Header image

Raketkanon over aankomende album ‘RKTKN#3’: “Een nummer is altijd een momentopname”

door Lowie Bradt

Raketkanon bouwde met amper twee albums achter de kiezen een beruchte reputatie op. ‘RKTKN#1’ was een bom in het Belgische, stevige circuit en de opvolger, logisch ‘RKTKN#2’ genoemd, was harder, better, faster, stronger. Vrijdag volgt hun langverwachte derde: ‘RKTKN#3’ toont hoe fris en noodzakelijk evolutie kan zijn, rijmt hun alles vernietigende noise met ongewoon lange rustpunten en is meer gedurfd, genuanceerder en, bovenal, nog beter. “We moesten voor dit album een onverwachte en toch logische stap nemen.”, aldus frontman Pieter-Paul Devos, met wie we afspraken in thuisstad Gent.

Raketkanon loste inmiddels één single van hun nieuwe langspeler. ‘Ricky’ was een verscheurende trip doorspekt van een venijnige groove die voelde als thuiskomen. De groep leek zo een tweelingbroertje voor ‘Florent’ ter wereld gezet te hebben, dat minstens evenveel enfant terrible is als z’n voorganger. Nieuwe songs als ‘Mélody’ en ‘Robin’, waarin de uitbarstingen opmerkelijk uitblinken in hun afwezigheid, tonen ons echter dat het viertal een groeiproces moest doormaken om z’n negen nieuwbakken songs ter aarde te brengen.  Raketkanon’s werk leek namelijk nog nooit eerder zo uitgekiend. “Het is een misconceptie dat we over onze vorige platen helemaal niet nadachten, al is dit album natuurlijk meer uitgewerkt dan z’n voorganger. We hebben meer plaats gemaakt voor arrangement.”

Dat er hiervoor meer ruimte was had veel te maken met de langere studiotijd. Devos en diens bandleden namen de plaat op in twee weken, waar dat vroeger altijd binnen de zeven dagen gebeurde. “Wanneer je de hele tijd met je neuzen dicht op iets zit, kan je niet altijd oog hebben voor het grotere geheel. Die twee weken tijd gaven ons de mogelijkheid om dat wel te doen. Zo konden we concreet de arrangementen beter uitwerken en kregen onze nummers meer de tijd om te bloeien.”

Dat, na zijn aandeel in RKTKN#2, niet opnieuw producer Steve Albini als engineer te hulp schoot speelde hier evenwel ook een rol in. “Albini gaf onze tweede plaat een heel live gevoel door z’n rechttoe rechtaan manier van werken. We hadden deze keer nood aan een andere filosofische benadering. Wanneer je alles live opneemt en niet al te veel nadenkt, ben je nogal snel tevreden.” Om dit gevaar uit de weg te gaan zochten ze naar een andere helpende hand, waarop ze uitkwamen bij Wouter Vlaeminck, de broer van toetsenist Lode en tevens lid van Tomàn. Je te veel op sound richten is echter ook niet vrij van risico, volgens de frontman. “Langs de andere kant van het spectrum: als je te lang over je muziek tobt, kan je het ook doodknuffelen. Je moet in de eerste plaats nog altijd een goede song, een goede basis hebben.” Dit leidt tot een niet eenvoudige evenwichtsoefening.

Los van de daar verder uitgewerkte arrangementen waren de songs al grotendeels af voor aankomst in de studio, al blijven ze altijd onderhevig aan verandering. “Elke opname van een lied is afhankelijk van het moment. Zelfs na het opnemen van de platen veranderen we ze op repetitie soms. Nummers blijven altijd leven, je kan ze nooit afsluiten en ze hebben meer dan één vorm. Op plaat waren we ook vooral bezig om een coherent geheel af te leveren, iets wat zich toont in de versies van de songs. Live hoeven we niet zoveel bezig te zijn met die samenhang.”

Pieter-Paul Devos brengt eveneens een soloplaat uit onder zijn eigen naam, amper één week na die van zijn band, op Record Store Day. Die langspeler, die ‘[citation needed]’ zal heten, belicht een heel andere kant van de zanger. Single ‘Color-blind blues’ stelt introspectie centraal en is een bijna traditionele americanasong, inclusief mondharmonica. Zoiets komt vanzelfsprekend geheel anders tot stand. “Bij Raketkanon werken we samen aan de nummers en kom ik niet met de ideeën maar wel de anderen, bijvoorbeeld via een riff”. Daarnaast zijn beide strijdige genres een uiting van verschillende, in Pieter-Paul’s (en iedereens) leven wedijverende emotionele paletten. “De muziek van Raketkanon enerzijds en van mijn solowerk anderzijds is een vertaling van verschillende gemoedstoestanden, aan manieren van in de dag te staan. Wat zich toont in verschillende muzikale richtingen. Het gebeurt allemaal even natuurlijk. Het is niet zo dat ik gevangen zit in Raketkanon omdat ik er geen klassiekere songs kan schrijven, het ene voedt mijn zin in het andere en vice versa. Een beetje variatie houdt me bovendien ook wakker.”

Het is echter niet zo dat de frontman geen inspiratie voor het stevigere Raketkanon binnen zachtere muziekstijlen kan vinden, integendeel. “Ik vind het een wat kleffe manier om je op artistiek gebied te veel te laten beïnvloeden door iets uit dezelfde muzikale poel. Dan wordt iets snel een kopie. Geïnspireerd worden door muziek is goed, iets kopiëren dat in dezelfde poel van genres zit niet. Het is interessant om op het eerste zicht tegengestelde nummers in je eigen muziek te verwerken, dan doe je er je eigen ding mee.” Invloeden zijn voor de noisemuzikanten zo vooral belangrijk als referentie naar elkaar toe. “We gebruiken muzikale inspiraties veelal om over onze ideeën te kunnen praten met de bandleden. Bij het maken van dit laatste album bijvoorbeeld zeiden we op een gegeven moment tegen elkaar dat een bepaalde beat meer moest zijn zoals in een slow van Otis Redding.”

Devos vindt evenzeer inspiratie in dingen die gebeuren in zijn leven en in andere kunstvormen, zo getuige onder andere de soundtrack die Raketkanon live gaf aan de uit 2003 daterende film ‘Oldboy’ in een korte tournee door België een jaar geleden. Deze prent behandelt het verhaal van een jarenlang onrecht aangedane man die op een bloederige wraaktocht trekt en draagt zowel het mooie als het lelijke in de mens naar voor. “Ik vind dat het leven ook zo in elkaar zit, puur esthetisch kan er iets heel moois in lelijke dingen zitten.” Een dualiteit die we mits enige creativiteit ook in het repertoire van de band kunnen terugvinden. “Onze muziek is zoals het echt is, met de rauwe randjes er niet af geveild. Wat enkel mooi is kan nogal snel te glad en niet authentiek zijn. Al mag die scheefheid nooit een gebrek aan schoonheid verhullen, het is geen compensatiestrategie.”

Ondertussen vervoegde de later aangekomen drummer Pieter De Wilde ons gesprek nog kort om het te hebben over de tournee die gepaard gaat met de uitgave van “RKTKN#3” en hen voorlopig naar onder andere de Benelux en het Verenigd Koninkrijk brengt. Schrik hebben ze allerminst om hun muzikale evolutie op een podium aan het publiek voor te stellen, en waarom zouden ze. “Hoe we onze zachtere songs live gaan aanpakken? We gaan ze even zacht spelen. Natuurlijk zijn er mensen die de ergens rustigere kant van ons niet zullen verwachten maar het is daarom extra zalig om ze te kunnen overtuigen met wat we spelen.”, aldus De Wilde. “De wereld draait niet rond verwachtingen. Anders kom je in een doodlopend straatje terecht.”, vult Devos hem aan.

Het valt al snel op hoe de twee hun vriendschap ook tot buiten het louter professionele reikt. Wanneer de zanger het heeft over de vermoeidheid en belasting van de stem die met het touren gepaard gaan treedt De Wilde hem onmiddellijk bij: “Voor hem is dat super intens. Als je geen stembanden hebt dan sta je daar maar gewoon op dat podium (lacht). We proberen hem zo goed mogelijk te soigneren.” Iets waar de drummer kennelijk een serieuze taak van maakt wanneer hijzelf plots een pakketje kamille- en saliethee voor zijn bandlid tevoorschijn blijkt te toveren. “Goed voor de stem”, besluiten ze.

‘RKTKN#3’ komt op vrijdag 5 april uit via Alcopop Records. Raketkanon komt deze plaat onder andere voorstellen in een allebei uitverkochte Vooruit en De Kreun. Voor hun show in Hasselt zijn wel nog tickets beschikbaar. Deze zomer speelt de band ook op Pukkelpop.