Header image

De beste 50 albums van 2022

door Yannick Verhasselt

20. Weyes Blood – And in the darkness, hearts aglow

Weyes Blood ziet het nog steeds groots op ‘And in the darkness, hearts aglow’. Net zoals op haar voorganger lijkt het of elk nummer weerklinkt uit een sprookjesbos op een eiland in de lucht. Een grandioos geluid, romantisch gezang en een verderzetting van het succes van ‘Titanic rising’. Productiegewijs staan we niet voor verrassingen, maar op haar hoogtepunten klinkt Weyes Blood gewoonweg subliem. ‘It’s not just me, it’s everybody’ is een opener van jewelste en zet de toon voor wat volgt: een intens balladealbum over verbondenheid, verval en artificiële intelligentie aangevuld met rijke melodieën. (Laurent)

19. Just Mustard – Heart under

Hoewel Fontaines D.C. zichzelf de afgelopen jaren kroonde tot paradepaardje van de nieuwe Ierse muzikale golf, moet Just Mustard niet onderdoen. Het gooide hoge ogen met debuut ‘Wednesday’ en op ‘Heart Under’ pinde de vrienden uit Dundalk hun vast op een specifieke sound en eigende ze zich deze toe. Diepe, donkere en walmende baslijnen gesupplementeerd met effecten-beladen, echoënde gitaarpartijen in stille en scheurende vorm. Allemaal gedirigeerd door het zijdezachte timbre van Katie Ball. Een plaat die qua sfeer je bij de keel grijpt en tegelijk met de handen zacht door je haardos gaat. (Louis)

18. Bladee & Ecco2k – Crest

De meest etherische hiphop van het jaar kwam van Bladee & Ecco2k. Als leden van het Drain Gang-collectief maakten ze naam met hyperdeprimerende cloudrap, maar van die zwaarmoedigheid is op ‘Crest’ niets te merken. In plaats daarvan lieten de twee rappers zich inspireren door allerlei vormen van spiritualiteit en schreven ze een album vol zweverige bangers die je een overdosis endorfine bezorgen. Zelfs wie doorgaans een bloedhekel heeft aan de atmosferische autotuneraps van het Zweedse collectief, moet zichzelf een dienst bewijzen en de euforie van ‘Crest’ een kans geven. (Tobias)

17. Black Midi – Hellfire

Is ‘Hellfire’ de beste plaat van Black Midi? Daar valt over te speculeren. Wat buiten kijf staat, is dat dit de meest spectaculaire worp is van deze jonge Britten. De full-on progrock van de vorige lp wordt verder doorgedreven en ze doen er nog een schepje bovenop. Het resultaat? Nog zottere nummers met nog meer verschillende maatsoorten. Wanneer frontman Geordie Greep croont over ongure types in de onderwereld, kan je niet anders concluderen dat hij een geniale verteller is. De band wisselt moeiteloos van “ingetogen” naar “theatraal” in een handomdraai, geholpen door een blazerssectie die de sound helemaal over-the-top doet klinken. Je vindt het ofwel geweldig of je vindt er niets aan. (Martijn)

16. Alvvays – Blue rev

Molly Rankin en co hebben al enige tijd hun plekje binnen de indiesferen uitgekerfd. Ze zaten daar goed met hun melancholische jangle meets indiepop op ‘Antisocialites‘ en hun debuut. Het geweer van schouder wisselen vergt echter soms wat moed, maar loont wel meer dan telkens ietsje meer je klankenarsenaal uit te breiden. Alvvays klonk nog nooit zo distorted, luid en ongebreideld als op ‘Blue rev’. Alsof Rankin eindelijk haar duivels heeft kunnen ontbinden en iéder aspect van hun muziek tot in de puntjes kan uitwerken zoals het bedoeld is; eens bezweren en meeslepen dan weer noisey en ongegeneerd de beuk erin. (Yannick)

15. Rosalía – MOTOMAMI

Waar La Reina op ‘El mal querer‘ nog een conceptplaat afleverde om ‘u’ tegen te zeggen, doet ze op ‘MOTOMAMI’ gewoon haar goesting. En waarom ook niet? Rosalía had fans steeds op hun achterste poten staan wanneer er weer een singletje werd gedropt in haar komkommertijd. Hier een reggaeton-nummer, een samenwerking hier en een ballad daar. ‘MOTOMAMI’ toont dan ook die heerlijke veelzijdigheid van de Spaanse. Schurende perreo afgewisseld met luisterrijke flamenco nuevo en art pop vullen de plaat. Rosalía heeft het gemaakt en de wereld ligt (terecht) aan haar voeten. (Yannick)

14. Chat Pile – God’s country

Noem het gerust één van de lelijkste platen van het afgelopen jaar, en dat is een compliment. De band omtrent frontman Raygun Busch laat de meest meedogenloze kant zien van godvergeten niemendallen in het Mid-Westen van de VS. Docu’s dan wel nieuwsfragmenten genoeg die polshoogte nemen bij mensen die gemarginaliseerd zijn in eigen land omwille van een steeds globaler wordende wereld. Het beklijvende ‘God’s country’ is simpel qua vertelling en groots in z’n uitvoering. ‘Slaughterhouse’ is zo’n nummer op het album dat je compleet verzwelgt en weer uitspuugt wanneer het klaar met je is. Ongetwijfeld dé metal-release van dit jaar. (Yannick)

13. FKA Twigs – Caprisongs

FKA twigs caprisongs

In 2019 maakte FKA Twigs ons favoriete album van het jaar met ‘Magdalene’, een groots, hyperambitieus artpop-statement. Opvolger ‘Caprisongs’ is een tape van een andere aard geworden. Met de woorden ‘Hey, I made you a mixtape’ kondigt Twigs die andere aanpak trouwens zelf aan in het begin van de plaat. ‘Caprisongs’ is wat kleiner in ambities geworden, en klinkt alsof Twigs vooral de kopzorgen na twee zware coronajaren wou wegdansen met een hoop toegankelijkere popnummers die altijd tussen zwoel en melancholisch zweven. Bovenal bewijst Twigs dat ze ook met een luchtiger project amper concurrentie kent. (Tobias)

12. Lucrecia Dalt – ¡Ay!

Natuurlijk brengt Lucrecia Dalt al enige jaren luisterrijke platen uit. ‘No era sólida’ uit 2020 kon velen wel bekoren, maar alom geprezen was de plaat niet. Hoewel haar benadering steeds dezelfde is gebleven, haar ronduit poëtische teksten nog steeds bekoren, is het net deze plaat waar ze klanken en invloeden die haar en haar jeugd hebben beïnvloed en getekend die het album zo universeel aanspreekbaar maakt. Alsof je naar een documentaire luistert van iemands jeugd en alleen maar liefelijk kunt meeknikken van hoe mooi en ingenieus het in elkaar is gestoken. (Yannick)

11. Beach House – Once twice melody

‘Once twice melody’ is zowel in omvang als in sound op z’n minst “episch” te noemen. De dubbelaar van dit duo uit Baltimore werd over een periode van 4 maanden uitgebracht, opgedeeld in evenveel “chapters”. Deze roll-out maakte het uiteraard een stuk makkelijker om de 18 dreampop-tracks die je erop terugvindt, te verteren. Het is hun meest gevarieerde set aan songs, waarbij ze naar de bescheiden klanken van hun beginperiode refereren (‘Hurts to love’), maar ook naar de groots opgezette wall of sound ten tijde van ‘7’ (‘Modern love stories’) en zelfs buiten hun comfortzone durven te treden (‘Pink funeral’). (Martijn)

Lees verder: 1 2 3 4 5