurt er ook niets en heb je als muzikant ook geen inkomsten. Voor je het weet ben je met vanalles bezig en zie je door het bos de bomen niet meer. Het is soms een moeilijke balans om te maken. Dat is waarschijnlijk voor iedereen zo, wat je ook doet in het leven. Het is goed om af en toe eens te kunnen stilstaan en een pauze te nemen. Ik zou liefst mijn gerief dan ergens mee naar toe nemen en daar muziek spelen alsof het een hobby is. Dat klinkt idyllisch, maar ik probeer dat af en toe te doen.”

Voor corona ben je bijvoorbeeld naar Santiago de Compostella gewandeld.

“Dat was bijzonder fijn. Wandelen is een van de dingen die ik het liefst doe. Het is magisch bijna, wanneer je met problemen zit met jezelf, je vriendin of eender wie en je gaat wandelen en praten met die persoon kan je echt je hoofd leeghalen. De plaat die ik nu gemaakt heb blijkt ook best goed te werken tijdens het wandelen.”

‘Paterns for (a) film’ is een album dat bewust niet te glad geproducet is en een wat ruw gevoel heeft. “Voor mij is dat enorm belangrijk, ik wou het volledig rauw en ruw omdat ik dat wel iets vind hebben. Alles is opnieuw volledig met mijn saxofoon opgenomen. Daar ben ik dan met de teksten in de hoes een wereld rond gaan bouwen. Een deel van het proces komt nog steeds van die meditaties of improvisaties waarbij ik begin met een noot aan te houden en daarop experimenteer. ‘Steve O’Riley’ is bijvoorbeeld daaruit ontstaan. Vaak kies ik dan ook voor een opname die het meeste karakter heeft en niet noodzakelijk degene die het best is opgenomen. Voor dit album ben ik ook begonnen met mijn dromen op te schrijven en dan door een vriend tot een vloeiende tekst laten uitschrijven. Uit die dromen komen heel interessante dingen naar boven vind ik, je krijgt er veel inspiratie uit. Het is zo abstract dat je gemakkelijk associaties kan beginnen maken.”

Ik denk dat ik in de toekomst weer naar een puurder en naakter geluid zal evolueren. Dan kan ik opnieuw de confrontatie met mijn instrument aangaan zonder er iets van effecten aan toe te voegen

“Dat suggestieve is ook wat de insteek van de plaat. Hetzelfde heb ik voor het artwork samen met Paule Josephe (kledingmerk van Hannah Vanspauwen & Tiny Geeroms, nvdr) proberen doen. Suggesties waarvan je nadenkt over wat het zou kunnen zijn samen met die textuur van de borduursels. Het voelt zeer organisch aan vind ik waardoor het voor mij een goede match was om met hen samen te werken. De titels van de nummers zijn ook heel willekeurig gekozen, Roy Frusciante en Steve O’Riley zijn allebei geen echte personen. Ik vind het leuk om die vrijheid te nemen zodat er niet al te veel gewicht aan hangt.  Je gooit losse eindjes naar iemand zodat die daar zelf wat op kan fantaseren.”

Ten opzichte van de ep is het nieuwe album samen met het artwork en de teksten veel meer een wereld op zich.

“Voor ‘Patterns for (a) film heb ik veel meer tijd genomen en meer focus kunnen leggen. Het zegt veel over mij vind ik, of het nu interessant is of niet. In die zin leer ik er zelf ook nog altijd veel uit. De reden waarom ik platen maak met alleen maar saxofoon op is omdat het later leuk is voor mij om terug te kijken in welke fase ik zat. Het legt een bepaalde periode vast van hoe ik dacht, voelde en was. Dit album bevat veel geprocesste saxofoon waarbij er veel lagen boven elkaar zitten. Dat wordt in de toekomst misschien anders. Ik denk dat ik in de toekomst weer naar een puurder en naakter geluid zal evolueren. Dan kan ik opnieuw de confrontatie met mijn instrument aangaan zonder er iets van effecten aan toe te voegen. Dat kan mij ook heel hard ontroeren soms.”

Het album werd opnieuw volledig in het comfort van je eigen huis opgenomen.

“Het is een luxe om thuis op te kunnen nemen, je voelt je meer op je gemak omdat je alleen bent. Ik herinner mij bijvoorbeeld dat ik in mijn bad zat en een idee kreeg over iets wat ik een aantal dagen ervoor had opgenomen. Ik kon er dan vlug uit gaan en dat ook gewoon opnemen. Het was belangrijk voor mij dat ik het deze keer het opnameproces met niemand deelde. Je kan altijd nog professioneler opnemen of mixen, maar ik vond het interessant om alles zelf te doen. Daar leer je ook meer uit. Later kan ik dan terugkijken op waarom ik bepaalde keuzes heb gemaakt. Van sommige vraag ik mij nu wel al af waarom ik ze gemaakt heb (lacht).”

“Voor de eindmixen ben ik wel naar de Robotstudio’s geweest. De leukste studio van Gent, gerund door Pieterjan Coppejans, één van mijn beste vrienden. Het was super om te zien hoe hij de mixen direct naar een ander niveau tilt. Ik merkte hier en daar direct dat er suggesties gedaan werden om dingen te veranderen. De bas met een synth te doen bijvoorbeeld, zodat hij meer punch zou krijgen of beter zou klinken. Maar dat is niet echt waar ik naartoe wou gaan. Ik hou van het gekrakel en de instabiliteit die je krijgt als je alles met saxofoon opneemt. De zoektocht naar een interessante textuur die je kan ontroeren is wat ik belangrijk vind. Een soortgelijk gevoel dat je kan krijgen als je naar beeldende kunst of abstracte fotografie kijkt. Je kan niet uitleggen precies waarom het je raakt en dat vind ik wel mooi.”

Het nieuwe album ligt verder uit elkaar qua gemoed en is eclectischer dan de ep.

“Alle nummers hebben een verschillend, maar sterk filmisch karakter. Ondanks dat het verschillende werelden zijn kunnen ze allemaal dienen om een bepaalde sfeer op te roepen. Dat filmische aspect van de nummers is de lijm die alles verbindt en waardoor ik de nummers samen heb durven zetten (lacht). De muziek kwam eerst bij dit album en daarna ben ik pas beginnen nadenken over het concept. Nadat het concept goed zat en de artwork met Paule Josephe klaar was, heb ik het album naar de designer Benoit Vangeel gestuurd. Hij heeft er echt een mooie plaat van gemaakt.”

Het album live spelen zit er momenteel niet in, nu de avond die je in de Handelsbeurs ging cureren is uitgesteld.

“Live speel ik eigenlijk sowieso niets van de plaat. Live spelen is voor mij nog altijd ik tegen het concert (lacht). Ik schiet mijzelf ook altijd in de voet door voor elk concert een volledig nieuwe setup te kiezen om dat ik wil blijven zoeken. Dat is iet waar je door moet. Ik los dat nu op door support te doen voor bands waarbij de context telkens anders is. Enkele weken terug heb ik zo de support gedaan voor Millionaire. Dat was een fijne opportuniteit, maar het publiek was de hele tijd aan het praten. Dat snap ik ook wel ergens. Als je naar een optreden van Millionaire komt en dan krijg je opeens wat experimentele saxofoon naar je kop geslingerd snap ik dat het wat moeilijk is (lacht).”

“Zo leer je ook het klappen van de zweep kennen. Toen ik vroeger naar jamsessies van het conservatorium ging ben ik vaak half depressief naar huis gewandeld met het gevoel dat ik niks kon. Dat gevoel is een marteling langs de ene kant, maar langs de andere nodigt het je ook uit om jezelf te verbeteren. Ik heb nog steeds het gevoel bij concerten dat er maar één om de zoveel is waarbij alles volledig in elkaar klikt. Dat geeft je de energie om er weer mee verder te gaan en de rest af te werken (lacht). Het is iets waar ik nu heel bewust mee omga tijdens soloconcerten ook al zijn de mensen en ikzelf nog niet honderd procent overtuigd. Zelf ben ik nog niet volledig overtuigd dat alles al volledig solide is, ik ben nog steeds op zoek naar dat gevoel dat alles juist is.”

“Er zijn geen shortcuts. Ik weet dat dat een cliché is, maar het doel is om iets te zoeken waarvan ik het gevoel heb dat ik het ben, iets dat van mijzelf is en dat ik zelf heb gevonden.”