Aldous Harding maakt van kwetsbaarheid een oerkracht in de AB

door Quinten Jacobs

Voor de derde keer op haar ‘Designer‘-tour passeerde Aldous Harding in België. Na een intieme show in de Botanique in mei en een overtuigend optreden op Cactusfestival was het dit keer de AB die de Nieuw-Zeelandse ontving. Niet in het Salon of de Club (zoals bij haar vorige passages), maar wel in de grote zaal (weliswaar in flexopstelling); het bewijst de groei van de artieste doorheen haar drie uitgebrachte albums.

Als voorprogramma was de Canadees Yves Jarvis meegekomen. Met ‘The same but by different means’ had die eerder dit jaar een behoorlijk album afgeleverd, maar in de AB was daar helemaal niks van te merken. De Canadees leek totaal geen idee te hebben welke muziek hij ook weer speelde; we hoorden eerst wat melige, Shawn Mendes alike ”I love you, I will always care”-nummers waarbij Jarvis’ gitaar geteisterd werd door een verschrikkelijk overdreven tremolo-effect en even later leek hij wat elektronica te willen maken die hintte naar James Holden. Toen hij, na overgeschakeld te zijn op wat lofi beats, nog te kampen kreeg met wat technische problemen was de fut er al helemaal uit. Jarvis’ angstvallige blikken in de coulissen verraadden dat hij zelf ook wel wist dat dit niet zijn beste optreden was. ”I have to move on” klonk het in zijn laatste nummer. Wij dachten precies hetzelfde.

Openen met een verstillend nummer als ‘The world is looking for you’, het is geen evidentie. Aldous Harding deed het, begeleid door enkel haar gitaar en een indringende blik richting het publiek. Onmiddellijk viel de fantastische vibrato op in de stem van de Nieuw-Zeelandse, met het bijna gekende effect intussen: het publiek hing aan haar lippen. De enigmatische Harding leek zich tussen de nummers af te vragen wat ze ook weer veronderstelt was te doen op het podium. Vaak tuurde ze in het publiek of maakte ze heel trage theatrale bewegingen. Eenmaal ze echter aan het spelen sloeg, kwam de Nieuw-Zeelandse op een bepaalde manier helemaal los. Haar vreemde danspasjes tijdens ‘Designer’ en het bloedmooie ‘Fixture pixture’ waren intrigerend, het leek wel alsof ze niet zelf danste, maar dat ze ‘werd gedanst’ door iets in haar lichaam.

De band achter Harding hield het relatief sober toch blonk het uit in precisie en dynamiek. Hoe er in ‘Zoo eyes’ kristalhelder werd opgebouwd tot een refrein dat uitblinkt in subtiele tragiek was van grote klasse. Dit werd net als het arrangement van het flinterdunne ‘Treasure’ heel warm onthaald door het publiek. Hitje ‘The barrel’ werd naar een hoger niveau getild met een onverwacht gitaarlijntje tussendoor terwijl de Nieuw-Zeelandse steeds meer uit haar schulp geraakte en meer dan eens een glimlach naar het publiek toverde. Ondanks het oprechte plezier op haar gezicht klonken zware teksten als die van ‘Elation’ nog steeds geloofwaardig. ”Sadly, I feel nothing / I’m so down on life / High people pull me into their faces/ They are lucky” was de krop in de keel, de onverwachte uithaal aan het einde van dat nummer de knock-out.

Net voor Aldous Harding aan haar welverdiend bisnummer begon, zei ze haar eerste woorden tegen het publiek van de avond. ”I know I don’t say much, but …. I think that …. it’s not my purest way of communication. Thank you for listening to my music. It’s… it’s all I have.” Een pijnlijke grimas flitste even over haar gezicht, maar het publiek warmde haar snel opnieuw op met een groot applaus. Het dankbaar lachje van Harding was goud waard. In het onuitgebrachte ‘Old peel’ zat nog een streepje country verstopt en was de Nieuw-Zeelandse (al is dat relatief) op haar uitbundigst. De authenticiteit en oprechtheid van Aldous Harding oversteeg echter alles en als dat parels van optredens (en albums) blijft opleveren, mag de Nieuw-Zeelandse nog tientallen keren terug naar België komen.

In de AB kan je binnenkort onder andere The Tallest Man on Earth (12/11), Mac DeMarco (13/11) en The Lumineers (16/11) aan het werk zien. Het volledige programma vind je op de site van de zaal.